|

Ponte Tower

Soms kan één wolkenkrabber de recente geschiedenis van een hele stad verbeelden. Ponte Tower is cilindervormig, 173 meter hoog en het meest iconische gebouw van Johannesburg. Het staat op een heuvel en kijkt fier uit over de stad. Ik parkeer mijn auto in de verlaten garage en loop naar ingang.

Ik heb altijd stiekem in de toren willen wonen, omdat je dan pas écht in Johannesburg woont. Zoals Harry Mulisch ooit zei dat hij met zijn nazi-vader en Joodse moeder de Tweede Wereldoorlog was, zo is Ponte Johannesburg.

Verval na apartheid
De wolkenkrabber verrees in 1975, toen het centrum van Johannesburg in apartheidstijd booming was. Hij staat aan de rand van Hillbrow, destijds de hipste uitgaanswijk van de stad. Ponte was het toonbeeld van blanke decadentie, met name zijn penthouses op de bovenste verdieping.

Maar na de afschaffing van de apartheid begin jaren negentig, toen zwarten zich opeens ook mochten vestigen in het stadscentrum – eerder was hen dit alleen toegestaan in townships – vluchtten rijke blanken weg. Binnen een paar jaar raakte de binnenstad in verval. Hillbrow groeide uit tot de beruchtste wijk.

De leeggestroomde Ponte Tower werd gekraakt door bendes. De wolkenkrabber met zijn holle kern, waardoor je vanaf de begane grond de wolken boven kunt zien overdrijven, raakte overbevolkt. Bewoners kieperden hun afval naar beneden, waar het door niemand meer werd opgeruimd.

De stortplaats reikte tot aan de vijfde verdieping. De wildste verhalen heb ik erover gehoord. Er zou onder meer een koe in verre staat van ontbinding in zijn gevonden. En lijken. Ponte werd synoniem voor drugshandel en criminaliteit, opnieuw iconisch, nu voor de moordhoofdstad van de wereld.

Veiligheidsvoorschriften
Maar sinds 2005 probeert Johannesburg haar centrum weer op te knappen. Dus maakten aannemers de begane grond van Ponte schoon, ontruimden zij de toren en knapten ze de appartementen op.

Ik wil één van de penthouses bezichtigen, het uitzicht boven ervaren. Maar ik mag er niet in. De veiligheidsvoorschriften zijn streng. Wil je naar binnen, dan moet je of in de toren wonen of uitdrukkelijk zijn aangemeld bij de beveiliging. Wie in Ponte thuis vrienden wil uitnodigen, moet daarvoor toestemming vragen.

Want Ponte is ook nu nog Johannesburg: doortrokken van angst voor onveiligheid, al neemt de criminaliteit langzaam af. Goede reputaties worden razendsnel afgebroken, maar herstel ervan vergt eindeloos veel tijd. In Ponte bouw je weliswaar geen muren met schrikdraad rond je villa, zoals in de rijke buitenwijken van Johannesburg, maar het blijft voelen alsof je in een gevangenis woont.

Geschiedenis waarin je niet wilt wonen
Weer thuis bekijk ik online een minidocumentaire over de toren. Een bewoner vertelt dat op de lagere, goedkope verdiepingen tegenwoordig weer veel families huizen. Maar wel uitsluitend zwarte families. Het handjevol blanken bewoont penthouses boven, zegt hij.

Huidskleur die je verdieping bepaalt, niet meer op basis van apartheidswetten, maar via hardnekkige economische ongelijkheid. Ik vraag mij plots af of ik wel écht in de recente geschiedenis van Johannesburg wil wonen. Nog altijd een ongemakkelijke plek, het ongetwijfeld hemelse uitzicht ten spijt.

Dit blog verscheen eerder als column in het dagblad Trouw.

Vergelijkbare berichten