|

Corruptieschandaal brengt humor in Turkije tot leven

“Bilal kan je voor ons inchecken?” Met deze en andere slogans maakten honderden boze jongeren op oudejaarsdag het Taksim-metrostation in Istanbul onveilig. Ze demonstreerden tegen een gewelddadig incident van een dag eerder, waarbij een veiligheidsbeambte een dakloze man die door de toerniketten was geglipt het ziekenhuis in sloeg. Tegelijkertijd was het een kwinkslag naar Bilal Erdogan, de zoon van premier Tayyip Erdogan die onlangs, samen met andere ministerszonen en zakenmensen, in opspraak raakte in verband met een grootscheeps corruptieschandaal.

Het protest was veelzeggend voor de relatie die de staat en de burgers met elkaar hebben in Turkije. In een westerse welvaartsstaat als Nederland bestaat er een wederkerigheid in de relatie tussen staat en burger. Kort door de bocht: De burger betaalt belasting, de staat bouwt ziekenhuizen en legt wegen aan. In Turkije ligt dat net even anders. De militaire grondvesten waarop de staat is gevestigd zijn omnipresent.

De Turkse staat ziet zijn burgers vooral als onderdanen die onder de duim gehouden moeten worden. Dat tempert uiteraard de verwachtingen van de burgers. Die kennen de staat van de bloedige coups die het ieder decennium pleegde en niet als een actor die nieuwe wegen aanlegde. Waarom zouden ze die staat dan ook belasting betalen? Of betalen voor de metro?

Onder de AK-Partij, die Turkije de afgelopen elf jaar regeerde, veranderde dat patroon. Deze partij legde wel wegen aan en verbeterde faciliteiten voor het volk, waar de voorgangers nooit naar hadden omgekeken. De AK-Partij greep de macht met de belofte af te rekenen met graaiende politici die het land naar de rand van de afgrond hadden gebracht.

Dat de partij nu net zo’n corrupt boevennest blijkt als diens voorgangers nemen veel Turken op de koop toe. “Ze hebben tenminste niet al het geld alleen maar voor zichzelf gehouden,” zo luidt een veelgehoorde redenering. Maar voor een groeiende groep Turken gaat die vlieger niet op, zo bleek tijdens afgelopen oudejaarsdag. Zij reageren met humor op het autoritaire machtsmisbruik van de staat.

Het grote publiek had hier tijdens de Gezi Park protesten van afgelopen zomer al aan mogen proeven. Toen trok de Turkse jeugd de straat op en liet het creatieve leuzen achter op iedere bouwkeet en op iedere stukje hardboard dat los en vast zat. “In wiens schoenendoos verdwijnt mijn kaartje,” had Mine Dursun op haar A4’tje gekalkt, in een verwijzing naar de miljoenenvondst in schoenendozen bij de directeur van een staatsbank. “Spot werkt louterend,” zei ze met een grote grijns op haar gezicht.

Vergelijkbare berichten