Politieke aardschokken voorspellen ingewikkelde verkiezingen in Italië
De Italiaanse parlementsverkiezingen zullen pas plaatsvinden in 2013 – mits het kabinet-Monti de eindstreep haalt. Maar de contouren waarbinnen de komende electorale strijd zal plaatsvinden, beginnen zich nu al af te tekenen. Veel hoofdrolspelers bevinden zich in roerige tijden – oude populistische helden zijn gevallen; de weggehoonde Berlusconi wandelt zonder pardon het toneel weer op. En naast de traditionele links-rechtsverdeling duikt er een beweging op die zegt het tapijt onder de volledige politieke kaste vandaan te willen trekken.
Allereerst het huidige kabinet. De wittebroodsweken van professor-premier Monti zijn goed over, zoals Servaas van der Laan eerder op dit blog schreef. Als het goed is wist hij van tevoren dat regeren en populariteitspolls winnen niet samen gaan, in een periode dat de EU heel veel in de Italiaanse melk te brokkelen heeft. En dat betekent snijden, bezuinigen, hervormen. Monti heeft echter aangegeven zich niet te kandideren bij de verkiezingen van 2013. Hij zal dus geen factor van betekenis meer zijn.
Centrumrechts: tranen
Aan de rechterzijde van het Italiaanse politieke spectrum is er een hoop veranderd én een hoop hetzelfde gebleven. Het zal weinigen zijn ontgaan dat Silvio Berlusconi opnieuw terug is van weggeweest. Iets meer dan een halfjaar na zijn aftreden heeft de ex-premier zijn kroonprins Angelino Alfano opzij geschoven om zelf het roer van de Popolo della Libertà weer in handen te nemen. De PdL raakt in de peilingen dan ook bijna ruim een derde van zijn zetels kwijt. Alfano, volgens partijgenoten in tranen na de coup, zal nog minstens één termijn plaats moeten maken. Voor de 75-jarige Cavaliere, die naar verluidt een scherpe anti-EU-campagne wil gaan voeren.
Lega Nord: schandaal
Een rechtse coalitie zal echter niet zo makkelijk te vormen zijn. Berlusconi’s traditionele partner, de Lega Nord, zou volgens de laatste peiling nog maar vijf procent van de stemmen halen. De sterk regionalistische anti-immigratiepartij is haar iconische leider Umberto Bossi definitief kwijtgeraakt na een fors corruptieschandaal. Nu Bossi’s naam officieel van het partijlogo is verwijderd, moet zijn weinig charismatische opvolger Maroni de partij uit het slop trekken. Voorlopig kan de Lega in ieder geval weinig betekenen voor de politieke rechterflank.
Centrumlinks: protesten
De centrum-linkse Partito Democratico (PD) draait ondertussen prima in de peilingen, maar ook hier rommelt het. Intern is er ontevredenheid over de voorverkiezingen, die volgens veel partijleden lang op zich laten wachten. Maar een nog heter hangijzer is het homohuwelijk; tijdens het laatste congres is een voorstel om legalisering van het homohuwelijk op te nemen in het partijprogramma niet in stemming gebracht, omdat de grondwet er ‘niet in zou voorzien’. Het leidde tot luidkeelse protesten tegen partijvoorzitter Rosy Bindi.
De Moviment 5 Stelle: opmars
Des te pijnlijker is de stormachtige opmarsvan een nieuwe politieke beweging, die wél volmondig de legalisatie van het homohuwelijk nastreeft. De Movimento 5 Stelle (M5S, ‘vijfsterrenbeweging’) onder aanvoering van de activistische komiek Beppe Grillo, zou volgens peilingen bijna twintig procent van de stemmen binnenhalen (portret bij Tegenlicht). Eerder dit jaar mocht de beweging al haar eerste vijf burgemeesters leveren. Het succes van M5S – vooral onder jongeren – komt vooral voort uit het fanatieke verzet tegen de volledige zittende politieke kaste. Grillo’s partij hecht er aan het goede voorbeeld te geven: de beweging neemt geen overheidsgeld aan om campagne mee te voeren (Italiaanse partijen hebben daar recht op), verbiedt zijn politici meer dan één politieke functie tegelijk te bekledenen streeft ernaar alle politici met een strafblad uit parlement en senaat te verbannen.
De vraag is wel of Grillo bereid is om uiteindelijk een kabinet te vormen met de centrumlinkse of -rechtse blokken, nu hij praktisch alle zittende politici tot vijand heeft verklaard. Doet hij geen water bij de wijn, dan zou het in 2013 nog wel eens heel ingewikkeld kunnen worden om een meerderheidskabinet te vormen. En het enige alternatief dat voor Italië nog funester zou zijn dan slecht bestuur is geen bestuur.