Jack Leenaars aan het fietsen in New Delhi (rechts). Foto Jack Leenaars
|

Van India-correspondent naar succesvol ondernemer

Bio: Jack Leenaars (39) vierde onlangs dat hij tien jaar in de Indiase hoofdstad, New Delhi, woont. Vanuit deze stad werkte hij zeven jaar als correspondent voor onder meer de Telegraaf. Inmiddels heeft hij zijn journalistieke bestaan vaarwel gezegd om zich op zijn bedrijf Delhi by Cycle te storten. Hij organiseert dagelijkse fietstours voor toeristen door Delhi en heeft vijfentwintig mensen in dienst.

Van de journalistiek naar het organiseren van fietstours, een logische stap?

Fietsen door Delhi heb ik eigenlijk altijd gedaan. Toen ik nog journalist was, vond ik het leuk om op de fiets te stappen en naar een afspraak te gaan. Je kunt grote afstanden afleggen en je komt op plekken waar je met de auto eigenlijk niet kunt komen. De overgang is kleiner dan je zou denken. Als journalist ben je bezig met ontdekken en je openstellen. Toen ik begon met ‘Delhi by Cycle’ heb ik eigenlijk precies hetzelfde gedaan. Ik ben op ontdekkingstocht gegaan door de stad waar ik toen al zes jaar lang woonde. Voorheen goot ik de ontmoetingen met mensen die ik onderweg deed in een verhaal, maar daarna gebruikte ik deze ontmoetingen bij het bepalen van de fietsroutes door de stad.

Waarom stopte je met de journalistiek?

Dat was de deal. Ik mocht geen business runnen met mijn journalistenvisum. Toen ben ik van status veranderd. Als je geen journalistenvisum hebt in India mag je niet als journalist werken. Dat geldt ook voor het hebben van een eigen bedrijf. Daar heb je een speciaal visum voor nodig. Het was een weloverwogen beslissing, want dit werk is ministerns zo enerverend. Als correspondent heb je een andere positie in de Indiase samenleving. Als je hier een onderneming runt, dan maak je veel meer deel uit van de samenleving. Ik heb in India eigenlijk twee verschillende levens geleid. Wat ik wel eens mis is ’s avonds een stuk tikken. Dat ik dan achter mijn computer zit te schrijven wanneer het buiten donker is en het huis stil.

Hoe ben je in India terechtgekomen?

Mijn afstudeerscriptie voor de opleiding Interculturele Communicatie aan de UvA ging over mensenrechten en de media. In het kader daarvan had ik buitenlandredacties benaderd van verschillende kranten. Het contact met de chef buitenland van de Telegraaf was heel goed. Het klikte en hij belde mij na mijn afstuderen op, of ik geen stage wilde komen lopen op hun redactie. Ik wilde altijd al op een buitenlandredactie werken, want het was mijn doel om uiteindelijk naar het buitenland te gaan. De twee jaar op de redactie zijn een goede leerschool geweest. Een buitenlandredactie is heel leuk. Altijd in beweging. Na twee jaar kreeg ik de kans om naar New Delhi te gaan. Ik was toen 28, eigenlijk heel jong nog.

Hoe is het om in India als correspondent te werken?

Als je eenmaal je visum hebt, dan is het vrij makkelijk. Een journalistenvisum krijgen is de grootste uitdaging in India. Deuren gaan pas voor je open als je er eenmaal bent. Je kunt dan gemakkelijk tot de allerhoogste kringen doordringen. Dat is het voordeel van buitenlander zijn in India. Ik was nog nooit in India geweest voordat ik vertrok. Ik denk dat de Tsunami in 2004 wel een beetje mijn vuurdoop was als correspondent. Toen heb ik vanuit India verslag gedaan voor de NOS. Ik vind het een fantastisch land, maar het is geen liefdesrelatie geworden.

Wat is jouw gouden tip voor jonge journalisten die correspondent willen worden?

Ik denk dat alles te maken heeft met ambitie, drive en doelgerichtheid. Dat is niet zozeer gekoppeld aan het correspondentschap, maar met eigenlijk alles in het leven. Je moet het gewoon doen! Als je iets voor ogen hebt dan is het een kwestie van realiseren, of het nou iets kleins of groots is. Je moet positief zijn en zelfvertrouwen hebben. Natuurlijk speelt ook talent een rol en je moet op het juiste moment op de juiste plek zijn. Een zakelijk inzicht hebben, is ook belangrijk. Je runt toch je eigen toko. Als journalist in het buitenland heb te maken met concurrentie, want er zijn genoeg andere correspondenten. Daarom is het belangrijk om je eigen plekje te veroveren.

Gaan we jou nog een keer terugzien in de journalistiek?

Nee, ik heb niet de ambitie meer om correspondent te zijn. Ik houd er niet van om terug te gaan naar dingen die ik al gedaan heb. Maar ik zou nu wel een betere correspondent zijn dan dat ik op mijn 28ste was. Door de bagage, de inzichten en de rijkere kijk op het leven die ik nu heb. Het lijkt me fantastisch om correspondent te zijn met wie ik nu ben, maar één van de redenen waarom ik gestopt ben met het correspondentschap is de beschikbaarheid. Je moet altijd in dienst van de redactie staan. Zij bekijken het nieuws vanuit het Nederlandse perspectief en ik bekeek het vanuit het Indiase perspectief. Ik denk na mate je langer op een post zit, de afstand met de redactie groter wordt.

Blijf je voorlopig in India?

Ik had nooit voor mogelijk gehouden dat ik tien jaar lang in Delhi zou blijven. Ik ben het avontuur aangegaan en ik dacht; ik zie wel waar het schip strandt. Ik ben net 39 geworden en ik heb hier drie kinderen gekregen. Als ik weg zou gaan, dan zou ik het dagelijks leven missen. Ik vind India fantastisch en inspirerend, maar toch denk ik dat ik het achter me zou kunnen laten. Mits ik niet terugga naar Nederland. Dat zou echt een verschil zijn van dag en nacht. De reden dat ik nog steeds in India ben, is dat ik hier een aaneenschakeling van uitdagingen vind. Delhi by Cycle is nu mijn hoofdactiviteit, dat heb ik de afgelopen vier jaar opgezet. Ik ben onlangs samen met Marte Kaan, een psychologe en schrijfster uit Nederland, The Blue Elephant Project begonnen. Dit is een project waarbij we nieuwe expats kennis laten maken met de stad en de Indiase cultuur. Nee, voorlopig ben ik hier nog niet weg.

Deze productie voor De Buitenlandredactie werd gemaakt in het kader van het journalistieke trainingsprogramma van Beyond Your World.

Vergelijkbare berichten