‘Booming Brazil concurreert met de oorlog in Syrië’
‘Neem de motortaxi aan het begin van de wijk, neem de derde straat en je staat hier zo voor de deur’. Met deze aanwijzingen op zak zocht ik correspondent Nina Jurna (45) thuis op in Rio de Janeiro. Thuis is voor haar inmiddels de wijk Vidigal; een hoog gelegen, levendige buurt met uitzicht op het strand van Ipanema en de zee.
“Voordat ik in 2011 naar Brazilië verhuisde, was ik al verliefd op het land,” vertelt Nina vanaf haar terras. Tijdens haar werk als Suriname-correspondent voor onder andere RTL Nieuws, maakte ze al uitstapjes naar Brazilië. Toen de journalistieke interesse in Suriname na tien jaar op raakte, was de keuze voor ‘booming’ Brazil snel gemaakt. “Ik koos toen bewust voor Rio de Janeiro als standplaats. Voor de cultuur, de mensen, de diversiteit en de manier van leven van de Cariocas. Het gaat me er zeker niet alleen om of er journalistiek iets te halen is; ik moet een passie voor het land voelen.”
Plan B
Veel tijd om te wennen aan de Braziliaanse manier van werken had ze niet nodig: er zijn veel overeenkomsten met Suriname. Toch gaat een aantal dingen heel anders. “Brazilianen communiceren niet per email. Je moet met ze bellen of naar ze toe, ze willen je in de ogen kunnen kijken.” En misschien wel het grootste verschil volgens Jurna: je kunt er niet altijd van op aan dat iets in orde komt. “Het is een soort eergevoel denk ik, maar Brazilianen zullen nooit aangeven dat iets niet gaat lukken. Je moet daarom altijd een plan B hebben. Ik trap er naar drie jaar soms nog steeds in, iemand die zegt: ‘het is geregeld’, terwijl een verhaal daarna bijna de mist in gaat. Dat is echt anders werken.”
[pullquote align=”right”]Ik trap er naar drie jaar soms nog steeds in, iemand die zegt: ‘het is geregeld’[/pullquote]
Nu freelancet Nina voor onder andere NTR, EenVandaag en Het Parool. Sinds ze in Brazilië is, doet ze niet alleen maar nieuwsverslaggeving, maar maakt ze juist meer achtergrondreportages en tv-producties. Ook is ze bezig met het schrijven van haar derde boek.
Aanleiding zoeken
Nina is al zo’n vijftien jaar weg uit Nederland en heeft de buitenlandjournalistiek in die tijd zien veranderen. “Vóór 2000 gebeurde er in Nederland niet veel, dus er was meer ruimte voor buitenlandse onderwerpen. Nu is Nederland vooral erg met zichzelf bezig. Aandacht voor het buitenland beperkt zich tot Europa en het Midden-Oosten, dat is het wel zo’n beetje.” Dat maakt het lastiger om verhalen uit Brazilië te verkopen. “Je moet concurreren met de oorlog in Syrië. Brazilië is geen brandhaard en als het hier goed gaat, is het journalistiek minder interessant.”
[pullquote align=”right”]”Je moet concurreren met de oorlog in Syrië. Brazilië is geen brandhaard en als het hier goed gaat, is het journalistiek minder interessant”[/pullquote]
Een duidelijke aanleiding voor een verhaal is veel belangrijker geworden. De Wereldkampioenschappen, verkiezingen of voorbereidingen voor de Olympische Spelen van 2016; die verhalen verkopen wel. “Tijdens de WK heb ik me kapot gewerkt, maar ik zie nu al dat 2015 voor Brazilië een lastig jaar gaat worden. Er is dan net een nieuwe president en de Spelen zijn pas een jaar later. Je kan een keer iets over de stand van zaken doen, maar er zijn verder geen grote evenementen.”
In zo’n jaar als het komende richt Nina zich weer op Suriname, waar dan verkiezingen plaatsvinden. Daar zijn er ook andere, meer tijdloze verhalen te maken. “Er is met Suriname toch meer een band met Nederland. Dat scheelt, media zijn eerder geïnteresseerd.”
Clichés
Door de jaren heen heeft ook het publiek een veel centralere rol gekregen in de nieuwsselectie. “Redacties stellen de vraag: ‘Waarom vindt de gemiddelde Nederlander dit interessant?’ Hoewel ik zelf nooit op zo’n manier tv kijk of een artikel lees, moet ik die afweging wel maken in mijn werk. Het moet direct behapbaar zijn en mensen moeten meteen een emotie voelen bij het verhaal. Dat is moeilijk. Het heeft de buitenlandjournalistiek echt veranderd.”
Om te weten wat de kijkers en lezers interessant vinden, volgt Nina dagelijks de Nederlandse actualiteiten. “Brazilië is echt ver weg voor de meeste Nederlanders. Je komt om je verhaal te kunnen verkopen toch vaak bij cliché-onderwerpen als voetbal of carnaval uit. Maar de kunst is binnen zo’n thema te zoeken naar een verhaal wat afwijkt en daarmee net een ander beeld van het land te laten zien. Als journalist ga je dan even mee in het cliché, maar je laat ze vervolgens zien hoe het echt in elkaar steekt.”
[pullquote align=”right”]Als journalist ga je dan even mee in het cliché, maar je laat ze vervolgens zien hoe het echt in elkaar steekt[/pullquote]
Dat levert verhalen op over een hippe club midden in één van Rio’s favelas, een carnavalsoptocht speciaal voor honden of een kaaszaak in Suriname. Die verhalen willen redacties ook hebben: het zijn de bekende thema’s, maar met een insteek die je niet verwacht. “Je kunt er veel mee vertellen over een land en stereotyperingen bijstellen. Dat hondencarnaval bijvoorbeeld, daarmee kan je de decadentie van de rijke inwoners van Rio laten zien.”
Loslaten
Nina wil zich minder op alleen de journalistiek gaan richten en meer op het schrijven van boeken en scenario’s. “Ik zoek naar een andere vorm waarin ik mijn verhalen kan vertellen. Dat is ook wel normaal na vijftien jaar, denk ik. Verhalen vertellen zonder rekening te hoeven houden met een programma, een publiek of met het feit dat een land misschien ver van het bed van veel mensen staat, daar wil ik naar toe. Uiteindelijk ga ik de journalistiek meer loslaten.”
Brazilië en de regio er omheen blijven voor Nina interessant. “Zuid-Amerika is waar mijn hart ligt. En dat zou ik ook beginnende buitenlandjournalisten aanraden: kies een land waar je een goed gevoel bij hebt. Zorg daarnaast voor een opdrachtgever, de journalistieke drive en de bereidheid om er echt voor te gaan. Je moet tegen het onregelmatige leven kunnen, want het buitenland, dat is alleen maar avontuur.”
Deze productie is gemaakt in het kader van het journalistieke trainingsprogramma van Lokaalmondiaal: Beyond Your World.