Een zaterdagmiddag canvassen met Democraten
Washington D.C., nog drie dagen tot de verkiezingen. In het politieke centrum van de Verenigde Staten lijkt nog geen enkel politiek spektakel te beleven – ja, er staan wat iconische witte gebouwen te stralen in de zon. Maar wie echt een glimp wil opvangen van de politieke betrokkenheid in Washington moet zich verzamelen op een vervallen parkeerterrein, drie metrohaltes verwijderd van het Witte Huis.
Een van die vrijwilligers is Tim, een overtuigd Democraat die zichzelf ook wel een ‘socialist’ durft te noemen. Hij werkt in Washington voor de Environmental Protection Agency, een organisatie die de regering van president Obama advies geeft over het te voeren milieubeleid. In zijn koperkleurige Toyota –‘ik gebruik eigenlijk altijd de fiets hoor’- rijdt hij naar Fairfax, een typisch Amerikaans dorpje buiten Washington in de belangrijke swing state Virginia.
Politieke betrokkenheid in Washington D.C.? Goed zoeken!
Op zijn kentekenplaat staat ‘taxation without representation’, de slogan waaraan je auto’s uit Washington D.C. kunt herkennen. De inwoners van de stad betalen namelijk wel belasting, maar hun mening wordt niet vertegenwoordigd door middel van een zetel in de Senaat. De enige afgevaardigde uit D.C. voor het Huis van Afgevaardigden heeft geen stemrecht. Dit omdat het politieke centrum van Amerika geen politieke kleur hoort te hebben, volgens de grondwet. Om meer bij te kunnen dragen aan de verkiezingen rijden er vandaag dus tientallen mensen naar de aangrenzende staat Virginia.
In het huis dat bij het gazon met de meeste Obama-bordjes hoort krijgt Tim een canvass-training. ‘De meeste mensen bij wie je aanbelt zullen waarschijnlijk op Obama gaan stemmen. Als je toch een Romney-aanhanger tegenkomt, verspil je tijd dan niet. Je kunt ze toch niet overhalen’, aldus de instructrice, die een Obama-fleecevest draagt. ‘Vraag wanneer de persoon gaat stemmen en vooral ook op wie. Vergeet niet te benadrukken dat het ook heel belangrijk is om op Tim Kaine te stemmen, de Democratische kandidaat voor de Senaat in Virginia. En of hij of zij een lift naar het stembureau nodig heeft. Succes!’
De temperatuur ligt inmiddels rond het vriespunt in Fairfax. Toch begint Tim vrolijk aan de vijftig adressen die op de lijst staan. Voordat hij aanbelt spreekt hij de namen van de mensen die hij gaat spreken hardop uit, om te oefenen. ‘Moeilijke namen zijn het. Chinees, Indiaas, Spaans; er wonen hier erg veel immigranten. Ook dat is typisch Amerikaans’. Bij de eerste tien huizen waar hij aanbelt doet er niemand open. Ondertussen praat Tim honderduit over de politiek in zijn land. ‘Mijn broer en oom hebben een hekel aan Obama. Ze vinden hem een communist. Andersom heb ik geen hekel aan Romney, hoor. Ik ben het niet met hem eens, maar hij neigt meer naar het centrum dan je zou denken. Obama en Romney zijn het op een aantal vlakken zelfs met elkaar eens’, vindt hij.
‘Als ik in twee staten op Obama zou mogen stemmen zou ik het nu doen’
Hoewel Tim nog nooit in zijn leven op een Republikeinse presidentskandidaat heeft gestemd, is hij ook kritisch op Obama. ‘De dingen die hij bereikt heeft op mijn vakgebied, het milieu, zijn niet echt noemenswaardig, daar moet ik eerlijk in zijn. Maar in het alternatief dat Mitt Romney heet heb ik al helemaal geen vertrouwen.’
Nadat hij met ruim tien enthousiaste Obama-stemmers heeft gesproken plakt Tim om half zeven verkleumd en moe een Obama-sticker op de bumper van zijn auto. Met zijn nieuw verkregen, kleine teken van politieke betrokkenheid boven zijn ‘taxation without representation’-kentekenplaat rijdt hij een half uur later Washington D.C. weer binnen.
Nathalie Hoogeveen is vierdejaars student aan de School voor Journalistiek. Tijdens de verkiezingen doet zij, samen met 23 medestudenten, vanuit Washington D.C. verslag van de Amerikaanse verkiezingen op Post Washington. Op twitter: @nath_hoogeveen