|

Verkiezingen 2014: waar is de lach?

Je kunt veel van de Zuid-Afrikaanse president Jacob Zuma zeggen, maar niet dat hij geen fijne lach heeft. Zuma lachte ooit, toen hij Thabo Mbeki (die nooit lachte) zes jaar terug van de presidentiële troon stootte in, graag en veel.

Een fijne lach is een machtig wapen in de politiek – en niet alleen vandaag op Blue Monday. Beste voorbeeld is Nelson Mandela. Die had de mooiste lach ooit. Ik las afgelopen week het boek Nelson Mandela van de Amerikaanse journalist Richard Stengel (die samen met Mandela ook diens autobiografie schreef). Stengel schrijft daarin:

“Mandela was zich al snel bewust dat zijn lach onderdeel was van zijn macht. Met de jaren merkte ik, tijdens de honderden keren dat ik hem ontmoette en ik hem zag poseren voor foto’s, dat zijn lach altijd precies dezelfde was. Als een groot acteur had hij hem geperfectioneerd. Je kunt foto na foto bekijken, maar elke keer is die lach identiek.”

De lach van Mandela was niet zozeer het ultieme middel in de verkiezingscampagne van 1994, gaat Stengel verder, de lach was die campagne. Het was een lach die zwarte kiezers verzekerde dat zij de verkiezingen zouden winnen, en die blanken vertelde dat zij bij Mandela veilig waren.

Ron Gutmans TEDx-toespraak over de kracht van lachen:

Meer lachen zou het ANC goed doen
De lach van Zuma had vandaag de dag wellicht hetzelfde kunnen doen als hij (en zijn entourage) niet zo uitzonderlijk krampachtig alle corruptiebeschuldigingen van de laatste tijd had ontkend. Een excuus, een ‘sorry, het was een foutje’ met een welgemeende bulderlach had Zuma misschien kunnen behoeden voor de toenemende verachting onder kiezers in zijn land. Maar hij koos anders. Nu is het te laat.

Meer lachen zou het ANC sowieso goed doen. Maar het ANC is het lachen sinds Mandela verleerd – met dus Zuma in 2007/2008 als uitzondering. Het ANC presenteert zich al anderhalf decennium bij uitstek chagrijnig. De partij voelt zich structureel miskend, gaat altijd in de agressieve aanval en heeft geen enkel gevoel voor humor.

De reden dat de partij er tot nu toe mee wegkomt, is dat de oppositie al even verbeten en humorloos is. Helen Zille van oppositiepartij DA is een goed politica, maar op een lach betrap je haar zelden. Julius Malema van EFF is de verpersoonlijking van verongelijktheid en woede. En ook Ramphele Mamphela van Agang is vooral boos – op het ANC.

Tutu zou elke verkiezing glansrijk winnen
Het is politiek gezien eeuwig zonde, zeker in Zuid-Afrika, het land met op individueel niveau de meeste vrolijke zelfspot die ik ooit heb gezien. Nergens wordt lachen zo gewaardeerd. Maar niet één politicus die het lijkt te lukken van lachen zijn handelsmerk te maken.

Dom, want als Zuid-Afrikaanse politici een paar blikken zouden werpen op Nederland, zouden zij zien waar een lach je kan brengen. Mark Rutte leidt nu al zijn tweede disfunctionerende minderheidskabinet. Zonder visie, maar met lach. Die lach mag tegenstanders soms irriteren, zij is wel degelijk de belangrijkste reden waarom de Nederlandse premier al jaren met zijn fouten wegkomt.

Gelukkig dus maar voor het ANC dat Desmond Tutu al zo oud is. Hij zou door zijn lach elke verkiezing in Zuid-Afrika glansrijk winnen. Ik denk dat hij precies daarom is uitgegroeid tot persona non grata binnen het ANC. Pure afgunst.

Vergelijkbare berichten