|

‘Zolang je jong en onafhankelijk bent kan je nog risico nemen en fouten maken’

Foto Dirk Wanrooij

Bio: Dirk Wanrooij werd in 1983 geboren in Jemen en groeide op in Twente en Pakistan. Studeerde Nederlandse Taal & Cultuur en Arabisch. Woont sinds januari 2011 in Caïro en is daar freelance correspondent. Hij heeft onder andere geschreven voor de GPD, nrc.next, Het Parool en De Groene Amsterdammer. Volg hem op zijn website Blog vanuit Cairo. Op Twitter: @Dirkwanrooij

Waarom koos je voor het correspondentschap en waarom in Egypte?

Ik heb nooit bewust voor Egypte gekozen. Ik studeerde Arabisch en Geschiedenis aan de universiteit van Amsterdam en werd voor mijn studie naar Egypte gestuurd. Het zou in eerste instantie gaan om zes maanden taalstudie, maar eigenlijk ben ik nooit meer teruggekeerd. Ik werkte het eerste jaar als docent Nederlands op een Nederlandse basisschool en kluste bij als freelance journalist.

Voor de revolutie in Egypte ging het moeizaam, daarna was het makkelijker om werk te vinden. De revolutie was voor mij dan ook een geschenk uit de hemel. Door mijn werk heb ik de kans gekregen om heel dicht bij een bijzonder moment te staan in de geschiedenis van een land. Dat ik ook nog geld krijg om de gebeurtenissen te volgen en te beschrijven is natuurlijk helemaal fantastisch.


Welk verhaal wil je tijdens je correspondentschap vertellen?

Over het Midden-Oosten bestaan zoveel vooroordelen en meningen. Vrijwel iedereen heeft iets te zeggen, of denkt iets te zeggen te hebben over bijvoorbeeld de islam, Arabieren of Israël. Dat maakt het lastig. Tot de revolutie waren veel media bijvoorbeeld slechts geïnteresseerd in verhalen over radicale moslims, dat verkocht.

Ik probeer zo veel mogelijk dergelijke stereotypes te ontkrachten en gewone mensen aan het woord te laten. Ik houd er dus ook van om te kijken wat er achter de headlines gebeurt, in de wijken en bij mensen thuis.

Waar moest je het meest aan wennen toen je in Cairo ging wonen?

Cairo slaapt letterlijk nooit. Vooral in de zomer komt er geen einde aan de bedrijvigheid en het lawaai. Dat is overweldigend in het begin en daar moet je echt mee om leren gaan. Daarnaast zijn Egyptenaren erg jolige en mondige mensen die altijd zin hebben en de tijd nemen voor een grapje. Daar moet je in meegaan.

Wat is het moeilijkste aan werken in Egypte?

De drukte, de hitte en de verstopte wegen maken dat Egyptenaren niet de meeste stipte mensen zijn. Instanties blijken niet te bereiken, en afspraken worden gemakkelijk uitgesteld of afgezegd. Het is moeilijk om in Egypte efficiënt te zijn. Daarnaast kom je vooral in het Midden-Oosten de vooroordelen die ik eerder al noemde veel tegen. Redacties hebben hun mening soms al klaar en verwachten een verhaal met een bepaalde invalshoek.

Voor wie werk je allemaal? Doe je er ook niet-journalistiek werk naast en wat?

In het verleden heb ik voor nrc.next en het Parool en een Engelstalige Egyptische publicatie. Tegenwoordig is het vooral voor de GPD dagbladen en af en toe voor bladen als de Groene Amsterdammer en het Vlaamse MO* Magazine.

Het eerste jaar heb ik, naast mijn journalistieke activiteiten, als docent Nederlands gewerkt. Sinds het uitbreken van de revolutie is journalistiek mijn hoofdbezigheid en mijn enige bron van inkomsten. Ik doe bijvoorbeeld wel vrijwilligerswerk bij een Egyptisch mediacollectief genaamd Mosireen.

De GPD houdt na 75 jaar op met bestaan. Wat betekent dat voor jouw inkomsten?

