Foto Gert-Jan Peddemors
|

Aralsk wacht op het wassende water

Door een subtiele tik op het gaspedaal zakt de terreinwagen via een steil zandspoor een paar meter naar beneden. “Welkom op de zeebodem van het Aralmeer,” roept onze gids terwijl hij in zijn achteruitkijkspiegel kijkt naar de reacties op de achterbank. Met open mond staren we naar de gigantische zandwanden die ooit kustlijnen waren, naar de enkele kamelen die de miljoenen vissen hebben vervangen en naar stoffige restanten van wat ooit machtige schepen moeten zijn geweest. We generen ons enigszins voor ons ramptoerisme, maar onze gids ziet daar geen reden toe. “Kijk maar goed om je heen nu het nog woestijn is, over vijf jaar wordt hier gewoon weer gevist.”

We zijn verbaasd dat onze gids zo optimistisch is over een plek die te boek staat als één van de grootste milieurampen aller tijden. Het Sovjetbewind in Moskou offerde willens en wetens het Aralmeer op om de katoenplantages in de Centraal Aziatische achtertuin te irrigeren. Het water werd van de Syr Darya rivier, de toevoer van het Aralmeer, afgetapt waardoor het waterpeil vanaf 1960 twintig centimeter per jaar zakte. De Sovjet-Unie maakte zich geen zorgen om het milieuaspect. Veel interessanter was de welvaart die het opleverde, maar misschien nog wel belangrijker was het creëren van een andere mind set: “Met irrigatie kunnen we het verleden begraven en de overgang naar het socialisme verzekeren,” sprak Lenin tijdens het aankondigen van de irrigatieplannen in 1918.

Foto Gert-Jan Peddemors
Foto Gert-Jan Peddemors

Serik, onze gids, werkt vanuit een NGO die zich inzet voor het herstel van het noordelijke deel van het Aralmeer. Na een half uur rijden maakt hij de eerste stop op de droge vlakte. “We zijn er. Dit is het scheepskerkhof.” Enkele roestige overblijfselen van boten kruipen uit het zand omhoog. Er is enige fantasie voor nodig om voor te stellen dat deze wrakken ooit werden bevaren. Kunstige tekeningen op de scheepswanden bewijzen dat ze vooral een goede dienst bewijzen als schildersdoek. Toch is het grootste gedeelte door de vele zandstormen verworden tot een gatenkaas. Alleen de punt van het schip lijkt nog helemaal intact. “De schepen zijn van niemand.” zegt Serik. “De vissers in de nabij gelegen dorpen zijn door de opdroging hun baan kwijtgeraakt. Ze moesten op een andere manier aan geld zien te komen en begonnen de schepen uit elkaar te halen. De onderdelen zijn verkocht als schroot.” Volgens Serik kijken de mensen uit de vissersdorpen niet meer naar het verleden, maar zijn ze bezig met overleven tot ze weer kunnen vissen. En hij weet zeker dat die dag binnenkort zal komen.

Herstel
Onze gids heeft een kantoortje in Aralsk, een stadje aan de noordelijke kant van het Aralmeer. Praktisch elke Lonely Planet-lezer maakt vanaf die plek een tocht naar de bodem van het Aralmeer, en jawel, allemaal met Serik of met één van zijn vrienden. Binnenkort is dat voorbij. Het gaat namelijk goed met het herstel van het noordelijke Aralmeer. Zo goed zelfs, dat Serik denkt dat de tripjes naar de bodem van het Aralmeer over een aantal jaren alleen nog mogelijk zijn per onderzeeër. Met een lening van de Wereldbank werkt zijn NGO samen met een Deense organisatie aan herstel. “Door het aanleggen van een dam vlakbij de grens tussen Kazachstan en Oezbekistan wordt het water van de Syr Darya rivier richting het noordelijke deel geleid. Via deze rivier is het water ook ooit weggesluisd naar de katoenplantages. Langzaam komt het water weer terug. Voor de aanleg van de dam in 2005 was de oever van het meer ruim zestig kilometer verwijderd van de kustlijn in Aralsk. Nu is het 2013 en is de kustlijn nog maar 25 kilometer ver weg.”

Foto Gert-Jan Peddemors
Foto Gert-Jan Peddemors

Toch zit er een schaduwzijde aan het succes. Terwijl het noordelijke deel langzaam volloopt, is het zuidelijke deel aan de kant van Oezbekistan opgegeven. “De enige redding voor het zuidelijke deel is de rivier die van Turkmenistan naar Oezbekistan stroomt. Dat water kan als toevoer dienen, maar daar moet Turkmenistan aan mee werken. Dat zullen ze waarschijnlijk nooit doen.” De Syr Darya rivier die het noordelijke deel wel laat vollopen, kan volgens Serik nooit het veel grotere zuidelijke deel herstellen. “Het is simpelweg te weinig. Als we dat zouden doen, zou veel water verdampen en dat komt het noordelijke deel ook niet ten goede.”

Na een stoffige woestijntocht van ruim drie kwartier arriveren we op de laatste bestemming. De meeuwen verraden dat er een kustlijn verscholen zit achter het hoge riet. “Dit is het Aralmeer zoals het hoort te zijn, helder water vol met vis. Ik kom hier vaak om te zwemmen.” Toch denkt Serik er over vijf jaar niet meer te komen. “Dan kan ik de auto laten staan en vanaf mijn huis in Aralsk naar de oever lopen.”

Project Menjatj (Russisch voor ‘Veranderd’) is een project van fotograaf Gert-Jan Peddemors, waarbij hij met zeven schrijvers door de republieken van de voormalige Sovjet-Unie reist. Doel van de reis is om vast te leggen hoe de Sovjet-geschiedenis vandaag de dag nog is terug te zien, en hoe deze bijzondere landen zich ontwikkeld hebben na de val van de Unie. De laatste etappe loopt door Centraal-Azië, waarbij Oezbekistan, Tajikistan, Kyrgyzstan en Kazachstan worden aangedaan. Gedurende zes weken schrijven Lindsey Groot en Sjoerd Klumpenaar de verhalen achter de foto’s van Gert-Jan. Naast verhalen voor De Buitenlandredactie produceren zij tijdens hun reis door Centraal Azië ook op www.menjatj.nl

Vergelijkbare berichten