Shanghai. Foto Stéphanie Versteeg
|

‘Ik wil de echte Chinees laten zien’

Bio: Camil Driessen (1982) verruilde zijn vaste baan bij NRC Handelsblad voor een freelance correspondentschap in China. Sinds vorige maand werkt hij vanuit metropool Shanghai voor ondermeer De Persdienst en Elsevier. Op Twitter: @CamilD.

Hoe ben je in China terecht gekomen?

Ik zit nu vijf jaar in de journalistiek en het was altijd al mijn droom om correspondent te worden. Sinds mijn achttiende kom ik al in Azië en ik wilde ook wel deze kant op. Vlak voor de zomer kwam deze kans voorbij. Ik heb toen veel getwijfeld, want ik moest er wel mijn veilige bestaan bij NRC voor opgeven.

Hoeveel uur ben je per week aan het werk?

Dat is verschillend. Laatst was ik voor een verhaal een paar dagen  in Chengdu, dan ben je hele dagen aan het werk. Ik ben pas net begonnen, ik maak denk ik 35 uur per week. Maar dat wordt in de toekomst wel meer.

Sta je open voor commerciële opdrachten?

In principe wel, maar het ligt er aan wie de opdrachtgever is. Ik zou er moeite mee hebben als het mijn journalistieke werk negatief beïnvloedt.

Wat is de toegevoegde waarde van een Nederlandse correspondent in China?

China is een heel belangrijk land: het is de tweede economie in de wereld en heeft politiek gezien veel macht. Ik denk dat een Nederlandse correspondent een grote rol kan spelen in het vergroten van begrip over dit land. Dat is volgens mij sowieso belangrijk, zeker bij dit soort machtige landen. Als je kijkt naar hoeveel we over Amerika weten en er ook van begrijpen, dan staat dat niet in verhouding met onze kennis van China.

Zal China ooit zo bekend worden als de Verenigde Staten?

Niet zo bekend, maar wel bekender dan dat het nu is. Maar wij lijken cultureel nou eenmaal meer op de Amerikanen, dus daar zullen altijd meer mensen affiniteit mee hebben, hoeveel je ook schrijft over China.

Welke verhalen wil je gaan maken?

Ik wil mensen dingen meegeven over China die ze nog niet wisten en die de echte Chinees laten zien. Verhalen die een beetje verrassend zijn, waar leuke contrasten inzitten. Je moet mensen iets leren of ze aan het lachen brengen. Ik wil geen clichématige verhalen schrijven.

Sprak je de taal al toen je naar China vertrok?

Nee, maar die ben ik aan het leren. Het is heel erg moeilijk, ik denk dat het wel een paar jaar gaat duren.

Heb je ondersteunend personeel nodig om hier te kunnen freelancen?

Ja. Ik heb zelf een Chinese assistente. Zij houdt zich bezig met vertalen en afspraken regelen, soms probeert ze een beetje duiding te geven. Ik denk dat het zonder een assistent redelijk onmogelijk is om hier te werken.

Waar verbaas je je hier het meest over?

Dat iedereen hier zo eerlijk is, je wordt niet afgezet. Om je een voorbeeld te geven: Je moet hier een hele papiermolen door en wel twaalf kopietjes van je paspoort inleveren. Ik ging op een dag naar een onguur kopieerwinkeltje om er een stuk of twintig te laten maken. Met mijn steenkolen-Chinese-cijferkennis begreep ik dat het negentig yuan zou kosten, maar het bleek maar negen te zijn. Dus ik had al negentig bij de hand, en toen zeiden ze heel eerlijk dat het maar negen was. Dat zal in andere Aziatische landen niet zo snel gebeuren. Over veel van die dingen heb ik van tevoren veel met anderen gesproken. Zo moet je voor je verblijfsvergunning ook een hele medische keuring ondergaan. Dan ga je langs de dokter, en die heeft alleen maar open spreekkamertjes. Privacy bestaat niet, iedereen die voorbij loopt kan naar binnen kijken. Dat is ook verrassend, maar daar was ik dan wel weer op voorbereid.

Wat valt je tot nu toe het meest tegen?

De taal, al dat is een kwestie van tijd. Het is moeilijk om snel contact met mensen te krijgen. Chinezen zijn terughoudend en onzeker; áls ze Engels spreken zijn ze heel voorzichtig. Later blijken ze dat dan toch heel goed te kunnen.

Merk je dat je in dictatuur werkt?

Jawel, ik merk het aan de procedures. Dus dat je langs allemaal verschillende instanties moet om je papieren op orde te krijgen. Ieder papiertje moet kloppen, overal moet een stempel op. Verder heb je geen Facebook of Twitter als je geen VPN-verbinding instelt, en je kunt niet snel met mensen over politiek praten. Het rare is, the sky is the limit. Iedereen rijdt in de strakste wagens en overal zijn winkels van Gucci en Prada. Dat is niet direct wat je associeert met een dictatuur. Maar het gaat hier uitstekend hand in hand blijkbaar. Het staatssysteem is een dictatuur en dat gaat hier prima samen met het kapitalisme.

Welke eigenschappen heeft een goede correspondent?

Hij is een beetje avontuurlijk, met een goed oog voor bijzondere verhalen. Hij moet kunnen verrassen op alle mogelijke manieren, ik denk dat dat het belangrijkste is. Als correspondent moet je gewoon proberen te laten zien hoe het is in dat land. En als er iets gebeurt, uitleggen waaróm dat zo is.

Wat is jouw gouden tip?

Wees niet bang om de stap te maken. Je kan nog veertig jaar achter je bureau in Nederland zitten en ik denk dat je alleen maar aantrekkelijker bent voor werkgevers als je dit soort ervaring opdoet. Ook als de journalistiek niet meer bestaat, dan heb je in ieder geval goede buitenlandervaring en kun je eventueel in het bedrijfsleven aan de slag. Dan hoef je niet eens voorlichter te worden.

Deze productie voor De Buitenlandredactie werd gemaakt in het kader van het journalistieke trainingsprogramma van Beyond Your World.

Lees ook het interview met China-correspondent Bert van Dijk: ‘In China is niks makkelijk, maar alles kan’

Vergelijkbare berichten