Een Afrika-correspondent is vaak alleen

Hoe begon je als correspondent in Afrika?

“Ik wilde naar Afrika en ik ging. Er is destijds nooit een uitgebreide sollicitatieprocedure geweest bij RTL Nieuws voor de positie van Afrika correspondent. Toen ze op zoek gingen naar mijn vervanger was dat anders: daar ging een behoorlijk sollicitatieproces aan vooraf. Ik werd freelancer en RTL Nieuws had eigenlijk niets te verliezen. In Afrika had ik geen contacten. Je begint bij nul en na een jaar ken je tientallen mensen. Je netwerk bestaat uit fixers, vertalers en desnoods klop je aan bij hulporganisaties. De laatste heb ik zelf overigens nooit benaderd, omdat ik vrijheid wilde houden om te bepalen waar ik naartoe ging. Als correspondent zit je daar niet voor scoops en je bouwt daarom een ander soort netwerk op. Veel lokale journalisten in Afrika gebruiken LinkedIn en zo kon ik ze benaderen als ik wilde weten wat er speelde. Twitter en LinkedIn waren belangrijke informatiebronnen voor mij.”

Je ging van vaste redacteur op de economieredactie van RTL Nieuws naar freelance correspondent in Afrika. Een behoorlijke omschakeling.

“In 2008 deed ik verslag van de bankencrisis en op een gegeven moment zat ik ieder weekend in Brussel vanwege de ondergang van Fortis. Dat was keihard werken. Ik heb geen pauze ingelast voordat ik naar Afrika vertrok. Opeens zat ik daar achter een bureau. Het kostte enkele maanden om te wennen aan het werkritme dat bij een correspondentschap hoort. Het werkend leven van een correspondent was anders dan wat ik gewend was.”

Wat werd jouw werkritme?

“Er waren meestal twee rustige weken. Daarin ging ik op zoek naar verhalen, regelde ik visa voor landen en schreef ik voorstellen. Daarna werd het twee weken druk. Als je voor de televisie werkt, moet je veel reizen. Als schrijvend journalist kun je nog weleens wat onderzoek achter je bureau doen.”

Afrika is het grootste continent ter wereld. Hoe versla je dat?

” Enerzijds is het makkelijk want je maakt reportages in een heel uitgestrekt gebied. Anderzijds moet je wel erg selectief zijn. In Nederland is niet zoveel aandacht voor Afrika. Je wilt geen nee horen op voorstellen die je naar de redactie stuurt. Je moet dus de afweging maken of jouw verhaal interessant is voor de Nederlandse tv-kijker.”

Heeft RTL Nieuws jou ooit een ‘nee’ gegeven?

“Ik heb veel vrijheid gekregen; mijn voorstellen werden nooit afgewezen. Bij RTL Nieuws is veel aandacht voor buitenlands nieuws en ook voor Afrika. Dat moet ik ze nageven.”

Risico’s
In februari maakte Arthur de Leeuw een reportage in de hoofdstad Bangui van de Centraal Afrikaanse Republiek. Tijdens het filmen beginnen plotselinge beschietingen. Vlak daarna wordt hij meegenomen naar een straat waar een neergeschoten jongen ligt. De Leeuw besluit om de jongen in zijn auto naar het ziekenhuis te vervoeren. De volgende dag informeert hij bij het ziekenhuis: de jongen is overgebracht naar een ander hospitaal, maar daar is hij nooit aangekomen. “Verdwenen in de chaos van dit totaal ontspoorde land” zijn de woorden waarmee De Leeuw zijn reportage afsluit.

Je bent journalist in Afrika, je weet dat het werk dit soort risico’s kent, maar wat voor impact laat het op jouw persoonlijk achter. Hoe kom je ’s avonds thuis na zo’n reportage?

“Alleen. Dat is ook een van de redenen waarom ik ben gestopt. Ik filmde zelf en had geen cameraman mee. Na een werkdag zat ik alleen in een hotel. Met een vaste cameraman had ik het langer volgehouden. Er bestaat een romantisch beeld van het correspondentschap, maar het werk heeft een keerzijde. Het is niet voor iedereen weggelegd. Er zijn eigenschappen waarover je moet beschikken: flexibiliteit, situaties kunnen inschatten en je moet niet bang zijn. Als je gaat filmen, moet je ook een goed verhaal in elkaar kunnen draaien. De technische dingen kun je leren, maar je moet er wel enig gevoel voor hebben.”

In hoeverre was je voorbereid op onveilige situaties waar je als correspondent in Afrika mee te maken kreeg?

