Wouter van Cleef
|

‘Ik ging amper uit, omdat buiten toch alles duur was’

Bio: Wouter van Cleef (1982) werkt als correspondent in Tokyo voor onder andere Trouw, RTL, De Persdienst en BNR Nieuwsradio. Op Twitter volg je hem via @WvanCleef. Ook houdt hij een hier een blog bij.

Waarom koos je voor het correspondentschap?

Ik denk dat mijn redenen dezelfde waren als de meeste andere mensen die dit werk doen: de combinatie van avontuur, vrijheid en inhoudelijk interessant werk. In welke andere job ga je dat vinden?

Toen ik een jaar of negen was runde ik al een dorpskrant met wat vriendjes. In diezelfde tijd verscheen Eddo Rosenthal live op tv met een gasmasker op om verslag te doen terwijl Iraakse Scuds op Tel Aviv vielen. Zulk ‘commitment’ aan het publiek te midden van de chaos, dat maakte behoorlijk veel indruk.

Waarom Japan?

In Japan kwam ik terecht omdat ik hier een paar jaar geleden een tijdje studeerde. Ik kon mezelf al redelijk verstaanbaar maken en had wat goede contacten. Toen ik hoorde dat Trouw iemand zocht en outlets als RTL, BNR en De Tijd ook wel iemand in Tokyo konden gebruiken, kocht ik een ticket en ging ervandoor.

Welk verhaal wil je tijdens je correspondentschap vertellen?

Dat de meeste Japanners heel gewone mensen zijn met een normale baan en dezelfde zorgen als Nederlanders, Duitsers of Amerikanen. Het heersend beeld is toch dat Japanners halve robots zijn die gehuld in een donker pak, zichzelf helemaal kapotwerken, elke dag sushi eten en vervolgens in een uitpuilende trein naar huis stappen.

Dat klopt voor een deel. Toch zijn de meeste Japanners juist heel normale mensen die net als ieder ander in het weekend in een park willen hangen met de kinderen. Als ik het heersend beeld van de Japanner wat dat betreft een beetje kan bijstellen, ben ik al gelukkig.

Dit land is ook helemaal geen eenheidsworst. Vooral sinds de tsunami en Fukushima-kernramp van 2011 zie je dat meer mensen het heft in eigen hand nemen en opstaan tegen machtige energiebedrijven en de overheid.

Vorig jaar waren er gigantische demonstraties tegen kernenergie, de grootste protestmarsen sinds de Vietnamoorlog. In het begin was daarvoor amper aandacht in de Japanse media. Knap frustrerend, als je net meer dan honderdduizend mensen in het politieke district hebt zien demonstreren en het journaal van de publieke omroep dat meldt in een bijzin. Dan besef je direct dat het juist jouw werk is om daar wél over te berichten.

Een ander aspect dat ik naar voren wil brengen is hoe dit land omgaat met afnemende politieke en economische macht. Japan was altijd de tweede economie ter wereld maar een paar jaar terug zijn ze al ingehaald door China. Jarenlang was er amper groei. Het bevolkingsaantal loopt terug. Japan raakt een beetje vergeten. Hoe gaat een land om met die achteruitgang? De nieuwe premier Abe is zeer ambitieus om Japan in politiek, economisch en moreel opzicht uit het moeras te trekken. Dat is een interessant experiment, waar misschien voor Europa ook lessen in zitten.

Waar moest je het meest aan wennen toen je in Tokyo ging wonen?

Niet zoveel, ik had hier al gestudeerd dus ik kende het land en de stad al wel. Een groot voordeel, want veel nieuwkomers kost het aardig wat tijd om hier hun draai te vinden. Het nadeel daarvan is juist weer dat je wat minder snel onder de indruk bent van alledaagse, maar toch bijzondere dingen.

Toch schrok en schrik ik nog weleens van de prijzen in Japan. Een kopje koffie in een upscale zaak in Tokyo kan best 6 euro kosten. Die prijzen krijg je soms ook voor je kiezen voor een biertje in de kroeg. Een miniscule kamer van 4 vierkante meter: 500 euro per maand. In het begin leed mijn werk daar weleens onder, als ik dan weinig opdrachten had, ging ik amper de deur uit omdat ‘buiten’ toch alles duur is. Dat is volstrekt waardeloos natuurlijk. Nu heb ik dat probleem gelukkig niet meer.

Wat is het moeilijkste aan werken vanuit Japan?

