Kiosk in Bologna. Foto Luigi Rosa / Wikimedia Commons
|

Help! Italiaanse media raken interesse in buitenlandjournalistiek kwijt!

De Italiaanse journalist Giovanna Loccatelli klaagt vanuit Caïro in the Guardian dat de media in haar thuisland zich niet meer voor echte buitenlandjournalistiek interesseren. Het klinkt als een klaagzang van een freelancer die te weinig opdrachten binnenkrijgt. Maar Loccatelli raakt een gevoelig punt. De buitenlandpagina’s in grote kranten slinken.

Af en toe pakt La Repubblica uit met een grote reportage uit Afghanistan. Of komt de Corriere della Sera met een analyse van de situatie in Oekraïne. Maar wanneer Matteo Renzi een nieuw kabinet presenteert, puilen de kranten in Italië uit van de wetenswaardigheden rond de kabinetswissel. En dat er dan hele hoofdstukken worden gewijd aan de kleur van het broekpak van de 33-jarige vrouwelijke minister, daar kijkt niemand meer van op.

Lees ook ons interview met Nederland-correspondent Marika Viano van Corriere della Sera en La Gazetta dello Sport.

De balans is zoek
Dat er meer aandacht wordt besteed aan binnenlandse dan aan buitenlandse zaken is niets nieuws. Maar volgens Loccatelli is de balans zoek. Ze wijst de beschuldigende vinger naar mediatycoon Silvio Berlusconi die, samen met een paar andere giganten, het medialandschap domineert. Kwaliteitsjournalistiek lijkt daarbij het kind van de rekening te zijn. Want roddel en achterklap verkoopt nu eenmaal beter dan een analyse van de problemen in de Sahel. Jammer, vindt Loccatelli, want met de huidige communicatiemiddelen is kwalitatieve buitenlandjournalistiek beter te realiseren dan ooit.

De klacht van Loccatelli lijkt niet uniek voor Italië te zijn. Overal gaan zogenoemde kwaliteitsmedia mee in de popularisering van het nieuws. Kijk maar eens wat de Volkskrant en NRC Handelsblad op zaterdag allemaal door uw brievenbus proberen te duwen.

‘Dat interesseert onze lezers niet’
Maar de Italiaanse journalist zegt met een jaloers oog naar andere buitenlandse correspondenten te kijken. Om haar heen ziet ze veel jonge freelancers die opdracht na opdracht binnenkrijgen. Terwijl Italiaanse media vertrouwen op een paar vaste correspondenten, veelal mannen van pensioenleeftijd, die plichtmatig hun stukjes tikken. Op voorstellen van freelancers wordt vaak niet eens gereageerd. En als er wordt gereageerd is dat vaak met een boodschap als ‘dat interesseert onze lezers niet’ of ‘we hebben al iemand in Rome die de zaak (via persbureaus) volgt’. Wie geluk heeft en wel zijn stuk kwijt raakt, krijgt hier vaak niet meer dan 40 euro voor.

Lees ook het schrijnende verhaal van journaliste Francesca Borri

Het gevolg is dat buitenlands nieuws in Italiaanse media overal hetzelfde is. Als er rellen zijn in Caïro worden het aantal doden en gewonden samen met enkele verklaringen van politiek leiders keurig van persbureaus overgeschreven. De werkelijke achtergronden en bewegingen achter de rellen, worden niet belicht. Jammer, vindt Loccatelli, want er zijn veel (jonge) journalisten in Caïro die deze reportages willen en kunnen maken.

Liever blote vrouwen dan achtergrond
Volgens Loccatelli zijn het niet zozeer de Italianen die de interesse voor buitenlandse ontwikkelingen zijn kwijtgeraakt. Italianen die het buitenlandse nieuws willen volgen, doen dat via niet-Italiaanse websites, zegt ze. Maar het zijn de grote mediabedrijven die buitenlandjournalistiek steeds meer wegbezuinigen. Jonge Italiaanse correspondenten zijn daarom genoodzaakt voor anderstalige media te schrijven. En in Italië lezen al zo weinig mensen een krant. Als ze het doen, dan is het vaak de Gazzetta dello Sport of zijn het de ‘altre passioni’ (blote vrouwen).

Nu sterven ook nog de buitenlandpagina’s in de serieuze kranten uit. Media worden zo egocentrischer en het blikveld van de geïnformeerde Italiaanse burger steeds beperkter. Als het waar is wat Loccatelli schrijft, dan heeft de Italiaanse journalistiek een serieus probleem.

Vergelijkbare berichten