‘Surinaamse journalisten hebben vooral last van zelfcensuur’

Harmen Boerboom besluit in 2009 als correspondent voor de Wereldomroep naar Suriname te vertrekken. Vandaag de dag is hij er actief voor de NOS. Vorige maand boekte de NDP van de omstreden president Desi Bouterse een overwinning tijdens de verkiezingen. De Buitenlandredactie sprak Boerboom in deze tumultueuze periode over het correspondentschap, persvrijheid in Suriname en leven in de tropen.

Hoe bent u beland in Suriname?

In Suriname heb ik mijn jeugd doorgebracht en ben daarom het land altijd blijven volgen. Ik heb na mijn terugkeer in Nederland eind jaren ’70, begin jaren ’80, aan de School voor de Journalistiek gestudeerd. Ik had nog goede contacten in Suriname en ik kwam er regelmatig tijdens vakanties. In 1980 greep Bouterse de macht en daarna gebeurde er veel in het land. Ik heb toen mijn journalistieke professie gecombineerd met de kennis die ik had. Ik werkte toen voor de VARA en later voor Veronica Nieuwsradio; dat was leuk, dankbaar en interessant om te doen.

Harmen Boerboom vestigde zich in 2009 voor de Wereldomroep in Suriname. Hij werd correspondent voor de Caribische afdeling, niet wetend dat het bedrijf twee jaar later met een botte Haagse bijl weggesaneerd zou worden. “Dat was vervelend, mede omdat ik daarvoor een leuke baan in vaste dienst bij de NOS had opgegeven.”

Wat voor invloed heeft die permanente vestiging als correspondent op uw leven gehad?

Dat weet je pas op het moment dat je in je doodskist ligt. Ik ben daar met mijn toenmalige partner en zoon naartoe gegaan. We zouden voor vijf jaar gaan maar mijn ex heeft na twee jaar besloten om met mijn zoon naar Nederland terug te gaan; dat was een moeilijke tijd. Aan de andere kant heb ik een aantal bijzondere en historische momenten uit de geschiedenis van Suriname meegemaakt, met als hoogtepunt de verkiezing van Desi Bouterse tot president van het land. Bovendien is Suriname op dit moment een leuk land om te leven. Spijt van mijn vertrek uit Nederland heb ik dan ook niet.

Wat zijn de grootste verschillen tussen de werkzaamheden als journalist in Suriname en in Nederland?

Mijn werkzaamheden in Nederland waren heel anders dan het werk wat ik nu in Suriname doe. Ik was tot 2009 eindredacteur bij het NOS radio 1-journaal. Maar als je bedoelt of ik in Suriname mijn journalistieke vrijheid kan uiten: ja. Het is anders dan in Nederland, omdat je Surinamers journalisten die openhartig schrijven maar onbeschoft vinden. Je uit je daarom iets voorzichtiger dan je in Nederland zou doen. En de Surinaamse pers is vaak erg voorzichtig en legt zich soms zelfcensuur op. Maar het beeld zoals dat in Nederland vaak bestaat over een pers die aan banden ligt en constant wordt geïntimideerd, klopt niet.

Toch is intimidatie Boerboom niet helemaal vreemd. Zo vertelde hij eens dat hem na een straatinterview werd gezegd ‘op te moeten passen’. “Dat is een voorbeeld van de verschillen met Nederland. De regering heeft aanhangers en informanten op straat en die intimideren je soms. Ik kreeg toen inderdaad een waarschuwing dat ik moest oppassen met wat ik deed. Ik kende de man in kwestie omdat hij altijd op allerlei manifestaties van de partij van Bouterse rond liep. Maar weet je, als zo iemand zo iets zegt, dan moet je dat op een gegeven moment ook kunnen plaatsen. Dat zijn nu eenmaal dingen die gebeuren in Suriname.”

 Welke rol spelen de Surinaamse omroepen in het medialandschap?

Radio- en televisiestations zijn in handen van de overheid. Clifton Limburg, voormalig journalist en nu woordvoerder van Desi Bouterse, had toen ik in Suriname aankwam een kritisch radioprogramma waarin hij zeer scherpe vragen stelde aan leden van de toenmalige regering Venetiaan. Iedereen luisterde naar dat programma en ook ik vond hem geweldig en misschien wel de meest kritische journalist van Suriname. Maar ik schaam me daar nu voor. Hij is nu de spreekbuis van de regering Bouterse en stelt aan de huidige bewindslieden geen enkele kritische vraag zoals hij dat vroeger deed. Hij is zo gefocust op het feit dat Bouterse de beste is, zo iemand kan ik als journalist niet serieus nemen. Het is jammer dat hij zijn journalistieke talenten niet meer tot uiting brengt.

