|

‘Iedereen neemt meteen aan dat je een spion bent’

Fernande van Tets
Bio: Fernande van Tets (1985) groeide op in Amsterdam en het Verenigd Koninkrijk. In 2011 behaalde ze een MA in War Studies (cum laude) aan King’s College, Londen. Studeerde daarvoor Arabisch en Politicologie aan de UvA. Sinds een jaar is ze freelance journalist in Beiroet, Libanon oa voor de Groene Amsterdammer. Haar werk is te vinden op haar blog Hopscotch on the Green Line. Op Twitter: @fernandevtets.

Waarom koos je voor een correspondentschap in Libanon?

“Het correspondentschap leek me vooral een mooie manier om veel kennis op te doen van de regio en van mijn nieuwsgierigheid mijn baan te maken. De keuze voor Beiroet is een samensmelting van omstandigheden. Ik liep vorige zomer stage bij de Nederlandse Ambassade en ben toen gebleven. Eigenlijk wilde ik terug naar Syrië, waar ik in 2010 een paar maanden voor een lokale krant werkte, maar dat was in verband met de opstand niet handig als beginnend journalist.”


Welk verhaal wil je tijdens je correspondentschap vertellen?

“Een menselijk verhaal, maar dan niet alleen op een sensationele manier maar juist in de politieke of maatschappelijke context. Als correspondent heb je de mogelijkheid een situatie voor mensen tot leven te brengen door persoonlijke verhalen te vertellen, en dat is fantastisch. Maar het is belangrijk deze ook goed in perspectief te plaatsen, het waarom iets gebeurd vind ik erg belangrijk. Het geweld in Syrië bijvoorbeeld, kan je thuis ook op YouTube bekijken, mijn toegevoegde waarde is dat ik kan uitleggen waarom het uitmaakt en wat voor effect het heeft.”

Waar moest je het meest aan wennen toen je in Beiroet ging wonen?

“In mijn persoonlijke leven moest ik erg wennen aan het feit dat niemand hier plant, mijn agenda kon ik weggooien. Nu vind ik dat heerlijk. Maar vooral moest ik wennen aan de tegenstrijdigheden van het leven hier; de enorme contrasten tussen rijk en arm, het open imago versus een vrij conservatieve maatschappij, de hartelijkheid maar ook het wantrouwen naar elkaar toe. En het feit dat iedereen meteen aanneemt dat ik een spion ben; “waarom ben je hier anders?”

Wat is het moeilijkste aan werken inLibanon?

“De elektriciteit, het internet en de wegen. Het internet is dankzij een staatsmonopolie een van de langzaamste ter wereld en de elektriciteit valt standaard 3 uur per dag uit in Beiroet. Dankzij stakingen deze zomer was er soms 24 uur lang geen stroom. Dat kan erg frustrerend zijn, vooral als je een deadline hebt. En sinds een paar maanden dat de wegen vaak worden afgezet met brandende banden, overigens voornamelijk om te protesteren tegen het gebrek aan elektriciteit, waardoor je je plannen om moet gooien.”

Op welke productie ben je tot nu toe het trotst?

“Ik ben bijna nooit helemaal tevreden maar een stuk over het Vrije Syrische Leger dat ik in Februari schreef voor GPD ben ik nog steeds blij mee. Een van mijn leukste producties was een korte documentaire die ik in de vluchtelingenkampen van de Westerse Sahara in Tindouf, Algerije, samen met een Engelse journaliste maakte, vooral omdat het zo’n onderbelicht onderwerp is. En laatst heb ik na maanden onderzoek een lange reportage over de financiële excessen van het Libanese leger geschreven. Later hoorde ik dat de Amerikanen dat stuk in hun inlichtingenrapport aanraden; dan heb je toch iets solide neergezet.”

Voor wie werk je allemaal?

“In Nederland werk ik, tot nu toe, alleen voor de Groene Amsterdammer. Ik schrijf ook in het Engels voor online publicaties; met name the Interdependent, maar ook al-Monitor, the Women’s International Perspective en het Libanese blad Executive Magazine. In het begin heb ik 6 maanden part-time voor een uitgeverij van luxebladen gewerkt, daar schrijf ik nog steeds soms voor over cultuur en kunst. Ook schrijf ik voor Wamda, een blog over ondernemers in de regio. Die zijn altijd erg positief ingesteld, een fijne afwisseling.”

Hoeveel uur besteed je per dag aan je journalistieke werkzaamheden en wat is de verhouding bureau/veldwerk?

“Dat varieert van week tot week. Deze week gebeurde er heel veel in Libanon (kidnappings, schietpartijen, protesten) en dus was ik, naast dat ik het nieuws online bijhield, ook veel op pad. ’s Avonds nog even naar protesten op de weg naar het vliegveld die afgezet was, en dan ’s ochtends door naar interviews met Syrische vluchtelingen. Dan maak je lange dagen, en toen ik ook part-time werkte maakte ik vaak dagen van 14 uur, 6 dagen in de week. Dat is nu minder, maar ik ben elke dag wel met nieuws bezig; achtergrond informatie lezen, nieuws bijhouden en als freelancer moet ik natuurlijk ook veel pitchen.”

Je bent erg actief op Twitter, wat zijn de redenen daarvoor?

“Het is ten eerste een goede manier om nieuws te vergaren, hoewel er in Libanon zelf niet veel actieve ‘tweeps’ zijn op politiek gebied. Maar ik gebruik twitter ook om contacten en opdrachten op te doen. Een van mijn grootste opdrachtgevers kreeg ik via een reactie op een tweet dat ze iemand zochten om te schrijven over de Arabische lente en mensenrechten.”

Wat is jouw gouden tip voor journalisten die correspondent willen worden?

“Ga er gewoon voor, niet geschoten is altijd mis! Of zoals een redacteur van the Economist me adviseerde: “Je bent jong, je bent goedkoop en als het na een jaar niks wordt heb je in ieder geval veel geleerd en een leuke tijd gehad.” Dat was meer dan een jaar geleden.”

Vergelijkbare berichten