‘Ik voel me soms meer soldaat dan journalist’
Er zijn twee belangrijke lessen die Step Vaessen (1965) van Indonesië geleerd heeft. Altijd sambal eten. En, belangrijker nog: open staan voor andere mensen. Vaessen is nu al zeventien jaar correspondent in Indonesië. Eerst voor de NOS, inmiddels voor Al Jazeera.
Voor de Engelstalige zender maakte ze vorig jaar een documentaire over de moord op vriend en collega Sander Thoenes. De Financial Times-correspondent wordt in 1999 op Oost-Timor neergeschoten door bataljon 745 van het Indonesische leger.
Bekijk hier de docu Trail of Murder: Indonesia’s bloody retreat
In Trail of Murder: Indonesia’s bloody retreat vertelt Vaessen over die gewelddadige dagen na het referendum, hoe het haar en haar werk ingrijpend beïnvloedde. Haar echtgenoot, en soms ook cameraman, raakte in een depressie en pleegde enkele jaren geleden zelfmoord.
Je bent heel open over je eigen leven.
Dat is hoe ik ben. Ik wil andere mensen iets voor houden. Kijk, dit is hoe het bij mij gaat, misschien heb je er iets aan. Dat wil ik delen, andere mensen moeten het ook weten.
Al vraag ik met mezelf ook af: waarom doe ik dat steeds? Want het is helemaal niet makkelijk. Tijdens het filmen van de documentaire op Oost-Timor heb ik het een vriendin in grote wanhoop gevraagd. Zij zei: het is waarschijnlijk jouw manier om het te verwerken. En misschien is dat zo. Dingen delen, dat is een manier die ik ken. Dat doe ik natuurlijk elke dag op het nieuws; ik deel informatie met een publiek. Kennelijk deel ik ook mijn verdriet op die manier. Zodat ik het niet alleen hoef te dragen.”
Vaessen lacht. “Misschien doe ik zelfs over mijn eigen leven verslag. Ik weet het niet.”
Waarom was nu het moment om deze documentaire te maken?
Daar is niet echt een speciale reden voor. Ik wilde dit verhaal altijd graag nog een keer maken, maar het had lang de tijd nodig. Mijn doel was om het voor de jonge Indonesische generatie vast te leggen. Dat ze een document hebben, dat ze weten wat er rond het onafhankelijkheidsreferendum in Oost-Timor is gebeurd.
De meesten weten dat niet eens. Al was de beste uitkomst van deze documentaire was misschien wel dat een Indonesische militair toegaf dat de gebeurtenissen hem in zijn dromen achtervolgden, dat het een zwarte periode uit zijn leven was.
Was dat bijzonder?
Het was voor het eerst dat ik een hoog geplaatste militair dat soort dingen hoorde zeggen. Tot nu toe heeft het Indonesische leger de hele geschiedenis – veertig jaar aan mensenrechtenschendingen – verzwegen. Het ontkent dat het überhaupt gebeurd is.
Dacht je niet, na de moord op Sander Thoenes, ik stop ermee, met het correspondentschap?
Nee, juist niet. Ik dacht: nu is het nog belangrijker dat ik hier ben. Dat ik er niet alleen achter kom wie dit gedaan heeft maar dat ik ook toezie, als een opzichter bijna, wat er allemaal nog meer gaat gebeuren.
Is dat nog steeds wat je motiveert?
Ik vind het gewoon de leukste baan van de wereld, nog steeds. Ook al zijn de dingen soms naar, zoals laatst met de tyfoon op de Filipijnen. Ik voel me soms meer soldaat dan journalist. Want ik trek constant ten strijde, waar dan ook.
Je moet een dikke huid hebben voor dit werk.
Ik word er steeds beter in hele harde dingen aan te kunnen. Dat is ook wel een beetje griezelig. Al laten zulke gebeurtenissen me nooit koud. En als het me koud laat, dan klopt er iets niet. Elk verhaal laat ik altijd doordringen tot aan mijn botten. Élk verhaal. Ik stel me helemaal open, ik zuig het helemaal naar binnen, dat is de enige manier waarop ik kan werken. Ik kan helemaal geen afstand houden. Dat deed ik ook weer in de Filipijnen. Dan wil ik het helemaal voelen zoals de mensen het daar voelen en dat proberen over te brengen in mijn beeldverhaal.
Kan je dan goed een knop omzetten, eenmaal thuis?
Ja. Met humor. Ik houd heel erg van lachen en gekke dingen doen. Met mijn producer Utet heb ik de grootste lol – al zitten we in de meest barre omstandigheden, en weten we niet hoe het afloopt. Ik doe mijn werk professioneel, daarna ga ik helemaal los. Ik kan het laten waar het hoort.
Al kwam het in deze documentaire allemaal samen.
Maanden ben ik daarvan wel een beetje van uit mijn doen geweest. Dat is, en dat heb ik pas later bedacht, omdat ik er als mens op ben afgestapt. Dat is anders. Als journalist ben je bijna een acteur, je speelt een rol, interviewt mensen. Nu ging ik als persoon.
Wat heb je geleerd van Indonesië?
Hier in Indonesië heb ik geleerd je open te stellen voor anderen. Als er iemand ziek is, of overleden, komt iedereen naar je huis. Ze gaan zitten en kletsen over van alles en nog wat. Ze zijn er gewoon. In het begin verzette ik me daartegen. Maar ik heb geleerd het te accepteren en heb er veel steun aan ondervonden. Het geeft zo’n warmte.
Deze productie voor De Buitenlandredactie werd gemaakt in het kader van het journalistieke trainingsprogramma van Beyond Your World.