De toekomst van het correspondentschap is jong en vrouwelijk
Dat een correspondent tegenwoordig eerder freelancer is dan niet, is een gegeven. Daar zijn veel kritische kanttekeningen bij te plaatsen. En dat doen we bij De Buitenlandredactie ook regelmatig. Zoals over de grote onzekerheden die het freelancen met zich meebrengt.
Toch biedt juist de onzekerheid van het freelancebestaan kansen voor een nieuwe generatie correspondenten. Vrouwelijke correspondenten. En daar profiteert iedereen van.
Niet meer wachten op je beurt
De onzekerheid van het moderne correspondentschap schrikt meer senior journalisten – met gezin, hypotheek – toch een beetje af om de stoute schoenen aan te trekken en naar het buitenland te verhuizen. Jammer voor hen, maar wel een kans voor ‘jonge/junior’ correspondenten om de bureaucratische kantoorpolitiek van grote mediaorganisaties te omzeilen.
Je hoeft niet meer ‘op je beurt te wachten’. Zoals die collega die al 15 jaar lang van deelredactie naar deelredactie verhuist om daarna eindelijk eens correspondent te mogen worden in land X. Die heeft na al die tijd weinig zin om uit dienst te treden en alle zekerheden (wat een luxe!) op te geven.
Merites belangrijker geworden
Senioriteit als voorwaarde voor een buitenlandse post is ingehaald door merites. Kijk naar Maral Noshad Sharifi. Deze talentvolle nieuwe Amerika-correspondent komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Ze werkte zes jaar keihard op de buitenlandredactie bij NRC Handelsblad, maar stapt nu meteen over naar een van de meest prestigieuze buitenlandposities van de Volkskrant. Een post die de afgelopen decennia altijd vervuld werd door een witte man; de senior verslaggever opgekomen vanuit de organisatie.
“De VS zijn zeker een plek waar het best wel duidelijk is dat de meerderheid van de correspondenten in het verleden mannen waren”, zegt Noshad Sharifi in ons interview. “Kijk maar naar de bekende gezichten – Charles Groenhuijsen, Max Westerman, Erik Mouthaan, Eelco Bosch van Rosenthal.”
The future is female
De aanstelling van Noshad Sharifi is weer een teken dat die tijd voorbij is: “Ik zie ook dat er steeds meer jonge vrouwen naar regio’s gaan waar dat in het verleden misschien vaker mannen waren”. AD-collega Karlijn van Houwelingen was eind twintig toen ze Amerika-correspondent werd. In het Verenigd Koninkrijk, weer zo’n prominente plek, volgt Fleur Launspach (31) Tim de Wit op als NOS-correspondent. En terecht, want ze is een goeie.
En kijk ook maar naar China, die andere even zo belangrijke post als de VS. Hier zijn momenteel bijna alle Nederlandse correspondenten vrouw en jong.
Deze trend is overigens niet plaatselijk, ook internationaal bevestigen anderstalige journalisten hetzelfde te zien. “We zien een afwijking van het oude system waar vroeger een senior mannelijke journalist naar China of elders werd doorgeschoven, zonder enige kennis van het land”, vertelt een vrouwelijke Engelstalige correspondent in China via email. “Op dit moment zien we meer jongere, vrouwelijke en niet-witte journalisten die rollen vervullen”.*
Een welkom nieuw evenwicht
Door de verzelfstandiging van het correspondentschap is senioriteit als eis losgelaten en speelt merites een veel grotere rol. Jonge talentvolle mensen krijgen meer ruimte en kansen om te laten zien dat ze het kunnen.
En misschien is het wel zo dat als merites belangrijker worden, vrouwen steeds vaker naar voren komen als geschikte kandidaat. Dat kan een correctie zijn van een lange tijd ongelijk en oneerlijk evenwicht.
Of misschien zijn vrouwen wel simpelweg beter en werken ze gewoon harder. Hoe dan ook, deze beweging is een aanwinst voor de journalistiek en de nieuwsconsument, die meer perspectieven verdient dan enkel die van de oude, witte mannelijke correspondent.