‘Freelancers, werk niet gratis voor media met geld!’
Het is een dilemma dat veel jonge journalisten tegenkomen in hun gang richting de arbeidsmarkt: er doet zich een schaarse mogelijkheid voor om als freelancer een stuk te verkopen, maar het medium in kwestie geeft aan er niet voor te willen betalen. Wat ze wel kunnen bieden is ‘een podium’. Veel jonge journalisten beslissen om het dan maar voor niets te schrijven, en pakken ‘het podium’ als genoegdoening aan. Daar is veel mis mee.
‘Een erkend probleem onder creatievelingen’
Deze ontwikkeling geeft de journalist het idee dat hij/zij blij mag zijn als er eindelijk een stuk geplaatst wordt, in plaats van dat er gewoon werk verricht is dat niet gewaardeerd wordt. Het laat opdrachtgevers aan het bizarre idee wennen dat jongeren ‘toch wel schrijven’ en holt daarbij de journalistiek van binnen uit. Het speelt niet alleen in de schrijvende journalistiek, maar ook in de nieuwsfotografie is het een erkend probleem. (En bij cartoonisten, lees ‘Slaves of the Internet, Unite!‘, red.)
[pullquote align=”right”]’Jonge journalisten schrijven toch wel voor niets'[/pullquote]Opdrachtgevers die afgestudeerde journalisten als stagiair aannemen of beginnende freelancers niet uitbetalen maar ‘een podium bieden’ – en toch artikelen plaatsen. Het is misbruik maken van de schaarste op de arbeidsmarkt, en goed te verklaren aan de hand van vraag en aanbod. Zoals Yoeke Nagel in 2012 terecht concludeerde: met de komst van internet is er een groot aanbodoverschot aan schrijvers en gratis informatie en daardoor zijn er steeds minder schrijvers nodig.
‘Wildgroei aan journalisten’
Tegelijkertijd komen er door een wildgroei aan journalistenopleidingen wel steeds meer studenten – en dus afgestudeerden – bij. Het is voor opdrachtgevers verleidelijk hierop in te spelen, omdat ze de jonge journalisten voor het kiezen hebben – en er voor elke ambitieuze freelancer die geld vraagt negen anderen zijn die bereid zijn daar onder te gaan zitten.
Maar als we ons verplaatsen naar de jonge journalist, die met geringe praktijkervaring toch aan het werk zal moeten. Als je verder geen alternatief hebt, valt het te begrijpen dat je als jonge journalist voor een alles-of-nietsstrategie kiest. Maar of je er een betere journalist van wordt is een andere vraag.
Overigens is er een belangrijk onderscheid tussen vrijwillig gerunde media (zoals o.a. DeBuitenlandredactie) en mediabedrijven met substantiële advertentie-inkomsten en een budget om vergoedingen te betalen. Er blijft een verschil tussen niet willen en niet kunnen betalen.
‘Ook ik heb gratis gewerkt’
Ik zal de eerste zijn om toe te geven dat ik zelf ook voor de keuze heb gestaan om gratis te publiceren – en in een enkel geval met daarmee heb ingestemd. Zo heb ik wel eens voor Radio 1 (WNL in de nacht) vanuit het buitenland ingebeld om verslag te doen van actualiteiten daar. Ik waakte er dan voor geen enorme inspanning en onkosten te maken, en als ik die al maakte ze via de redactie terug te krijgen – altijd met succes. Van het programma weet ik dat het grotendeels gerund wordt door enthousiaste studenten, die daar ook niet veel voor krijgen.
[pullquote align=”right”]’Als klant kan ik ook niet bij de bakker mijn eerste brood voor niets eisen voordat ik de rest ga afrekenen?'[/pullquote]Een ander verhaal vind ik hoe er met mensen wordt omgegaan bij media waar wel degelijk geld in omgaat, zoals de opmerkelijk-nieuwswebsite Vice. Daar is het simpelweg beleid om het eerste stuk van elke freelancer voor niets te publiceren – ongeacht de kwaliteit van het stuk – en vanaf dat moment 75 euro per artikel te betalen. Er is dus kennelijk wel geld voor artikelen, maar voordat een freelancer daar recht op heeft moet hij dus eerst een stuk voor niets laten plaatsen. Principieel gezien een zeer vreemde constructie, als klant kan ik ook niet bij de bakker mijn eerste brood voor niets eisen voordat ik de rest ga afrekenen?
‘Naming and shaming de oplossing?’
Een oplossing voor het probleem is niet direct voorhanden. Een soort code afspreken waarbinnen journalisten elkaar dwingen een bepaald tarief te vragen, zal gedoe op gaan leveren met instanties als de NMA. Gezien het beroep niet beschermd is, moeten journalisten dus zelf in actie komen. Hier ligt ook een verantwoordelijkheid voor de NVJ – als jonge journalisten daar nog in geloven tenminste. Een naming-and-shaming-platform voor opdrachtgevers die mensen gratis laten werken zou ook afschrikwekkend kunnen werken.
Tot slot een advies aan jonge journalisten die voor de keuze komen te staan om gratis te publiceren: als je écht een goed verhaalidee hebt zul je het uiteindelijk een keer verkopen, al is het in het begin misschien lastig. Geef je kwaliteiten in elk geval niet voor niks weg, want daarmee doe je de hele beroepsgroep (maar vooral jezelf!) tekort.