|

Lomp zijn voor het beste verhaal

Scene 1: een kamer in een oogkliniek in Ethiopië. Op een stoel zit een oude man met verschoten kleren en een kleine baard. Hij houdt één oog met zijn hand afgedekt en kijkt met het andere oog geconcentreerd naar een verlicht scherm achterin de kamer. Daarop is de hoofdletter E in verschillende posities afgebeeld, waarbij de pootjes van de letter steeds een andere kant uitwijzen en de letter bovendien telkens iets kleiner wordt. Er staat een dame in een witte jas bij het bord. Ze wijst een E aan. De man gebaart met zijn vrije hand in welke richting de pootjes wijzen.

Scene 2: Er stromen onaangekondigd elf blanken en één zwarte man de kamer binnen, behangen met camera’s, opschrijfblokken en recorders in hun hand. De camera’s klikken meteen. Een vrouw uit de groep knielt vlak voor de oude man om hem goed in beeld te krijgen. Het oog van de man, dat net nog zo geconcentreerd keek, krijgt een ietwat geschrokken en verbouwereerde blik. ‘Wat gebeurt hier?’ lijkt de man te denken. De verpleegster probeert de man bij de les te houden door hem de volgende E aan te wijzen, want zij weet dat dit journalisten zijn en wil ze een goed beeld geven van het werk in de oogkliniek. Maar net zo plotseling als het groepje binnenkwam, verdwijnt het weer.

Uitgenodigd
Op uitnodiging van ontwikkelingsorganisatie Light for the World (een ontwikkelingsorganisatie die zich inzet tegen vermijdbare blindheid, red.) ben ik samen met zeven andere journalisten op reis in Ethiopië: twee Tsjechen, twee Oostenrijkers, twee Slowaken en schrijver Babah Tarawally en ik uit Nederland. Naast ons zijn er drie begeleiders van Light for the World; de organisatie zet zich in voor mensen met een handicap in ontwikkelingslanden en we zijn uitgenodigd om hierover te schrijven, omdat juist dit onderwerp weinig in de media verschijnt. We worden verder vrijgelaten in wat we willen schrijven.

Verschillen
Gaandeweg de week vordert beginnen de verschillen in aanpak tussen de journalisten me steeds meer op te vallen. Voel ik me bijvoorbeeld bij bovenstaande scenes enigszins ongemakkelijk, daar hebben de anderen zo te zien geen last van. Sterker nog, ze beginnen meteen foto’s te maken, dus ze dragen in feite bij aan de situatie.

Door Light for the World worden we langs verschillende partnerorganisaties en gezinnen geleid. Bij elke partner volgt eerst een introducerend praatje. Aandachtig luisterend en aantekeningen makend, zijn het steeds Babah en ik die vervolgens verhelderende vragen hebben. Behalve dat we uiteraard informatie zoeken voor de artikelen die we gaan schrijven, zijn het bij ons beiden ook vragen die spontaan in ons opkomen, puur uit interesse.

Janneke Juffermans en Babah Tarawally in gesprek met de priester van een Koptische kerk in Ethiopie.
Janneke Juffermans en Babah Tarawally in gesprek met de priester van een Koptische kerk in Ethiopie.

Oorlogsverslaggever

Maar hoe gaan de anderen dan te werk? Waar halen ze hun informatie vandaan? Ik heb de Tsjechen eigenlijk nog niet echt aan het werk gezien. De één is oorlogsverslaggever en de ander in vaste dienst voor het magazine van een belangrijke Tsjechische krant. Wat blijkt? Beiden hebben van tevoren al een verhaal bedacht en wachten op het moment om deze binnen te hengelen. Zo laat de jongen van het magazine zich een hele dag droppen bij een gezin met een kind met een handicap. Uiteraard kom je dan op de diepere lagen en kun je nuance in het verhaal aanbrengen. De oorlogsverslaggever heeft Light for the World expliciet gevraagd om een verhaal waarbij twee kinderen bevriend zijn, de een blind en de ander niet, en het moment na de operatie waarop ze elkaar voor het eerst weer kunnen zien.

Moment suprême
Het lijkt mij een vrij ingewikkelde opgave voor Light For The World om zo’n vriendschap te vinden, maar dit blijkt niet het geval en de Tsjech vertrekt opgetogen naar zijn verhaal. Hmm, waarom heb ik dat niet bedacht? denk ik. Hoewel ik ervan overtuigd ben ook goede verhalen te hebben kunnen maken vind ik het inspirerend, zelfs enigszins jaloersmakend, hoe de Tsjechen te werk gaan. Maar aan de andere kant: waarom zou je je dan tegelijkertijd zo onbeleefd opstellen gedurende de rest van de week?