Ik heb een keer een incidentje met hem gehad toen de NOS had bericht over de betrokkenheid van Dino Bouterse en Desi Bouterse bij drugshandel. Ik kon toen op korte termijn geen reactie krijgen van de Surinaamse Minister van Buitenlandse zaken, waarna Limburg mij in een tirade een ‘waardeloze journalist’ noemde. Volstrekt onredelijk en zonder wederhoor. Maar laat hem lekker zijn gang gaan. Ik heb me er verder nooit bedreigd door gevoeld. Het is alleen soms vervelend. Zo was er een keer een persconferentie waarbij ik een vraag stelde aan ‘de heer Bouterse’. Limburg interrumpeerde en verbeterde mij dat ik Bouterse met ‘Excellentie’ of ‘Meneer de President’ moest aanspreken. Dan word je publiekelijk in een hoekje gezet. Maar Bouterse keek mij vervolgens aan met een blik van ‘ik begrijp wie je bedoelt, dus stel je vraag maar’.

U gaf aan dat het journalistieke klimaat van de jaren ’80 geenszins meer te vergelijken is met dat van vandaag de dag. Op wat voor manier is dat veranderd?

In de jaren ’80 was er in Suriname gewoon sprake van een dictatuur. Het is op dit moment niet meer zo dat je geïntimideerd wordt en dat je ’s nachts van je bed wordt gelicht als een militair vindt dat zoiets moet gebeuren.

Boerboom vindt dat Surinaamse journalisten zelf de sleutel tot persvrijheid in handen hebben. “Persvrijheid ligt natuurlijk ook bij de vrijheid die journalisten zichzelf toe-eigenen. De zelfcensuur is er veel minder dan vroeger, maar is er nog steeds. Een collega zei tegen mij dat ik van die directe vragen stel, terwijl ik gewoon de vragen stel die ik wil stellen. Er is nog een soort beleefdheid, je moet niet grof zijn en je moet niet brutaal zijn tegen bijvoorbeeld een minister. [pullquote align=”right”]De zelfcensuur is er veel minder dan vroeger, maar is er nog steeds.[/pullquote]Je houdt altijd rekening met je eigen positie en je eigen baantje. Dus de heersende journalistieke cultuur van zelfcensuur en voorzichtigheid is het grootste probleem. De situatie is natuurlijk heel anders dan in de jaren ’80, maar een zekere prudentie is er nog steeds. Daarnaast zou de Surinaamse journalistiek gebaat zijn bij een betere kwaliteit. Dat kan bewerkstelligd worden door een goede Journalistieke opleiding en betere betaling waardoor de journalisten niet allerlei bijbaantjes hoeven te hebben om een goede boterham te verdienen.”

Welke gebeurtenis heeft in de periode dat u als verslaggever in Suriname werkzaam bent het meest indruk op u gemaakt?

De verkiezing van Bouterse tot president. Dat een man met zo’n omstreden verleden opeens president wordt was erg bijzonder. Ook de invoering van de amnestiewet was een memorabel moment. Dat was een desillusie voor veel mensen die hem een tweede kans hadden gegeven. Maar de kritiek op de wet is alweer verstomd. Het staat voor bijna iedere Surinamer buiten kijf dat het gruwelijk is wat er in de jaren ’80 is gebeurd. Maar de kiezer van nu kijkt meer naar de toekomst dan naar het verleden. Bouterse zelf weet ook dat hij fouten heeft gemaakt. Ik denk dat hij de amnestiewet niet nodig had gehad, daarom is het in mijn ogen zo teleurstellend dat die wet werd doorgevoerd. Het is een gemiste kans en het was niet nodig. Maar hij komt er mee weg; zijn partij is absoluut de grootste.

Wat vindt u over het algemeen van de berichtgeving over Suriname in Nederland?

Ik vind het jammer dat mensen heel erg blijven doordenken in het oude beeld dat er van Bouterse bestaat. Dat beeld wordt mede in stand gehouden door toonaangevende kranten als Volkskrant en NRC. En dat terwijl ze hier niet eens correspondenten hebben zitten. Het is voor mij, en voor andere correspondenten die hier wonen en werken, soms best lastig om een beeld te geven dat wat genuanceerder is. “Maar in de Volkskrant stond dat …. .’ En dan mogen wij weer uitleggen dat het allemaal niet zo’n vaart loopt. In het Parool stond laatst dat ‘heel Suriname in spanning wacht’ op de veroordeling van Dino Bouterse. Dat was gewoon helemaal niet waar. Ik krijg daar dan vervolgens weer allemaal telefoontjes over uit Hilversum en moet uitleggen dat het allemaal anders ligt.

Veel media blijven hangen in dat beeld van Bouterse als boef en moordenaar. Blijkbaar gaat dat er makkelijk in bij de hoofdredacties. Maar er wordt een plaatje van Suriname gemaakt dat niet meer correct is. O zeker, er is hier nog steeds enorme corruptie en vriendjespolitiek is aan de orde van de dag. Maar dat is niet typisch voor de huidige regering. En ondanks alles wat er nog in het land moet gebeuren, kan je objectief vaststellen dat Suriname sinds de jaren ’80 heel erg is veranderd. En Bouterse ook, want anders zou hij niet zo populair zijn.

Vergelijkbare berichten