Recensie: Bailout

Het is bijna zes jaar geleden dat de financiële crisis uitbrak. Sinds 2007 zijn er talloze boeken geschreven over de oorzaken van de crisis, over de handel in derivaten die waren gebaseerd op zeer twijfelachtige hypotheekschulden, een gebrek aan toezicht op banken, financiële instellingen die veel te grote risico’s namen, zonder afdoende reserves achter de hand te houden.

Neil Barofsky (1970) schreef Bailout, een boek waar je bloeddruk van zal stijgen – als je je ooit hebt opgewonden over de inhaligheid van de financiële sector, of de falende regeringen die geen toezicht hielden op het eindeloze gegraai.

George Bush riep in 2008 een nieuwe functie in het leven, die van Inspector General. Deze baan ging naar Barofsky, die toen nog in New York werkzaam was, onder meer op het gebied van hypotheekfraude. Barofsky moest toezicht houden op hoe TARP, het geld dat de banken moest redden, werd besteed.


Het unieke aan Bailout is dan ook dat het niet is geschreven door een econoom of journalist die uiteindelijk moet gissen naar wat er achter gesloten deuren gebeurt. Barofsky zat achter die gesloten deuren en werd constant tegengewerkt. Adviezen van Barofsky, bijvoorbeeld om meer te doen om huiseigenaren uit de problemen te helpen, werden genegeerd. Dat werd, enigszins verrassend, alleen maar erger toen de Republikeinen het veld hadden geruimd voor de Democraten. Banken moest vooral geen strobreed in de weg worden gelegd: anders zouden ze zich misschien niet laten redden.

Barofsky kreeg alleen enkele dingen gedaan omdat hij een paar bondgenoten in het Congres had. Minister van Financiën Tim Geithner en de zijnen konden Barofsky negeren en tegenwerken, maar zagen zich vaak genoodzaakt toe te geven als Congresleden zoals Barney Frank of Chuck Grassley het in de media voor Barofsky opnamen en uithaalden naar de regering.

Aan het einde van het boek beschrijft Barofsky een gesprek met zijn nummer twee Geoff, die net met Geithner had gesproken.

“After Geoff filled me in on the substance of the interview, he paused. “What?”, I asked. “I asked the other question that you wanted”, Geoff said.

When Geithner and Massad had refused to adopt our recommendations to clarify their methodology for calculating AIG’s losses, Geoff was bewildered by their response. I told him that Karen had once jokingly offered a theory that Geithner suffers from narcissism, and therefore might be psychologically incapable of truly admitting that he had made a mistake. I said that we should ask him what mistakes he might have made in administering TARP, to see if he could come up with any.

“What did he say?” I asked. “He said, ‘The only real mistake that I can think of was that there were times when we were unnecessarily unsure of ourselves. We should have realized at the time just how right each of our decisions were”, Geoff reported. I laughed. “So Karen was right.”

Dit is een perfecte illustratie van het probleem met de aanhoudende crisis en de haast incestieuze relatie tussen de financiële industrie en de zogenaamde toezichthouders. Geithner en de zijnen zijn heilig overtuigd van hun eigen gelijk en kunnen het zich niet eens voorstellen dat ze het bij het verkeerde eind hebben. Het is dezelfde groep mensen die dan weer een aantal jaar bij een bank werkt, om vervolgens ’toezicht’ te gaan houden op zijn of haar oude collega’s.

Vergelijkbare berichten