“Ik had wat ervaring. Ik was in Tsjaad en Afghanistan geweest voor BNR Nieuwsradio. Toen ik correspondent was, kreeg ik na twee jaar van RTL Nieuws een veiligheidstraining in Duitsland met andere journalisten.”

Waren er verhalen die jij te riskant vond om te maken?

“Ja. Tijdens een dreigende hongersnood in Niger waren er in het gebied verschillende ontvoeringen geweest. Ik kon niet inschatten hoe groot het risico was en besloot om niet te gaan. Sommige situaties zijn gewoonweg niet te voorspellen. In Ivoorkunst had ik een verkeerde inschatting gemaakt. Ik wilde de dreiging in een stad vastleggen op camera en filmde bij een checkpoint filmen waar een jeugdmilitie de wacht hield. Opeens sloeg de sfeer op die plek om en de militanten begonnen te dreigen. Mijn fixer werd doodsbang en daardoor was ik ook niet op mijn gemak. We werden uiteindelijk zes uur lang vastgehouden. Daarna werden we in een auto naar een buitenwijk gereden waar we ons geld moesten afgeven. Ik ben na dit voorval redelijk snel vertrokken uit Ivoorkust. “

Wat zijn in jouw ogen de beste reportages die jij hebt gemaakt?

“Over alle reportages in de Centraal Afrikaanse Republiek ben ik tevreden. Ik zat daar van december tot februari. In december overleed Mandela, waardoor ik de enige journalist in dat gebied was. Ik kon niet weg, want er gingen geen vluchten. Ik was blij want – het klinkt idealistisch – ik had het gevoel dat ik een verhaal maakte dat belangrijk was om te vertellen. Dan heb je als journalist toegevoegde waarde. Als Afrika-correspondent maakte ik mijn reportages zelf vanaf het begin tot het einde: het verhaal bedacht ik, ik produceerde en schoot de beelden. Dat was de kick voor mij. Bij binnenlandse reportages is dat toch minder. Je bent beperkt en moet vaak gebruikmaken van archiefwerk. Ik heb het wel gedaan, maar er zat weinig uitdaging in voor mij. Ik wil graag in de journalistiek blijven werken, maar de mogelijkheid moet zich aandienen. Het zit aardig vol en er zijn nu nog geen opties geweest waar ik in wil stappen. Ik wil wel een paar jaar in Nederland blijven. Kijken of we hier weer iets kunnen opbouwen.”

Wanneer besloot je te stoppen?

“Ik had het al een jaar geleden kenbaar gemaakt bij RTL Nieuws. Informeel. Op een gegeven moment hebben mijn vrouw en ik besloten om een datum te prikken waarop we terug gingen. Het was een risico om naar Afrika te gaan, maar terugkeren na zo’n lange tijd was dat ook. We hadden ons daar gevestigd en mijn vrouw had ook een goede baan. Toch vroeg ik mijzelf af of ik dit werk wilde doen tot aan mijn pensioen. Ik wilde niet constant alleen zijn. Ik heb nu nog wel momenten dat ik terug wil naar Kenia. Dat is volgens mij logisch: als iets vertrouwd is dan wil je het blijven doen. De opwinding mis ik. Als ik vroeger drie weken in Nederland was dan begon het al te kriebelen. Maar je moet niet terug willen naar iets wat je al eens hebt gedaan.”

Afrika werd altijd gezien als ‘dark continent’, maar inmiddels wordt de grote economische groei en opkomende Afrikaanse middenklasse ook vaak belicht. Hoe kijk jij aan tegen die optimistische blik?

“Het is niet mijn taak om een positief beeld van Afrika te tonen in mijn reportages. Als correspondent kijk je naar de belangrijkste ontwikkelingen in landen. Daar maakte ik verhalen over. Ik zet bovendien kanttekeningen bij dat optimisme. Is die opkomende middenklasse werkelijk zo groot als de Wereldbank, investeringsmaatschappijen en de VN beweren? Volgens mij niet. Mijn nanny in Nairobi behoorde tot de middenklasse, maar woonde in een arme sloppenbuurt. Hun definitie slaat nergens op: volgens de Wereldbank behoren mensen tot de middenklasse als ze zeven dollar per dag verdienen. Maar daar kom je in Nairobi niet van rond. Het is lastig om het goed in beeld te brengen; je moet het grondig aanpakken, omdat je eigenlijk wil bewijzen dat de Wereldbank ernaast zit met hun definitie van ‘middenklasse’. Het is een onderwerp dat zich leent voor een langere reportage of verhaal.”

Vergelijkbare berichten