Dat is afwachten. Het betekent voor mij in ieder geval dat er een einde komt aan mijn meest vaste bron van inkomsten, dat is jammer. Ik zal meer om me heen moeten gaan kijken naar andere publicaties met nieuwe ideeën moeten komen. Egypte blijft de komende jaren denk ik nog wel interessant genoeg om er van te kunnen leven. Maar wellicht moet ik ook gaan overwegen om in het Engels te schrijven want de Nederlandse markt is natuurlijk maar beperkt.

Hoeveel uur besteed je per dag aan je journalistieke werkzaamheden en wat is de verhouding bureauwerk/veldwerk?

Het is moeilijk te zeggen. Het hangt ten eerste erg af van het soort stukken dat ik moet schrijven. De laatste weken gebeurde er in Egypte veel op overheidsniveau. Presidentsverkiezingen, machtsoverdracht, ontbinding van het parlement enz. Dan zit ik veel achter mijn bureau of aan de telefoon. Dat soort werk is minder leuk. Als er minder van dat soort ontwikkelingen zijn, dan ben ik op pad. Ook het aantal uren per dag verschilt. Het hangt er natuurlijk vanaf hoeveel werk er is. Maar over het algemeen ben ik elke dag wel bezig met mijn beroep, ook in het weekend.

Op welke productie ben je tot nu het trotst?

Er zijn er een aantal stukken waar ik erg trots op ben. Ik heb onlangs een opiniestuk geschreven voor nrc.next dat goed werd ontvangen. Daarnaast heb ik ooit voor MO* Magazine een stuk geschreven over de volkscomités die overal in Egypte na de revolutie zijn ontstaan. Een ander stuk waar ik erg tevreden over was ging over mijn tijd bij de revolutionairen tijdens de revolutie. Ik sliep in een huis waar activisten zich hadden verzameld en beleefde met hun de twee meest intense weken van mijn leven. Ik moest het stuk uiteindelijk doorbellen aan de redactie van de Groene Amsterdammer omdat internetverbindingen in het hele land plat waren gelegd.

Je bent erg actief op Twitter, wat zijn de redenen daarvoor?

Twitter is, met name in Egypte, dé manier om op de hoogte te blijven van wat er gebeurt. Journalisten, activisten en academici met een interesse in Egypte en de regio ontmoeten elkaar op Twitter en houden elkaar op de hoogte en discussiëren onderling over de gebeurtenissen. Zo kom je af en toe mensen tegen die interessant zijn om te interviewen of lees je meningen die je anders niet snel zou tegenkomen. Anderzijds is het de manier om in Egypte te weten waar de protesten zich afspelen, welke bekenden er bij zijn, of de politie in groten getale aanwezig is.

Wat is jouw gouden tip voor journalisten die correspondent willen worden?

Ik kan de manier waarop ik het gedaan heb enorm aanraden. Ga de wijde wereld in. Wij Nederlanders hebben het voordeel dat we bijna elk land ter wereld vrij gemakkelijk in mogen. We zijn vrij om te gaan en staan waar we willen, maar toch beseffen we ons dat niet altijd. Daar zouden we nog meer gebruik van moeten maken. Dus, leer een taal, verdiep je in de geschiedenis van een land of regio, en maak er je werk van. Zolang je jong en onafhankelijk bent kan je nog risico nemen en fouten maken.

Lees ook in de serie De (jonge) correspondent:

Aflevering 1: Fleur de Weerd in de Oekraïne
Aflevering 2: Wies Ubags in Colombia
Aflevering 3: Leonie van Nierop in Israël en de Palestijnse gebieden
Aflevering 4: Alex Hijmans in Brazilië
Aflevering 5: Pieter Van Maele in Suriname
Aflevering 6: Niels Kraaier in Australië
Aflevering 7: Harald Doornbos in het Midden-Oosten
Aflevering 8: Guus Valk in Washington
Aflevering 9: Geert Jan Hahn in Kiev
Aflevering 10: Stéphane Alonso in Warschau
Aflevering 11: Mark Schenkel in Oeganda
Aflevering 12: Olivier van Beemen in Parijs
Aflevering 13: Peter Scheffer in Buenos Aires

Vergelijkbare berichten