Leren werken met beperkingen in China
Veel mediaberichtgeving over China is afkomstig van westerse correspondenten uit steden als Beijing en Shanghai. Het verslaan van nieuws uit China is niet per definitie eenvoudig: China kent geen persvrijheid. Hoe de correspondenten te werk gaan en of ze in staat zijn hun werkzaamheden uit te voeren komt aan bod in dit wekelijkse vierluik over correspondenten in China.
Kritische berichtgeving wordt in China met censuur een halt toegeroepen, omdat de Chinese Communistische Partij er alles aan doet haar imago te beschermen. In China opereren de media in een commerciële markt, maar zij vallen tevens onder staatstoezicht. Dit is sterk bepalend voor de nieuwsselectie en daarmee de informatiestroom naar de Chinese burgerbevolking. Een treinongeluk uit 2011 illustreert de censuur die de Chinese overheid aan de media en haar burgers oplegt.
Treinongeval in Wenzhou
In de avond van zaterdag 23 juli 2011 botsten twee treinen op elkaar in de Chinese provincie Wenzhou, zo’n vijfhonderd kilometer ten zuiden van Shanghai. Dit was het eerste grote ongeluk op de nieuwe Chinese hogesnelheidslijn. Veertig passagiers kwamen om het leven en tweehonderd inzittenden raakten gewond.
Binnen slechts vierentwintig uur na het ongeluk werden de treinen geborgen. Al snel na het ongeluk gelastte The Central Propaganda Department (CPD) publicatierichtlijnen voor alle Chinese media. Het doel van deze richtlijnen was om ervoor te zorgen dat het ongeluk op de juiste manier in de media zou worden gepresenteerd.
In plaats van het belang van waarheidsvinding te benadrukken droegen de richtlijnen op dat de nadruk in de berichtgeving moest liggen op emotioneel aansprekende verhalen zoals mensen die bereid waren bloed te doneren aan de slachtoffers. Het werd lokale journalisten sterk afgeraden zelf op zoek te gaan naar oorzaken van het ongeval.
Deze aanpak van de Chinese overheid, gericht op het zo snel mogelijk wegwerken van tastbaar bewijs en het censureren van de informatiestroom, veroorzaakte een enorme woede onder de Chinese bevolking. Online vonden er kritische debatten plaats waarin burgers de waarheid over het ongeval eisten en suggereerden dat het ongeluk samenhing met corruptie en het verhullen van al lang bekende mankementen in het veiligheidssysteem van de treinen. Ondanks de strenge publicatierichtlijnen berichtten de Chinese media uitvoerig en kritisch over het ongeluk.
Kort hierna reageerde het CPD met een aanzienlijke verscherping van de richtlijnen. Alle berichtgeving over het ongeluk werd verboden en geplande artikelen moesten worden vervangen door ander nieuws. De media namen deze verscherping vervolgens als vanzelfsprekend in acht.
Correspondenten
Joris Luyendijk concludeert in zijn boek Het zijn net mensen dat in landen die onder dictatoriaal bewind staan en geen persvrijheid kennen, het bedrijven van journalistiek door buitenlandse correspondenten volgens westerse journalistieke waarden problematisch is. Naar aanleiding van deze conclusie is de vraag of dit ook geldt voor correspondenten in China.
Buitenlandcorrespondenten werken voor westerse media en staan niet direct onder toezicht van de Chinese overheid. Genieten deze correspondenten wel persvrijheid of moeten ook zij rekening houden met beperkingen? Welke rol speelt de Chinese overheid in hun werk? Hoe handelt de overheid ten aanzien van correspondenten en welke gevolgen heeft dit voor de berichtgeving in westerse media over China?
In dit vierluik kijken we naar het werk van westerse correspondenten in China. Op basis van interviews met veertien correspondenten uit Nederland en andere westerse landen wordt inzicht verkregen in de beperkingen die zij ondervinden in hun werk in China en de manier waarop zij met die beperkingen omgaan. De geïnterviewde correspondenten werken voor verschillende media en hebben verschillende contractvormen. De interviews vonden plaats in de lente van 2012.
Journalistieke visie
De gehoorzaamheid van de Chinese media staat haaks op de journalistieke visie van de correspondenten. Hun visie is sterk gekleurd door hun journalistieke werkervaring en studie opgedaan in het Westen. De westerse normen zoals transparantie en objectiviteit zijn voor hen leidend en zij proberen waar mogelijk deze te hanteren in hun werk. Het blijkt echter niet eenvoudig om deze normen ook daadwerkelijk op dezelfde manier in te vullen als in het Westen gebruikelijk is.
De primaire functie van de correspondenten, zoals de geïnterviewden deze omschreven, bestaat uit het informeren van hun thuispubliek over politieke, economische, sociale, maatschappelijke en culturele onderwerpen in China. De correspondenten verzamelen informatie door het observeren van ontwikkelingen in de maatschappij, praten met burgers en reizen naar verschillende regio’s.
