|

De Mugamma: toonbeeld van bureaucratie

Om legaal in Egypte te kunnen verblijven heb je als buitenlander een visum nodig. Bij aankomst op de luchthaven kun je er voor 15 Amerikaanse dollar een kopen die een maand geldig is. Als je visum verlopen is, moet je zelf een nieuwe aanvragen. Hiervoor moet je in downtown Cairo naar de beruchte Mugamma: een monsterlijk groot en buitengewoon lelijk gebouw op het Tahrir-plein.

De Mugamma is het toonbeeld van bureaucratie. In ellenlange gangen word je van raampje 51 via raampje 7 naar raampje 36 gestuurd, waar je in ellenlange rijen moet staan wachten op postzegeltjes, stempeltjes en – uiteindelijk – een nieuw visum. Je word meestal geholpen door iemand die tegelijkertijd verwikkeld is in een mobiel telefoongesprek wat nergens over gaat en omringd is door minimaal vijf ‘collega’s’ die allemaal druk bezig zijn met voor zich uit staren, de krant lezen, thee drinken en gezellig met elkaar kletsen. ‘De Mugamma is de plek waar je waardigheid en wil om te leven je ontnomen worden’ zo omschreef een Egyptische vriend van me het eens treffend.

Perskaart
Ik heb een perskaart en daarbij hoort een ander visum dan een normaal toeristenvisum. Ik moet er voor bij een speciaal perskantoortje zijn en in plaats van dat ik zelf in rijen moet wachten is er een mannetje die je paspoort inneemt en vervolgens alles voor je regelt. De aanvraagprocedure is wel hetzelfde: je vult een formulier in en dan schrijven ze een soort reserveringsnummer in je paspoort.

Appeltje, eitje, zou je denken. Maar niet in mijn geval, want ik kom aanzetten met twee paspoorten: een oude en een nieuwe. In mijn oude paspoort staat het ‘reserveringsnummer’, maar ik wil mijn visum uiteraard in mijn nieuwe paspoort hebben.

Mugammiaans
Dit blijkt bijzonder lastig. Na vier keer uitleggen krijg ik dan ook van de aanwezige stropdas in het perskantoor te horen: ‘Kom morgenochtend om 10 uur maar terug’. Ik weet na bijna drie jaar visa aanvragen in deze betonnen kolos inmiddels dat dat Mugammiaans is voor: ‘ik heb geen idee hoe ik je kan helpen, kom morgen maar terug, hopelijk is er dan iemand die wel weet wat er moet gebeuren.’

De volgende dag is er inderdaad iemand aanwezig die snapt hoe mijn nieuwe visum in mijn nieuwe paspoort krijgen is, terwijl het reserveringsnummer in mijn oude paspoort staat. Ik moet 7,5 Egyptische pond betalen voor het ‘overzetten van data’, oftewel het met pen overschrijven van het reserveringsnummer in mijn nieuwe paspoort.

Gaatjes
Maar dan komt het volgende probleem. In mijn oude paspoort zijn gaatjes geperforeerd om het ongeldig te maken. Een van de gaatjes is per ongeluk door het reserveringsnummer heen gegaan. Een cijfer in het midden ontbreekt. Computers doen ze in de Mugamma niet aan en dus moeten er zes mensen, twee telefoontjes naar het algemene perscentrum elders in Cairo, drie schriften en vier multomappen aan te pas komen om uit te vogelen wat het ontbrekende cijfer is. Het is een vijf, zo blijkt een half uur later. ‘Kom vanmiddag om 1 uur terug, dan ligt je nieuwe paspoort met het nieuwe visum erin voor je klaar’ krijg ik van de grote baas van het perskantoor in de Mugamma te horen.

Om kwart over een ‘s middags wandel ik de Mugamma weer in. Ik ga braaf in het perskantoortje op een stoel zitten wachten. Na een half uur wachten is de batterij van mijn telefoon leeg en begin ik me te vervelen. Ik vraag een dikke man die aan het bureau tegenover me zit of het nog lang duurt. Ik heb honger en dorst.

iPad
Hij begint een onsamenhangend verhaal over ‘problemen met de machine’ en dat het druk is. ‘Maar je paspoort komt er zo aan hoor’, weet hij. Ik begin aan mijn huiswerk, de dikke man verdiept zich weer in zijn iPad.

Na een dik uur wachten komt er een Franse journalist binnenlopen. Hij begint een gezellig theeleutverhaal met de dikke man. Een minuut of tien later komt er zowaar iemand binnen met een paspoort in zijn handen. Ik wil net aan een vreugdedansje beginnen als blijkt dat het de Fransman zijn paspoort is. Ik verlies mijn geduld. ‘Verdomme! Waar is mijn paspoort? Ik zit hier al twee uur!’, foeter ik. De dikke man achter het bureau schrikt ervan.

‘Dit doen we niet om journalisten te pesten hoor’, bezweert hij me. ‘Ik wilde je vanochtend al zeggen dat je vanwege de drukte beter later kon komen, maar ik wilde mijn baas niet tegenspreken.’ Het blijkt dat hij en zijn collega alleen nog op kantoor zijn omdat ik op mijn visum zit te wachten. Anders waren ze tegelijk met de grote baas een uur geleden al weg gegaan.

Einddatum
Het duurt nog een half uur voordat mijn paspoort eindelijk klaar is en ik mijn handtekening kan zetten voor ontvangst. Bij het controleren van de gegevens zie ik de einddatum op het visum: 15 december. Ik heb tweeenhalf uur zitten wachten op een visum dat nog maar twaalf dagen geldig is. Het is zo kort geldig omdat mijn perskaart om diezelfde tijd ook verloopt.  Dat had iemand ook wel even eerder mogen zeggen. Ik was in de veronderstelling dat ik er een voor drie maanden zou krijgen.

Dit betekent dat ik morgen naar het algemene perscentrum moet om een aanvraag te doen voor een nieuw visum en dan vervolgens met die papieren weer terug naar de Mugamma moet om de procedure voor een nieuw visum op te starten. Die procedure duurt minimaal twee weken.

‘Nou, tot morgen dan maar’, zeg ik tegen de dikke man als ik de deur uit loop. Hij lacht als een boer met kiespijn. Volgende keer dat ik een visum moet gaan ophalen neem ik water, eten en een kussen mee, beloof ik mezelf.

Vergelijkbare berichten