Een blind meisje wordt, zonder het te weten, een opneemapparaatje onder haar neus geduwd terwijl ze wordt geïnterviewd. Van tevoren vragen of het apparaatje gebruikt mag worden doet sowieso niemand, behalve Babah en ik. Foto’s nemen dan? Ook niet vragen, gewoon doen. Niet alleen op de plekken waar we zijn voor verhalen, maar overal en altijd. Het gekke is: soms werkt het bijzonder goed. Dan glunderen de Ethiopiërs en rechten zij hun rug. ‘Ik heb iets belangrijks te zeggen, zij willen mij horen.’ lijkt hun gedachte.

Vloek van God
De Tsjechische oorlogsjournalist heeft natuurlijk altijd zo gewerkt, bedenk ik. Die moet hét moment pakken zodra het zich voordoet. Hij komt net terug uit Syrië. Als de kogels daar in het rond vliegen kan hij niet zeggen: ‘Stop even met schieten. Ik heb een vraagje. Vinden jullie het goed als ik mijn opneemapparaatje aanzet en foto’s maak?’

Maar soms maakt hij het wel erg bont. Tijdens een koffieceremonie in een dorpje waar epilepsie wordt besproken en er een felle discussie woedt over diens oorzaken (‘is het een vloek van God of is het een ziekte?’, wordt de vertaling door de tolk ineens onderbroken. De oorlogsverslaggever heeft iemand iets interessants horen zeggen en besluit onmiddellijk met diegene én vertaler verder te praten. De dame in kwestie is zeer vereerd uiteraard. Maar voor de andere journalisten wordt de ceremonie gereduceerd tot enkel mooie plaatjes, heftig gebarende mensen en geur van koffie.

Geërgerd
Hoewel ik er haast van overtuigd ben dat de twee Tsjechen met de beste verhalen thuiskomen, vraag ik me af wat voor beeld wij als groep bij de Ethiopiërs hebben achtergelaten, evenals hoe in de verhalen van de andere journallisten hun visie op Ethiopiërs doorklinkt. Voor Babah is het duidelijk. Hij heeft zich enorm geërgerd tijdens de koffieceremonie. Voor de Afrika-site van de Wereldomroep schrijft hij vanuit de hobbelende auto een vlammend betoog over westerlingen die zich overal als een koning gedragen en zich ook zo behandeld weten, terwijl wij andersom in Europa met migranten omgaan als overlast waar we zoveel mogelijk vanaf willen.

Janneke Juffermans en Babah Tarawally in gesprek met een projectmedewerker van Light of the World in Ethiopië.
Janneke Juffermans en Babah Tarawally in gesprek met een projectmedewerker van Light of the World in Ethiopië.

Ik kijk uit het raam naar het prachtige heuvelachtige landschap, terwijl ik af en toe de whiskeyfles aanneem voor een klein slokje, de verse fles die één van de journalisten elke middag meeneemt. Ik vraag me af welke manier van journalistiek tot de beste verhalen leidt. Ik ben dan ook zeer benieuwd naar de verhalen van de andere journalisten, om hun blik op Ethiopië en haar samenleving te achterhalen. Ik vraag me af of ik agressiever had moeten zijn, maar ten koste van wat?

Hoge hakken
Aan het eind van de week, als onze reis er bijna op zit, gaan Babah en ik uit met twee Ethiopische vrouwen die in Nederland zijn opgegroeid en nu in Addis Abeba wonen en werken. Beide dames lopen op hoge hakken en zijn gehuld in uitgaanstenue; wij dragen onze laatste schone kleren met gympies. Nadat we veel bedelende vrouwen met baby’s op hun rug hebben gepasseerd, strijken we neer in een luxe loungebar waar ook diplomaten van verschillende ambassades komen. Daar, al nippend aan een cocktail, breng ik mijn twijfels nog eens ter sprake. ‘Het gaat om het verhaal’, zegt één van de dames stellig. Mijn twijfels zijn niet weg, maar ik laat het onderwerp maar rusten en we kwebbelen verder over Ethiopië.

Eenmaal thuis spreek ik een goede vriend aan de telefoon. Na het gebruikelijke bijpraten over mijn reis en over zijn belevenissen hier in Nederland vertel ik nog maar een keer over wat me is opgevallen. ‘Janneke, dat is toch duidelijk lomp als je zomaar foto’s begint te maken?’ zegt hij. ‘Je kan toch ook op een vriendelijke manier een goed verhaal produceren?’ Dat laatste zeker. Maar misschien moet je soms wel lomp zijn voor het béste verhaal. Wie het weet mag het zeggen.

Vergelijkbare berichten