|

Kaapstad

Toen ik in 2008 Kaapstad voor het eerst bezocht, schreef ik op mijn blog dat het bezoek aanvoelde als vreemdgaan. Als ik Johannesburg en Kaapstad met vrouwen zou vergelijken, stelde ik, dan was Kaapstad het oogverblindende model, de overweldigende one-night-stand. Iemand op wie je na enige tijd echter wel uitgekeken zou raken.

Johannesburg was een stuk minder mooi, scheef ik, maar intrigerend, fascinerender, de vrouw met wie je eerder een relatie wilt aangaan, die je moet leren begrijpen – de stad waar je wilt wonen. Want zoals vrouwen vaak op foute mannen vallen, voelen ook veel mannen zich aangetrokken tot meer duistere, raadselachtige types.

Ik concludeerde destijds dat het leven mij toelachte. Ik woonde immers in Johannesburg en was op bezoek in Kaapstad. Zoals ik het wilde. Ik ging ervan uit dat ik bij terugkomst in Johannesburg weliswaar wat naweeën zou voelen (noem het schuldgevoel), maar dat dit knagende gevoel, de hinderende gedachten aan de schoonheid van Kaapstad, vanzelf weer uit mijn hoofd zouden verdwijnen als ik opnieuw zou worden opgeslokt door het leven in Johannesburg. En zo geschiedde.

Mooi, maar…
Ondertussen woon ik voor de tweede keer in Johannesburg en ben ik een keer of zes in Kaapstad geweest. Altijd voor korte periodes: een dag of vier. Ook nu. En nog altijd overdondert de stad mij bij aankomst. Die reusachtige Tafelberg op de achtergrond, de strakblauwe hemel, mooie mensen: wandelen in een ansichtkaart, zo voelt het.

Maar nu ik Kaapstad beter ken, zie ik ook bij haar wel degelijk steeds duidelijker de lelijkheid doorbreken. Als Kaapstad een prachtige maîtresse is, dan dankt zij dat vooral aan een enorme laag make-up. Net zo rauw als Johannesburg is de stad feitelijk, maar dan met een paradijselijk vernislaagje.

Zo zijn de Kaapse stranden prachtig – maar de zee ijskoud. Zijn de restaurants uitzonderlijk goed – maar waarom drinken er vooral blanken de heerlijke wijn? Natuurlijk is het er beter uitgaan dan in Johannesburg – maar wordt Long Street eigenlijk niet tè veel een toeristische attractie voor dronken begin-twintigers? Het doet af en toe zowaar wat aan de Costa Brava denken.

Een vriend uit Kaapstad vertelde dat hij er nog maar zelden heen gaat: te druk, te veel bedelaars, tasjesdieven en zakkenrollers. Want dat is ook het ‘mooie Kaapstad’. Het moordcijfer is er (gecompenseerd voor het kleinere bevolkingsaantal) hoger dan in Johannesburg, schreef Alex Perry laatst in Time magazine, tegen de populaire gedachte in.

Eekhoorntjes en ratten
Ik liep vanochtend door de botanische tuinen van Kaapstad en keek er naar de mensen die en masse foto’s probeerden te maken van de tientallen schattige eekhoorntjes in en rond de bomen. In Johannesburg zie ik vooral vaak ratten lopen.

Ik besefte echter opeens dat eekhoorns eigenlijk best veel op ratten zouden lijken als zij niet zo’n zachte, donzige staart zouden hebben.

Misschien dat ik bij thuiskomst maar eens moet proberen een rat in Johannesburg te portretteren. Dat wordt een minder schattige foto dan die van een eekhoorn. Maar wel eerlijker. Johannesburg is oprecht – eerlijkheid is niet altijd mooi. Kaapstad is een paradijs, een utopie die nooit helemaal te vertrouwen is.

Vergelijkbare berichten