|

De (jonge) correspondent aflevering 25: Miriam Mannak – ‘Ik wil graag de andere kant van Zuid-Afrika laten zien, zonder de problemen te ontkennen’

Elke week praat De Buitenlandredactie met een correspondent over zijn of haar werk. Wat trok hen om buiten de Nederlandse grenzen te gaan werken en welke tips geven ze aan vakgenoten die hetzelfde ambiëren? Deze week Miriam Mannak.

Bio: Miriam Mannak (1977) groeide op in Nederland, Rwanda en Angola en is nu freelance journalist en fotograaf in Kaapstad, Zuid-Afrika. Ze werkt voornamelijk voor Zuid-Afrikaanse media, maar ook voor de Wereldomroep en het Financieel Dagblad. Op Twitter: @miriammannak.

Hoe ben je correspondent geworden?

“Ik ben bij toeval correspondent geworden. In 2004 vertrok ik voor zes maanden naar Kaapstad via het mediaprogramma van het NiZa (nu ActionAid, DBR). Ik ging daar aan de slag bij The Cape Times. Na een halfjaar besloot ik te blijven omdat er nog zo veel verhalen waren die ik wilde schrijven. In 2005 begon ik daarom bij Cape Town Magazine en in 2006 kreeg ik een baan aangeboden bij HWB Communications, een PR-bedrijf. Toch wilde ik liever weer in de journalistiek werken, maar dan als freelancer.” “Ik had al één opdrachtgever (InFlight magazine Emirates). Via een ex-studiegenoot kon ik als Zuid-Afrika correspondent aan de slag bij dagblad Metro. In dat jaar begon ik ook te freelancen voor Het Financieele Dagblad. Het was 2,5 jaar voor het WK, en iedereen wilde een stukje Zuid-Afrika. Vervolgens kreeg ik opdrachten aangeboden van de Wereldomroep en andere tijdschriften, zowel uit Nederland als andere landen.”

Waarom Kaapstad?

“Ik wilde altijd al terug naar Afrika. Ik ben in dit werelddeel opgegroeid. Toen ik in 2004 de mogelijkheid kreeg om naar Zuid-Afrika te gaan…tja.”

Hoe lang denk je daar nog te blijven?

“Wat mij betreft totdat ik mijn laatste adem uitblaas. Kaapstad is mijn thuis, Nederland een vakantiebestemming. Europa is leuk, voor een week of twee of drie per jaar.”

Wat deed je voor het correspondentschap?

“Voordat ik naar Kaapstad vertrok, werkte ik als financieel redacteur voor dagblad Sp!ts en studeerde ik Amerikanistiek en Internationale Ontwikkelingsstudies aan de Universiteit van Amsterdam.”

Welke verhalen wil jij als correspondent vertellen?

“Succesverhalen uit Zuid-Afrika. Berichtgeving over Zuid-Afrika is vaak negatief, soms ook met een goede reden. Maar het land is meer dan dat. Ik ben, naast alle andere werkzaamheden, hoofdredacteur van Young Business Leaders (www.ybl.co.za), een online, Zuid-Afrikaans tijdschrift dat zich richt op jongeren die voor zichzelf willen of zijn begonnen. Ondernemerschap en het stimuleren daarvan is belangrijk in Zuid-Afrika, waar de jeugdwerkloosheid rond de 50% schommelt. Er zijn weinig banen en de kredietcrisis in 2008/2009 en de Europese problemen hebben niet bijgedragen aan het overheidsdoel om meer banen te creëren. Men schat dat er de afgelopen jaren bijna 1,5 miljoen banen verloren zijn gegaan. Het gros van de Zuid-Afrikaanse bevolking is onder de 35 jaar. YBL (we gaan volgend jaar in print verder, met een website) geeft jongeren accurate informatie omtrent het opzetten van een bedrijfje door middel van achtergrond- en nieuwsverhalen, reportages en interviews met gevestigde en startende ondernemers.”

“Zuid-Afrika komt om in de positieve, jonge Zuid-Afrikanen die vechten voor een goede toekomst voor hen en het land. Dat soort inspirerende verhalen zijn nodig. Zuid-Afrika is een problematisch land, zeker, maar er gebeuren ook genoeg positieve dingen die verteld mogen worden. Het is jammer dat de media vaak uit zijn op de bloedbaden à la Marikana en andere clichés.”

Waar moest je het meest aan wennen toen je in Kaapstad ging wonen?

“Dat er geen openbaar vervoer is – dat is overigens wel in verbetering. Waar ik ook moeilijk aan wen is die vervloekte zuidoostelijke wind; drie dagen geleden waaide het nog 125 km per uur. Het dak van het gebouw naast mijn flatgebouw was hier niet tegenop gewassen. En dan is er nog de bureaucratie hier. Het duurt en duurt en duurt voordat je hier iets bij de banken of overheid gedaan krijgt.”

Wat is het moeilijkste aan werken in Zuid-Afrika?

“De enorme hoeveelheid aan verhalen. Het is echt een kwestie van kiezen. Afgezien daarvan is het soms moeilijk om positief te blijven omdat de mainstream media zich alleen lijken toe te leggen op negatief nieuws. Daar wil ik als YBL-hoofdredacteur verandering in brengen.”

Op welke productie ben je tot nu toe het meest trots?

“Een verhaal over hoe zonne-energie van Philips het leven van inwoners van een pietepeuterig dorpje in de straatarme Mpumalanga-provincie heeft verbeterd. Ik heb hiervoor foto’s en tekst aangeleverd. Nederlandse media die ik hierover heb gecontacteerd vonden dit een te soft, te positief verhaal. Een Zuid-Afrikaanse tijdschrift zag er wel brood in: zes pagina’s heeft Black Business Quarterly ervoor gereserveerd. Ik ben ook trots op een reportage die ik indertijd heb geschreven voor Metro over drugs en gangs in Lavender Hill.”

“Een ander hoogtepunt was een reportage over de economische en sociale kosten van rijden onder invloed. In 2009-2010 lag het dodental als gevolg van ‘drinking and driving’ op 14.000. De economische kosten lagen toen op R112 miljard (+-11 miljard euro).”

En op welke absoluut niet?

“Ik sta achter elke productie, dus heb niet echt een antwoord op deze vraag. Wel zijn er een aantal verhalen geweest die me hebben geschokt, en waarvan ik toch wel een aantal nachten wakker lag. De verkrachting van een peuter van 18 maanden bijvoorbeeld, en de golf van haat tegen buitenlanders in mei 2008. Dat was zwaar. Meer dan 60 mensen, voornamelijk Afrikanen uit andere delen van het continent, zijn hierbij omgekomen. Ik ben opgegroeid in Angola en Rwanda, en ken Congo erg goed. Deze mensen, met name Congolezen, zijn hun land niet voor niets ontvlucht, het is er al jaren een zooitje. Deze mensen kwamen naar Zuid-Afrika met hoop op veiligheid, maar ook hier werden zij vervolgd door de bevolking.”

Hoe onderscheid je jezelf van andere correspondenten in (Zuid-)Afrika?

“Geen idee. Ik heb niet zoveel contacten met andere correspondenten. Van mezelf kan ik zeggen dat ik erg geïntegreerd ben (ik ga nauwelijks om met expats), ik een solide netwerk heb opgebouwd, dat ik dit land als mijn thuis zie, de andere kant van het verhaal snel oppik en niet graag inspeel op clichés. Daarnaast wil ik graag de andere kant van Zuid-Afrika laten zien, zonder de problemen te ontkennen. Bovendien maak ik ook zelf foto’s.”

Hoeveel uur per week werk je gemiddeld? Wat is de verhouding bureau-/veldwerk?

“Tussen de 30 en 50 uur, afhankelijk van het nieuws. Fifty-fifty, zo’n beetje.”

Op welke manieren gebruik je als journalist sociale media en waarom?

“Om lezers naar mijn website en projecten te lokken, om interviewkandidaten te vinden, etc. Ik maak zo’n beetje dagelijks gebruik van social media. Het is één van mijn communicatiekanalen  en een van de manieren om nieuws op te pikken en te volgen.”

Wat is jouw gouden tip voor journalisten die correspondent willen worden?

“Bouw eerst een naam op als journalist, leer je standplaats uiterst goed kennen, integreer in de samenleving van je standplaats en ga dus niet alleen met Nederlandse expats om. Je moet weten wat er in een samenleving speelt. Stuur eens in de zoveel tijd een hele reut emails naar instanties die je interessant lijken, zorg dat je op elke medialijst terecht komt en ga naar bijeenkomsten en seminars, want netwerken kun je niet vanachter je PC.”

Lees ook in de serie De (jonge) correspondent:

Aflevering 1: Fleur de Weerd in de Oekraïne
Aflevering 2: Wies Ubags in Colombia
Aflevering 3: Leonie van Nierop in Israël en de Palestijnse gebieden
Aflevering 4: Alex Hijmans in Brazilië
Aflevering 5: Pieter Van Maele in Suriname
Aflevering 6: Niels Kraaier in Australië
Aflevering 7: Harald Doornbos in het Midden-Oosten
Aflevering 8: Guus Valk in Washington
Aflevering 9: Geert Jan Hahn in Kiev
Aflevering 10: Stéphane Alonso in Warschau
Aflevering 11: Mark Schenkel in Oeganda
Aflevering 12: Olivier van Beemen in Parijs
Aflevering 13: Peter Scheffer in Buenos Aires
Aflevering 14: Dirk Wanrooij in Cairo
Aflevering 15: Titia Ketelaar in Londen
Aflevering 16: Eduard Padberg in Cairo
Aflevering 17: Fernande van Tets in Beiroet
Aflevering 18: Arne Doornebal in Oeganda
Aflevering 19: Henk Hirs in Boedapest
Aflevering 20: Jan Franke in Tel Aviv
Aflevering 21: Chantal Groothengel in Los Angeles
Aflevering 22: Michiel Philippart in Londen
Aflevering 23: Olaf Koens in Moskou
Aflevering 24: Thalia Verkade in Moskou

Vergelijkbare berichten