|

‘Het eenzijdige beeld van bananenrepublieken vol lama’s, indianen en zielige kindertjes verdient bijstelling’

Elke week praat debuitenlandredactie.nl met een correspondent over zijn of haar werk. Wat trok hen om buiten de Nederlandse grenzen te gaan werken en welke tips geven ze aan vakgenoten die hetzelfde ambiëren? Deze week Latijns-Amerika correspondent Arjan Meesterburrie.

Bio: Arjan Meesterburrie (1976) werkte, na een verkorte opleiding journalistiek in Zwolle, 9 jaar bij BNR Nieuwsradio. Samen met zijn Ecuadoraanse vrouw verruilde hij eind 2012 Utrecht voor haar geboortestad Cuenca. Op Twitter is hij @Meesterburrie. Hij heeft ook een blog.

Waarom koos je voor een correspondentschap in Ecuador?

“Mijn Ecuadoraanse vrouw kreeg na vijf jaar met mij in Nederland gewoond te hebben de kans om het restaurant van haar ouders over te nemen in haar geboorteplaats Cuenca. Voor mij een mooie kans in een prachtige stad te gaan wonen én daarvandaan mijn vak als journalist op een hele nieuwe manier voort te zetten. In Ecuador en de omliggende landen zijn genoeg politieke, economische en sociale ontwikkelingen die voor Nederland hartstikke interessant kunnen zijn, maar die de reguliere media nauwelijks halen.”

Welk verhaal wil je tijdens je correspondentschap vertellen?

“Dat Ecuador en de rest van de landen in de regio ook gewoon landen zijn met mensen die eten, werken, uitgaan, slapen, consumeren en politiek bedrijven. Alleen net wat anders dan in Nederland. Het eenzijdige beeld van bananenrepublieken vol lama’s, indianen en zielige kindertjes verdient bijstelling.”

Waar moest je het meest aan wennen toen je in Cuenca ging wonen?

“Naast de hoogte (2400 meter) het constante wachten op alles. Het levensritme in Latijns-Amerika is veel relaxter met als groot bijkomend nadeel dat je niet zomaar een bankrekening openen, je op snel internet kan laten aansluiten of je verblijfspapieren kan regelen. Zonder een flinke portie geduld red je het echt niet in Ecuador.”

Wat is het moeilijkste aan werken in Ecuador?

“Tot nu toe vind ik het nog erg moeilijk welke nieuwsbronnen ik wel en niet kan vertrouwen. Het is lastig laveren tussen staats- en regeringsgezinde media die bijna propaganda bedrijven en commerciele tv-stations en kranten in handen van rijke ondernemers en banken die de feiten soms wel erg verdraaien om de regering te beschadigen en zo hun eigen belangen te dienen.”

Op welke productie ben je tot nu het trotst?

“Op mijn bijdrage over Hugo Chávez in de ochtenduitzending van BNR Humberto Tan. Naar eigen oordeel (en dat van bevriende journalisten) wist ik een complex verhaal over verschillende interpretaties van de grondwet en de politieke toekomst van Venezuela in niet meer dan drieënhalve minuut helder uit te leggen.”

Voor wie werk je allemaal?

“Tot nu toe werk ik alleen voor BNR Nieuwsradio en is mijn sollicitatie bij RTL Nieuws helaas afgewezen, maar ik woon ook nog maar 6 weken in Ecuador. Tussen het opbouwen van een nieuw leven door richt ik me nu alleen nog op de grote nieuwsverhalen, maar als ik eenmaal goed geaard ben ga ik ook zelf actief op zoek naar eigen verhalen en andere media om die verhalen aan te bieden.”

Doe je er ook niet-journalistiek werk naast en wat?

“Mijn vrouw runt een lunchrestaurant en ik verzorg de promotie, doe de financiële administratie en tijdens spitsuur spring ik regelmatig bij achter de kassa.”

Hoeveel uur besteed je per dag aan je journalistieke werkzaamheden?

“Ik besteed gemiddeld ongeveer 5 uur per dag aan mijn journalistieke werk. Daarbij inbegrepen is een dagelijkse bijdrage op mijn blog arjanmeesterburrie.com.”

Op welke manier gebruik jij social media en waarom?

“Ik volg belangrijke politici uit de regio op Twitter. Zo ben ik eerder en betrouwbaarder op de hoogte van hun bezigheden en commentaren op het nieuws dan dat ik het uit andere media moet halen. Ook volg ik aardig wat kranten-accounts om maar niet steeds naar alle websites te moeten surfen voor het laatste nieuws. Verder promoot ik mijn eigen blog zoveel mogelijk via Twitter en Facebook. Ik zit niet voor niks elke ochtend te zweten op een voor Nederland relevant stukkie.”

Wat is jouw gouden tip voor journalisten die correspondent willen worden?

“Gewoon je koffer inpakken en gaan. Met een klein beetje spaargeld zing je het sowieso wel een paar maanden uit. En als je een goede journalist bent en in eerste instantie niet teveel eisen hebt, heb je heus binnen een half jaar genoeg opdrachtgevers gevonden om goed van te kunnen leven. Lukt het (financieel) niet, dan kan je altijd nog met heel veel ervaringen en journalistieke bagage terug naar Nederland.”

Lees ook in de serie De (jonge) correspondent:

Aflevering 1: Fleur de Weerd in de Oekraïne
Aflevering 2: Wies Ubags in Colombia
Aflevering 3: Leonie van Nierop in Israël en de Palestijnse gebieden
Aflevering 4: Alex Hijmans in Brazilië
Aflevering 5: Pieter Van Maele in Suriname
Aflevering 6: Niels Kraaier in Australië
Aflevering 7: Harald Doornbos in het Midden-Oosten
Aflevering 8: Guus Valk in Washington
Aflevering 9: Geert Jan Hahn in Kiev
Aflevering 10: Stéphane Alonso in Warschau
Aflevering 11: Mark Schenkel in Oeganda
Aflevering 12: Olivier van Beemen in Parijs
Aflevering 13: Peter Scheffer in Buenos Aires
Aflevering 14: Dirk Wanrooij in Cairo
Aflevering 15: Titia Ketelaar in Londen
Aflevering 16: Eduard Padberg in Cairo
Aflevering 17: Fernande van Tets in Beiroet
Aflevering 18: Arne Doornebal in Oeganda
Aflevering 19: Henk Hirs in Boedapest
Aflevering 20: Jan Franke in Tel Aviv
Aflevering 21: Chantal Groothengel in Los Angeles
Aflevering 22: Michiel Philippart in Londen
Aflevering 23: Olaf Koens in Moskou
Aflevering 24: Thalia Verkade in Moskou
Aflevering 25: Miriam Mannak in Kaapstad
Aflevering 26: Eveline Bijlsma in Parijs
Aflevering 27: Jan Eikelboom
Aflevering 28: Windy Kester in Oslo
Aflevering 29: Dirk Vandenberghe in Parijs
Aflevering 30: Mitra Nazar in Belgrado

Volg DBR ook op Twitter en Facebook.

Vergelijkbare berichten