Almar Latour (WSJ): ‘Niet platform, maar journalistiek als uitgangspunt’

Niets in de stem van Almar Latour doet vermoeden dat hij is opgegroeid in het Limburgse Welten. Met een lichte Amerikaanse tongval staat hij me vriendelijk te woord. Hij zit al een groot deel van zijn leven in het zakendistrict van New York, en dat is pas echt goed te merken zodra het gesprek over journalistiek gaat; op dat moment is hij genoodzaakt om te schakelen naar het zakelijk Engels dat hij hier al jaren spreekt.

Almar Latour’s volledige functie luidt: Executive Editor voor Dow Jones, The Wall Street Journal en MarketWatch. Hij is daarmee verantwoordelijk voor de wereldwijde redactiestrategie van het concern. Via Londen, Stockholm en Brussel kwam Latour in New York. Tussen 2007 en 2009 realiseerde hij als managing editor voor de online editie een bezoekersgroei van 170%. Na een hoofdredacteurschap in Azië is hij nu dus weer terug in New York, waar hij zich bezighoudt met het creëren van de moderne krant.

Wat is volgens u het grootste wapenfeit van 125 jaar Wall Street Journal?

Het grootste wapenfeit is denk ik dat The Journal geworden is tot wat er nu staat: een ’24/7 newspaper’ die mensen wereldwijd van betrouwbare informatie en nieuws voorziet. Onze lezer aan informatie helpen is ons leidmotief, journalistiek is voor ons een way of life. De toewijding om een verhaal naar buiten te brengen zit er bij iedereen heel diep in. Een bijzonder moment waaruit dit bleek was toen we op de avond van 9/11 een krant hebben weten te brengen, terwijl ons kantoor tussen de instortende torens van het World Trade Center lag en onbereikbaar was geworden. Hiervoor hebben we uiteindelijk een Pullitzerprijs gekregen

Hoe is geprobeerd de inhoudelijke kwaliteit van de krant te laten terugkomen op de online editie?

Almar Latour in 2006 (Bron: Flickr/Jan Sandred)
Almar Latour in 2006 (Bron: Flickr/Jan Sandred)

De journalistieke kwaliteit is het allerbelangrijkste voor ons. De vraag van onze lezers verandert online, en dat stelt nieuwe eisen aan de manier waarop we journalistiek bedrijven. Het moest sneller en meer visueel. We hebben veel open discussies gehouden zodat we tot een goede missie konden komen, en onze newsroom is hierin getraind. Dow Jones en The Wall Street Journal zijn daarna gefuseerd. Er is één newsroom gecreëerd voor het belangrijkste nieuws. Daarbij hebben we wereldwijd redacties opgezet die op hun beurt veel drempels om verslag te doen omlaag haalden.

Hoe heeft u ervoor gezorgd dat de online editie van de WSJ herkenbaar bleef voor de ‘papieren’ lezers?

Dat zijn vragen die nog steeds een belangrijke rol spelen. Want hoe behoud je de identiteit van zo’n nationaal – of zelfs globaal – instituut als je op een ander medium actief wordt? We hebben bij de overstap naar online natuurlijk gelet op visuele aspecten zoals de layout van de pagina’s en het lettertype. Zo creëer je wel een sfeer waarin je product herkenbaar blijft, maar daarmee ben je er nog niet. Je moet trouw blijven aan je medium, en wij zijn een krant. Destijds zei ik altijd: ‘we can’t be a print paper on a monitor’. Dat was toen zo, en is misschien tegenwoordig nog meer het geval. Ook toen we de de Wall Street Journal integreerden met nieuwsdiensten van Dow Jones was dit een uitdaging. Door de features van The Journal en de financiële informatie van Dow Jones goed te combineren, is dit een succes geworden.

Welke rol heeft de papieren Wall Street Journal in de toekomst?

We moeten goed luisteren naar hoe onze lezers ons willen lezen. Hier komt natuurlijk veel internet bij kijken, want vandaag de dag lijkt iedereen zijn of haar nieuws via smartphones te consumeren. Maar een serieus aantal mensen leest nog steeds de papieren krant, dus ik zie daar op korte termijn nog geen einde aan komen. Zolang er vraag naar is, zullen wij in die behoefte voorzien. En zolang we via meerdere media beschikbaar zijn, moeten we daar de beste ervaring geven – we kunnen onze standaard niet laten vallen.

Is de WSJ ook bezig met nieuw aanbod aan de consument, of wordt de vraag van de lezer alleen gevolgd?

Wat ik bedoel te zeggen, is dat er nog steeds een grote vraag naar de papieren krant is. Wij willen ze de beste ervaring bieden. Het grote gevaar van deze discussie over platforms is trouwens dat niet langer het voornaamste deel van onze aandacht naar de journalistiek gaat. De kwaliteit van onze verhalen is het allerbelangrijkst, en daar moeten de meeste middelen heengaan. We moeten dus niet het platform, maar de journalistiek als uitgangspunt nemen.

Wat kunnen we in de nabije toekomst aan journalistieke innovatie van The Wall Street Journal verwachten?

We zijn altijd aan het vernieuwen, altijd bezig met de laatste technieken. Voor ons ligt de toekomst bij het nog verder inzetten van data science. Zo weten we straks beter waar onze lezers in geïnteresseerd zijn, en kunnen we onze verslaggeving verrijken. Daar moeten we ons met volle aandacht op gaan richten. Daarnaast halen we zo veel mogelijk uit onze ‘global presence’. Het is niet te onderschatten hoe veel je een verhaal kunt veranderen, verbreden en verdiepen als je er reporters van over de hele wereld op zet. Dat is voor ons een punt waarop we ons willen onderscheiden van andere globale spelers.

Vergelijkbare berichten