Journalistiek Oeganda. Foto Wikimedia Commons
|

De gebreken van de Oegandese journalistiek

Journalisten zijn de waakhonden van de democratie; ze vormen een essentiële schakel tussen het volk en de overheid. Ze moeten het publiek een opinie kunnen laten vormen op basis van een breed spectrum aan informatie. Goed journalistiek onderwijs en persvrijheid zijn essentiële voorwaarden om het vak goed uit te oefenen. Maar die zijn niet overal vanzelfsprekend. Neem Oeganda. De kwaliteit van de journalistiek laat daar nogal wat te wensen over. Terwijl juist in een land als Oeganda, waar nog steeds te veel corruptie plaatsvindt, goede (onderzoeks)journalistiek broodnodig is.

In het huidige Oegandese medialandschap domineren twee mediagroepen: The Vision Group en Nation Media Group. Beiden bezitten enkele radio en tv-stations en geven dagelijks een Engelstalige krant uit. The New Vision is de regeringskrant van The Vision Group en de Nation Media Group is verantwoordelijk voor de onafhankelijke The Daily Monitor – in de volksmond ook wel The Monitor genoemd – die steeds meer de spreekbuis van de oppositie is geworden. Deze twee kranten worden het meest serieus genomen door het hoger opgeleide Oegandese publiek. Naast de publicaties van deze twee mediagroepen, bestaan er tientallen andere kranten en radio- en televisiestations die eigendom zijn van private aandeelhouders.

‘Goedkope’ krant is te duur
Een krant kost in Oeganda gemiddeld 1200 Oegandese shillings, zo’n veertig eurocent. Ongeveer tien miljoen mensen, een derde van de bevolking, leeft echter van minder dan een euro per dag. Er zijn dus veel mensen die het zich niet kunnen veroorloven om een krant te kopen.

De televisie biedt ook weinig mogelijkheden wat betreft reikwijdte. Er zijn weliswaar tientallen werkende tv-kanalen, maar doordat een televisie relatief ook veel geld kost ligt het buiten het bereik van de meeste Oegandezen. Met name in de afgelegen gebieden ontvangen veel inwoners nieuws en informatie dus voornamelijk via de radio, omdat dit goedkoper is en de radio meer bereik heeft.

Geen goede kweekvijver
Uit een onderzoek van Lokaalmondiaal en een eigen onderzoek naar de kwaliteit van de Oegandese journalistiek, blijkt dat zowel studenten journalistiek als gevestigde journalisten van mening zijn dat het beperkte bereik van verschillende media niet de grootste uitdaging van de Oegandese journalistiek is. Een groter probleem zien zij in de kwaliteit van hun journalistiek.

Hoewel de meeste journalisten een universitaire opleiding hebben afgerond, zijn ze vaak niet klaargestoomd voor de praktijk. Journalistieke opleidingen zijn vaak te theoretisch. In plaats van de studenten te leren hoe ze een goed, inhoudelijk stuk moeten produceren, wordt het vak op theoretische wijze van een afstand geanalyseerd.

Bovendien maken opleidingen gebruik van gedateerde studieboeken met westerse theorieën over journalistiek. Hoewel dit leerzaam kan zijn, zijn veel van die theorieën over westerse journalistiek niet altijd even relevant voor het Oegandese medialandschap. Daarnaast richten de studieboeken zich enkel op het werken met traditionele media en wordt er vrijwel geen aandacht besteed aan digitale mogelijkheden.

De Oegandese journalistiek kent veel intelligente journalisten, maar die weten hun kennis vaak niet toe te passen in de praktijk. Ze hebben niet geleerd het verhaal achter het verhaal te doorgronden, waardoor de journalistiek meestal aan de oppervlakte blijft en niet zo kritisch is.

Overheidcensuur
Dat het gros van de journalisten niet heel kritisch is, kan niet volledig worden toegeschreven aan hun opleiding. Een bijkomend is de overheidscensuur op de traditionele media. Er is een hoop ontwikkeling te zien wat betreft de positie van Oeganda in de persvrijheidindex van Reporters without Borders. In 2009 bezette Oeganda de 86e positie. Vervolgens ging het neerwaarts, met 2011 als dieptepunt: plaats 139. Het afgelopen jaar is Oeganda weer 35 plaatsen gestegen, maar van een vrije pers is zeker geen sprake.

Met name journalisten die willen publiceren over politiek of homoseksualiteit lopen tegen problemen aan. Zo onderbrak de overheid in juni 2012 een bijeenkomst over homorechten. Paula Butagira, redacteur bij The New Vision, laat weten dat zij een verhaal wilde plaatsen over het incident, “maar omdat er wetten tegen relaties van hetzelfde geslacht zijn, konden we niet publiceren wat voor soort bijeenkomst het precies was. Dat werd gezien als het onverantwoord promoten van de mogelijke waarden van de bijeenkomst”. Doordat de overheid restricties heeft op het publiceren over homoseksualiteit, wordt het dominante idee dat homoseksualiteit fout is nauwelijks ter discussie gesteld door de Oegandese media.

Publiceren over de politiek is in principe minder problematisch, mits journalisten niet te diep graven in zaken die de regering liever niet met het grote publiek deelt. Grace Matsiko, politiek journaliste van The Monitor, vertelt dat ze meer te weten wilde komen over de betrokkenheid van Oeganda in het handhaven van de vrede in Somalië de afgelopen jaren: “De overheid is terughoudend in het verspreiden van dergelijke informatie. De meeste verhalen die ik daarover schrijf, zijn dus enkel gebaseerd op de informatie die de overheid mij wél wil geven, zonder dat ik de mogelijkheid heb om de informatie zelf te verifiëren. Hierdoor ontbreekt het mijn artikelen vaak aan een bepaalde diepgang om ze echt nieuwswaardig te maken.”

Mogelijkheden van nieuwe media
Het goede nieuws is dat de meeste journalisten zich bewust zijn van de zwakke plekken binnen hun journalistiek. Het slechte nieuws is dat verandering hierin niet altijd binnen hun macht ligt en het lang kan duren voordat er structureel iets verandert. Toch kunnen nieuwe technologische ontwikkelingen, zoals internet en nieuwe media nu al een bijdrage leveren aan verandering binnen de journalistiek.

Hoewel op dit moment maar ongeveer 13% van de bevolking toegang tot internet heeft, biedt het wereld wijde web mogelijkheden voor de journalistiek in Oeganda. Tot op heden is er nauwelijks overheidscontrole op het internet, dus veel journalisten kunnen vrijelijk hun visies (internationaal) tentoonspreiden via Twitter, blogs of andere kanalen. Bovendien helpt het internet, naar eigen zeggen, de Oegandese journalisten om meer en beter onderzoek te doen voor hun verhalen. De vraag is hoe snel het aantal internetgebruikers groeit en of de overheid dezelfde censuur gaat toepassen op het web.

Dit artikel verscheen eerder op De Nieuwe Reporter

Vergelijkbare berichten