Richie Rich in de meerderheid in het Congres

Dat geld een grote rol speelt in de Amerikaanse politiek is algemeen bekend, maar het gaat daarbij niet alleen om de invloed van rijken op de campagnes van politici: meer dan de helft van de leden van het Amerikaanse Congres is ruim een miljoen dollar waard. Dat blijkt uit onderzoek van de Center for Reponsive Politics, een organisatie die de invloed van het grote geld in de Amerikaanse politiek volgt.

Van de 534 mensen in het Huis van Afgevaardigden en de Senaat zijn er 268 een miljoen dollar of meer waard. Vorig jaar waren dat er nog 257. En het gaat niet om mensen met iets meer dan een miljoen dollar, of een paar miljoen. Nummer 25 op de lijst, Jim Renacci, is goed voor ruim 36 miljoen dollar en de rijkste man op de lijst, Darrell Issa, is meer dan 460 miljoen dollar waard.

Dat een politicus in de Verenigde Staten – of in een ander land – niet hetzelfde verdient als een stratenmaker is op zich niet vreemd. Het is een baan op niveau waar een universitaire graad over het algemeen zeer welkom is (het is echter niet verplicht, iets waar iemand als Louie Gohmert het perfecte voorbeeld van is).

Je kan je afvragen wat de oorzaak van de stijging is. Wordt de invloed van het grote geld groter, waardoor de bestaande leden van het Congres linksom of rechtsom rijker worden? Of wordt het voor niet-miljonairs steeds moeilijker om gekozen te worden, omdat ze niet de contacten hebben met rijke donoren waarover de miljonairs met politieke ambities beschikken?

Een deel van deze miljonairs was niet altijd rijk en heeft zijn of haar geld zelf bij elkaar gesprokkeld. Een ander deel is ‘oud geld’. En vooral die laatste groep is een mogelijk probleem, vanuit het oogpunt van de minder welvarende Amerikanen. Want kan je in een tijd van economische neergang – waarin meer mensen afhankelijk zijn van voedselhulp en andere vormen van overheidssteun – er wel op vertrouwen dat deze rijke politici zich kunnen verplaatsen in de noodzaak van zaken als voedselhulp? Je moet over een flinke dosis empathie beschikken om je in te leven in iemand die aan het einde van elke maand aan de grond zit of zelfs honger lijdt, als je zelf altijd rijk bent geweest.