De journalist als doelwit: Camille Lepage
De Franse president Hollande maakte afgelopen dinsdag het tragische nieuws bekend dat militairen het levenloze lichaam van fotojournaliste Camille Lepage (26) hadden gevonden in de Centraal-Afrikaanse Republiek. In haar laatste tweet vermeldde Lepage dat ze meeging met een christelijke militie die een aanval voorbereidde op moslimstrijders. Camille Lepage was al maanden in het land en stond te boek als groot talent; haar foto’s verschenen onder meer in The New York Times, The Washington Post, Le Monde en Libération.
Gezichten in plaats van getallen
Oud-klasgenoot Bart de Bruijn herinnert zich Lepage’s idealisme en gedrevenheid. Hij zat in 2011 bij haar in de klas tijdens een internationaal semester in Aarhus, Denemarken. “Camille was nergens bang voor. Ze was altijd enorm fel in discussies en gaf niet snel op. Ze stapte overal op af en wilde maar niet begrijpen dat anderen niet alles overhadden voor dat éne verhaal.”
Na haar studietijd in Denemarken nam Lepage de beslissing om zich in Zuid-Soedan te vestigen, wat zich na een referendum in 2011 had losgemaakt van de Soedanese hoofdstad Khartoem. “Ze zei de risico’s te kennen, en vond die het waard om het verhaal van de mensen daar te vertellen. Haar doel was om mensen een gezicht te geven die anders de krant nooit halen, of daar slechts als getallen in een nieuwsbericht terugkomen,” vertelt De Bruijn.
Maar al heb je het nog zo goed voor met de lokale bevolking, in een oorlog loop je als buitenlandse journalist altijd gevaar. Dit weet Jesper Strudsholm als geen ander. Hij versloeg meerdere conflicten als voormalig Afrikacorrespondent voor de Deense kwaliteitskrant Politiken, en gaf les in risicoverslaggeving op de Deense Hogeschool voor Media en Journalistiek – de school waar Camille Lepage destijds colleges volgde. Na 15 jaar Afrika-verslaggeving werkt hij nu voor de NGO International Media Support. Zijn visie is helder: “Journalisten zijn onderdeel geworden van het conflict.”
Alles komt terug
“Waar tijdens de Vietnam-oorlog de berichtgeving vooral buiten het slagveld werd gevolgd, komt vandaag via Internet en satelliet alles rechtstreeks terug de conflictzone in. Het vergroot de mogelijkheid dat je als oorlogverslaggever iemand tegen het lijf loopt die precies weet wat jij of je collega’s hebben gepubliceerd, en je daarom iets willen aandoen.” Of dit in het geval van Camille Lepage ook meespeelde is volgens Strudsholm niet te zeggen. “Het enige wat we weten was dat de Fransen het als een ‘assassination’ omschreven. Een ander recent voorbeeld is de dood van de Duitse fotojournalist Anja Niedringhaus in Afghanistan.”
Ondanks het gevaar is Strudsholm van mening dat journalisten moeten blijven berichten uit conflictgebieden. “Ik ben doodsbang en opgelucht tegelijk. Verslag doen van vergeten conflicten is in deze tijd van censuur en spindoctors zó belangrijk geworden. Ik denk dat journalisten als Lepage ons iets essentieels vertellen: er leven mensen rondom die conflicten, en de overgrote meerderheid probeert iets op te bouwen in plaats van het stuk te schieten.”
Eerbetoon
Haar zaak was nobel, maar het kon Camille Lepage niet redden van de gruwelen van de burgeroorlog in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Het Amerikaanse weekblad New Yorker plaatste als eerbetoon een overzicht van Lepage’s beste foto’s.