Shanghai. Foto Stéphanie Versteeg
|

De curieuze zoektocht naar een assistent in China

De bravoure dat ik de Chinese taal wel even ga leren is tot een minimum gedaald na twee lessen van de via internet opgescharrelde privéleraar Jack -motto op zakenkaartje: ‘A man without ceremony & with strategy’.

Koud in Shanghai vond ik Jack online en hij stelde voor om les te geven in een koffieshop in dezelfde gelikte toren waar ook zakenbank JPMorgen Chase kantoor houdt. Na twee lessen houd ik het met Jack voor gezien omdat zijn lesmethodiek is gebaseerd op powerpoints die hij lijkt te hebben afgekeken van de roemruchte slide van het Amerikaanse leger over de strategie in Afghanistan.

De ingewikkelde slides van Jack:

Veel leerde ik dus niet van Jack, eigenlijk alleen het besef dat ik onmiddellijk een Chinese assistent nodig had om te helpen bij vertalen en researchen. Probleem: als freelancer mag die me niet te veel kosten. Oplossing van mijn voorganger Remko Tanis: een student die aan cv building wil doen. Helaas was zijn assistent Junbo op het moment van mijn arriveren net afgestudeerd.

Junbo was wel zeer behulpzaam en gaf me iets bijzonders: mijn Chinese naam 段凯墨 (duan kai mo). Zonder Chinese naam geen perskaart, zonder perskaart geen werk. Via vage websites had ik aanvankelijk voor een andere variant gekozen die meer als Camil Driessen klonk. Goddank was Junbo zo ‘onbeleefd’ en dus on-Chinees om er op te wijzen dat het klonk als een rare meisjesnaam.

Sollicitatiegesprekken in de koffieshop
Junbo was ook zo vriendelijk om een advertentie op te hangen op de universiteit dat een Nederlandse journalist op zoek was naar een nieuwsassistent. Twaalf meisjes en twee jongens reageerden en stuurden hun CV.

Uiteindelijk nodigde ik de drie meest aansprekende – allen vrouw- uit op gesprek. Als selectiecriteria liet ik ervaring met journalistiek (bijvoorbeeld voor het locale sufferdje de Chutian Golden Daily), het niveau van Engels en werkervaring met buitenlanders het zwaarst wegen. Sollicitatiegesprekken maar weer in die koffieshop tussen de Chinese bankiers die hun dagelijkse latte komen halen.

Een andere omschrijving van censuur
Mijn vrees dat Chinezen nogal van het cv opkloppen zijn, wordt snel bevestigd als een meisje in schooluniform en met jeugdpuistjes zich zenuwachtig voorstelt: Wang (Engelse naam Alice). Op haar cv had Alice liefst 18 ‘awards’ staan: van ‘excellent graduate of college news agency’ tot de eerste prijs bij een debatwedstrijd.

Gefeliciteerd, maar op geen enkele manier is enige assertiviteit of onafhankelijk denken te ontdekken. “Onze professor zegt dat Chinese media en westerse media anders zijn. Jullie benaderen alles negatief, wij berichten juist over wat goed gaat.” Tja, zo kun je censuur ook omschrijven. Het ergste is misschien nog wel het hoesje van haar smartphone: een roze muis met gigantische oren die centimeters uitsteken.

Belabberd Engels op het cv
Gelukkig is de andere kandidate geen onvolwassen studente, maar een echte potige dame. Deze Li vertelt een prachtig verhaal over hoe ze voor haar universiteitskrant ontdekte dat de universiteit illegaal grond verhuurde, hoe alle exemplaren vervolgens in beslag werden genomen en hoe ze vervolgens (zonder resultaat) ging protesteren. Li toont durf en ze ziet eruit als iemand waarmee je vol vertrouwen een woedende menigte in durft te lopen. Onder het kopje awards op haar cv staat onder meer ‘Winner Aerobics Competition’.

Enige minpunt: Li heeft een vriendin meegenomen die voor haar vertaalt. Ondanks de claim op haar cv is haar Engels namelijk nogal belabberd. Dat van die vriendin is overigens ook niet best. Ze werkt voor een sportwebsite en vertelt trots dat ze vooral over “snorkel” schrijft: “een hele belangrijke sport in China”.

‘Vet’, denk ik. Dat is een geniaal verhaal omdat we daar in het westen nog nooit iets over hebben gehoord. Enthousiast vraag ik haar nummer. Een paar uur later sms’t ze enkele links door naar websites. “Sorry. Niet snorkel, maar snooker bedoelde ik.”

Wennen en flink bijsturen
Mijn assistente wordt uiteindelijk Wenyi die ik als eerste op de dag sprak. We spreken dat ik 7,50 euro per uur betaal als het uit mijn eigen zak komt en tien euro per uur voor werk dat mijn opdrachtgevers vergoeden. Wenyi studeerde Engels en volgt nu een master vertalen. Ze komt zelf met verhaalideeën, spreekt goed Engels, is kritisch en gelooft niet alle jubelberichten in de staatsmedia. Ze is zeker niet slecht. Al blijft het ook na een paar maanden nog flink bijsturen.

“Iedereen hangt op en niemand wil meewerken”, mailde ze me een tijdje geleden toen ik haar opdracht had gegeven om een hoogleraar te zoeken. Ze bleek letterlijk de insteek voor een kritisch verhaal over de Chinese president Xi Jinping te vertellen aan de hoogleraren nog voor er een vraag gesteld was. Niet zo raar dus dat zes professoren van verschillende staatsuniversiteiten niet wilden meewerken.

Camil Driessen is correspondent in China, vanuit zijn standplaats Shanghai blogt hij over het werken in het Verre Oosten.

Vergelijkbare berichten