De correspondenten stellen dat hun artikelen een representatieve weergave moeten zijn van de gebeurtenissen en ontwikkelingen in China. Zij willen rekening houden met het totaalbeeld van China binnen het nieuws. Hun informatie aan het thuispubliek beperkt zich niet tot het verslaan van geïsoleerde gebeurtenissen, maar gaat ook over lange-termijnontwikkelingen. Correspondenten proberen gebeurtenissen zoveel mogelijk in de juiste context weer te geven.
Kenniskloof
Zaken als culturele verschillen, maatschappelijke kenmerken en een afwijkend politiek systeem zijn de oorzaak dat onderwerpen, gebeurtenissen en situaties in China vaak ver van het thuispubliek af staan. De correspondenten willen begrip kweken onder het thuispubliek voor deze onderwerpen door aanknopingspunten te vinden tussen Chinese thema’s en thema’s in het thuisland. Dit kan door in te spelen op de actualiteit in het thuisland of vergelijkingen te maken met kwesties uit het verleden. Op deze manier moeten Chinese onderwerpen herkenbaar worden voor het thuispubliek.
De correspondenten balanceren tussen de informatiebehoefte van het thuispubliek en de nieuwswaarde van gebeurtenissen in China. Zij moeten daarom ook het nieuws in hun thuisland bijhouden. De correspondenten signaleren een afnemende interesse in buitenlands nieuws in het Westen. Het publiek is vooral geïnteresseerd in het binnenland en daarom moeten correspondenten zich steeds vaker richten op omstreden of sensationele thema’s om hun nieuws onder de aandacht te brengen.
Daarnaast hebben de correspondenten last van krimpende budgetten. Dit is een probleem omdat gebeurtenissen in China zich ver van de verblijfplaats van de correspondent kunnen voordoen. Deze worden daardoor minder snel verslagen omdat het verzamelen van gegevens ter plekke te duur is. Dit is een belangrijk probleem omdat de correspondenten allen gevestigd zijn in de grote steden. Zij moeten steeds vaker andere media als bron of naslagwerk gebruiken om een kwestie te kunnen verslaan.
Werkveld in China
Veel van deze observaties gelden ongetwijfeld ook voor correspondenten in andere landen. Het lijkt vooral de rol van de Chinese overheid die het werk van deze correspondenten specifiek maakt. Zij ervaren beperkingen tijdens hun werkzaamheden en moeten daarom hun professionele aanpak aanpassen om zo min mogelijk last te hebben van de Chinese overheid.
Correspondenten leggen zich simpelweg neer bij de beperkingen omdat dit “bij China hoort” maar proberen zich er tegelijk zo min mogelijk door te laten hinderen: “Het is natuurlijk een vorm van intimidatie. Maar daar kunnen wij wel mee omgaan, dat hoort erbij, anders moet je niet in China journalistiek gaan bedrijven.”
Dit neemt niet weg dat de correspondenten de overheid goed in de gaten houden. Soms probeert de overheid bijvoorbeeld bepaalde onderwerpen uit de media te houden. Voor ervaren correspondenten is dit een teken dat de overheid iets te verbergen heeft. Dit kunnen thema’s zijn die voor correspondenten juist interessant zijn om uit te diepen en te verslaan.
Over de persvrijheid in China hebben de correspondenten verschillende visies. Ze zijn het gezamenlijk eens dat er geen sprake is van persvrijheid en dat de Chinese overheid veel beperkingen oplegt. Wel zien verschillende correspondenten dat China opener is dan tien jaar geleden. Ook wordt het gemakkelijker in China te werken als men er langere tijd verblijft, simpelweg omdat men bekender wordt met het land, de gewoonten en de overheid.
Beperkingen
Correspondenten in China ondervinden allerlei beperkingen door de overheid, maar willen die niet laten terugkomen in hun berichtgeving. Artikelen moeten genuanceerd zijn en in dienst staan van het onderwerp. De correspondenten proberen zo open mogelijk hun zoektocht naar informatie vorm te geven en de gevonden informatie leidend te laten zijn. “Het hoort bij je vak, dat je dat niet in je verhalen door laat sijpelen. Want ik vind het de aandacht afleiden van het onderwerp.”
Dit laat onverlet dat werken in China dikwijls “vermoeiend” is. Correspondenten moeten elke dag strijden welke gebeurtenissen wel en niet verslagen kunnen worden. De constant veranderende regels en de gehanteerde censuur maken dat correspondent zijn in China heel anders is dan in een land met persvrijheid. In de volgende afleveringen gaan we in op drie vragen: wie leggen deze beperkingen op, wat houden deze beperkingen in en wat zijn de gevolgen ervan voor de berichtgeving over China?
Dit is deel 1 van een vierluik over het werk van buitenlandse correspondenten in China. Dit vierluik is gebaseerd op de masterscriptie van Ivana Zolak. Dit eerste deel verscheen eerder op De Nieuwe Reporter.
Ivana Zolak studeerde af aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het werk van correspondenten in China. Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie.