Verslaggevers blikken terug op Irak
Volgens de Verenigde Naties zijn in minder dan drie weken tijd meer dan duizend mensen gedood in Irak, maar ligt het werkelijke aantal vermoedelijk nog hoger. De overgrote meerderheid van de slachtoffers was burger. Amerikaanse militairen en adviseurs zijn vandaag aangekomen om het leger ter plekke te trainen en het land te helpen om de Islamitische Staat in Irak en al-Sham (ISIS) te bestrijden.
Het van al-Qaeda afgesplitste terreurnetwerk heeft meerdere Iraakse steden in handen en is verantwoordelijk voor het leeuwendeel van de aanvallen in het land. Amerika riep de Iraakse premier Nouri al-Maliki, die onlangs met zijn partij de parlementsverkiezingen won, op om een regering van nationale eenheid te vormen, maar hij weigert naast sjiieten ook andere bevolkingsgroepen toe te laten. Hierdoor is het niet mogelijk een sterke eenheid te vormen tegen het soennitische ISIS.
Onder Saddam Hussein bekleedden juist soennieten decennialang de belangrijkste posities binnen de Iraakse regering. De spanningen tussen soennitische en sjiitische militanten zijn de laatste tijd opnieuw hoog opgelopen. Amerikaanse verslaggevers blikken terug naar het conflict van acht jaar geleden in deze blog van The New York Times en kijken angstig vooruit.