Natuurlijk is er een taalbarrière die mijn werk soms moeilijk maakt. Toch is het leggen van contacten mijn grootste hobbel. Het komt geregeld voor dat ik na een vrij simpel interviewverzoek eerst een kopje koffie of thee als kennismaking moet drinken om mezelf en de opdrachtgever te introduceren, alvorens ik een week of twee later inderdaad mag langskomen voor een interview. In Nederland kun je misschien een organisatie of expert een mailtje sturen om een dag later op gesprek te komen, maar dat is hier vrij zeldzaam. Daarbij komt dat autoriteiten en bedrijven in Japan het liefst contact onderhouden per fax, een vooroorlogs communicatiemiddel, natuurlijk. Met de overheid is het sowieso lastig contact leggen en onderhouden.

Dat zie je terug in de zogenaamde persclubs. Een beperkte groep journalisten van ‘gevestigde’ landelijke media heeft toegang tot de autoriteiten. Als buitenstaander is het ontzettend moeilijk daar omheen te navigeren. Ik schreef een artikel over een dansverbod in Japan en vroeg de autoriteiten in Tokyo om commentaar. Njet, was hun antwoord: ‘we communiceren alleen met leden van onze persclub’.

Op welke productie ben je tot nu het trotst?

Ik heb vorig jaar zomer een lang verhaal voor Trouw gemaakt rond de herdenking van de Japanse capitulatie in WO2. Dat ging over de oorlogsverwerking hier, daarvoor sprak ik onder andere met een veteraan wiens broer sneuvelde en zelf zag hij de atoombom bij Hiroshima ontploffen. Dat was heel bijzonder. Ook heb ik een paar keer nieuws gebracht dat later door andere media is opgepikt, bijvoorbeeld over de Nederlandse kritiek op Japan omtrent geschiedenisonderwijs over troostmeisjes. Het is natuurlijk hartstikke leuk om dat als eerste te hebben.

Hoeveel uur besteed je per dag aan je journalistieke werkzaamheden?

Veel, idioot veel soms. Eigenlijk doe ik elk uur dat ik wakker ben wel íets werkgerelateerds, van emails versturen tot het nieuws volgen. Dat moet ook wel om je hoofd hier boven water te houden. Veel tijd gaat op aan het simpelweg volgen van nieuws: hoe sloot de Nikkei vandaag, wat zijn de laatste politieke ontwikkelingen? Een verhouding bureau/veldwerk geven is bijna niet mogelijk. Het liefst zou ik voortdurend op pad zijn, maar voor sommige klussen moet je juist achter je computer zitten om informatie te verzamelen.

Een paar maanden geleden kwam ik na een vrijdag vol afspraken ’s avonds thuis, ik was kapot en had besloten om die avond nou eens lekker helemaal niets te doen. Precies op dat moment voelde ik een stevige aardbeving. Meteen zette ik de tv aan en zag dat er een tsunami alarm was voor het gebied waar twee jaar geleden twintigduizend doden vielen. Het viel uiteindelijk allemaal erg mee, maar je weet meteen weer dat het onmogelijk is om écht vrij te zijn met deze baan.

Op welke manier gebruik jij social media en waarom?

Via Twitter volg ik continue het nieuws uit Japan, de regio en de hele wereld. Verder zet ik m’n eigen verhalen in de schijnwerpers en probeer ik verhaalideeën op te pikken. Ik merk ook dat mensen het leuk vinden als ik leuke/interessante dingen meegeef die ik hier uit de media haal of zelf beleef. En soms krijg ik zelfs tweets van media die een bijdrage van me willen. Dat is natuurlijk helemaal top.

Wat is jouw gouden tip voor journalisten die correspondent willen worden?

Zoek een bijzondere niche. Wie als nummer 30 in de rij aansluit in steden als Berlijn, Rome of New York maakt volgens mij weinig kans om het lang vol te houden. Hoewel, ook daar kun je vast overleven als je dé expert bent op het gebied van de Duitse auto-industrie, ofzo. Zeker als je een bijzondere expertise hebt moet je ervoor zorgen dat je voor meer markten kunt werken. Dat betekent: meerdere talen vloeiend beheersen.

Maar die niche kan natuurlijk ook een bijzonder land zijn of een gebied waar we weinig over horen. De Golfstaten en Saoedi-Arabië, daar kun je volgens mij echt je hart ophalen, hoewel je vast een stevig startkapitaal nodig hebt daar en het werk er moeilijk zal zijn. En denk ook eens aan de onbekendere landen in Centraal-Azië, ik lees er weinig over terwijl maar volgens mij liggen daar prachtige verhalen. Wees creatief, zet door en maak die sprong.

Vergelijkbare berichten