Politie treedt op tegen antifascisten. Foto Jilke Tanis
|

Stoomcursus journalistiek tussen de Duitse anti-fascisten

Mijn interesse voor rechts-extremisme onstond toen ik op een zaterdagmiddag klem kwam te zitten tussen een politie-eenheid en een groepje antifascisten.

Tegendemonstreren
Het was zomer in Wolfsburg en een prachtige dag voor een demonstratie. De hele dag al liepen er mensen in het zwart langs het appartementenblok, zwaaiend met vlaggen met antifascistische emblemen en ondubbelzinnige teksten als ‘Nazi’s raus’. Het was fascinerend om de stoet mensen te zien, sommigen niet ouder dan een jaar of vijftien.

Nieuwsgierig voegde ik me bij de groepen mensen op straat, luisterde naar gesprekken en volgde de tegendemonstranten een tijdje door de stad. Het bleek vooral een zoektocht te worden naar nazivlees – die dag was er ergens in een buitenwijk van de stad een demonstratie door nazi’s aan de gang. Elke straat ernaartoe werd door speciale politie-eenheden hermetisch geblokkeerd.

Demonstratie van antifascisten. Foto Jilke Tanis
Demonstratie van antifascisten. Foto Jilke Tanis

Terwijl ik op een afstandje de mensenmenigte observeerde, ontstond opschudding. Tien seconden later was de straat veranderd in een slagveld, met rennende en stijgerende paarden. En met antifascisten die, bij gebrek aan nazi’s, de politie te lijf gingen.

En ik zat er middenin. Toch wel een beetje gespannen probeerde ik me te verplaatsen, maar de ME’ers waren onverbiddelijk: er was geen weg vooruit; om uit de woelende menigte te komen moest ik door het slagveld heen. In mijn hoofd maakte ik die middag mijn eerste, en eigenlijk wel logische, demonstratie-aantekening: vooruit denken, overzicht houden!

Camera
[pullquote align=”right”]”Ik moest door het slagveld heen. In mijn hoofd maakte ik die middag mijn eerste demonstratie-aantekening: vooruit denken, overzicht houden![/pullquote]Als antifascist of demonstratieliefhebber kom je in Duitsland goed aan je trekken. Minstens elke maand is er ergens in het land wel stad of een dorp waar je lekker kunt rebelleren. Nazi-jagen als sport, met de politie als obstakel en de nazi als de vijand.

Voor een reportage over dit fenomeen volgde ik begin dit jaar een jongen van het Black Bloc en wat studenten in een tegendemonstratie in Magdeburg, de hoofdstad van de oost-Duitse deelstaat Saksen-Anhalt.

Terwijl het groepje jongens de politie probeerde te omzeilen en ook hier weer chaos ontstond, stond ik met een van de studenten te fotograferen. Hier leerde ik al snel les nummer twee: die camera werkt perfect; terwijl de politie de straat schoonveegt, laten ze fotografen met rust. Met nazi’s of hardcore-antifascisten moet je daarentegen oppassen, die kunnen nogal agressief worden als ze een camera zien.

Perskaart
De derde les leerde ik aan het eind van de dag, toen ik Magdeburg wilde verlaten. De hele dag had er in Magdeburg pers rondgelopen met opvallende vesten en allerlei emblemen op de kleding. Zelf vond ik dat te opvallend; mijn normale kleding had er die hele dag al aan meegeholpen dat ik een goed beeld kreeg van het tegendemonstreren en het optreden van de politie.

Politie treedt op tegen antifascisten. Foto Jilke Tanis
Politie treedt op tegen antifascisten. Foto Jilke Tanis

Tot ik dus rond een uur of vijf in mijn uppie weg wilde en overal politie-eenheden tegen het lijf liep die treinstations en de hoofdwegen blokkeerden. Visitekaartje, paspoort en mijn Nederlandse accent hadden geen effect: er was een perskaart nodig om te bewijzen dat ik geen antifascist was. In mijn hoofd maakte ik mijn afvinklijstje ‘demonstreren’ weer een stukje langer: toch maar die perskaart aanschaffen. Al is het maar om sneller thuis te komen.

Jilke Tanis werkt als freelance journalist in Duitsland en specialiseert zich in rechts-extremisme. Voor de Buitenlandredactie schrijft ze een serie over dit onderwerp.

Vergelijkbare berichten