Vlnr. Lily Hindy, Louise Roug Bokkenheuser, Danny Gold en Anna Therese Day. Foto Hans Klis
|

Frontline moet freelancer beschermen in conflictgebieden

De mensen die ons van avonturisme betichten, zijn meestal diegenen die ons vanaf hun bureau dwingen om een paar meter dichter op de actie te gaan zitten. – Fotograaf Danny Gold.

Nieuwsmedia moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor hun freelance journalist in oorlogsgebieden. Dat doen ze niet vanzelf, dus daarom dwingen de freelancers hen nu daartoe.

Dat is in het kort het verhaal achter de ‘launch party’ van het Frontline Freelance Register (FFR) in New York vorige week woensdag. Het FFR moet de positie van onafhankelijke journalisten in gebieden als Syrië of Mali verstevigen.

Geen oorlogstoeristen
Die positie is schrijnend. Dat blijkt ook uit de voorbeelden die de leden van het panel in de oude brandweerkazerne op Lafayette Street op Manhattan geven. Zo vertelt FFR-medeoprichter Anna Therese Day (oa. BBC, Al Jazeera en CNN) hoe zij in Syrië risico’s moest nemen onder druk van haar opdrachtgevers. Anders wilden ze haar verhaal niet publiceren. Day: “Toen ik me achteraf realiseerde dat ik ook zonder deze levensgevaarlijke risico’s een verhaal had, voelde ik me belazerd”.

Het verwijt van roekeloos avonturisme en oorlogstoerisme doet daarom ook zeer, zegt conflictfotograaf Danny Gold (oa. Wall Street Journal, NBC News) toe. “De mensen die ons daarvan betichten, zijn meestal diegenen die ons vanaf hun bureau dwingen om een paar meter dichter op de actie te gaan zitten.”

Syrie was een ‘gamechanger’
Waarom juist nú een organisatie wordt opgericht voor deze groep journalisten, (jonge) journalisten riskeren al langer hun leven in conflictgebieden, vertelde beeldjournalist Ayman Oghanna vorige week al in NRC Handelsblad: Syrië. Het land voert al twee jaar de lijst aan van dodelijkste land voor journalisten.

Het conflict in Syrië legde de kwetsbaarheid van de freelancer bloot. Oghanna raakte – net als vele van zijn collega’s – gefrustreerd door de impliciete beloftes van media om werk af te nemen van freelancers in Syrië, maar zelf niet de verantwoordelijkheid te willen dragen hen financieel, logistiek te steunen of maar enige verantwoordelijkheid te nemen voor hun welzijn.

Daarom sloegen onder andere Oghanna en Day, de handen ineen met Vaughan Smith. Die laatste richtte in 2003 The Frontline Club ter ere van zijn negen collega’s van Frontline News Television die tijdens hun werk omkwamen. Smith biedt financiële ondersteuning aan het FFR en schreef een week voor de officiële start van het FFR, 7 juni, dit manifest over de positie van de freelancer.

Meer dan alleen maar een pakje sigaretten en een camera
Het FFR wil zich het komende anderhalf jaar inzetten voor een standaardisering in de kennis en vaardigheden van freelancers, vertelt Day in New York.

Iedereen die zich aanmeldt moet een strikte Code of Conduct ondertekenen. Zo moeten zij onder andere veiligheids-en EHBO-cursussen gedaan hebben en in het bezit zijn van beschermende kleding (en deze gebruiken). Nu hebben de meeste freelancers in oorlogsgebieden deze wel, maar het FFR wil alle schijn van avonturisme wegnemen. Iemand die met alleen maar een camera, een pakje sigaretten en nul training naar Aleppo vertrekt is niet welkom.

Doordat ieder lid van het FFR aan deze eisen voldoen, kan de organisatie onderhandelen met opdrachtgevers voor betere prijzen en behandeling. Al zullen die onderhandelingen zich allereerst richten op de grote Engelstalige media, geeft Day desgevraagd toe.

Van de bijna driehonderd leden die zijn ingeschreven, werken de meeste voor Engelstalige media. Maar verzekert Day, na het verder opbouwen van de organisatie – eind dit jaar kiezen de leden een eigen bestuur – en het afdingen van betaalbare veiligheidstrainingen, komt er zeker aandacht voor lokale fixers en journalisten uit kleinere landen. “Dat het FFR alles goed intern geregeld heeft”, is volgens Day, op dit moment het belangrijkste agendapunt.

Grootste angst is ontvoering
Dat deert Nederlandse oorlogsverslaggevers, zoals Jeffry Ruigendijk, niet om zich al aan te sluiten bij het FFR. Hij reisde in april een maand door Koerdisch Syrië (en deed daar samen met Annabell van den Berghe ook verslag voor op DBR). Het FFR biedt voor hem een netwerk waar iedereen vitale informatie deelt over de “veiligheid op wegen en steden of de betrouwbaarheid van fixers”, maar ook tips geeft bij vermissingen of ontvoeringen. Informatie die voorheen alleen maar uitgewisseld werd via geheime Facebook-groepen of op de frontlinie.

Tijdens het panelgesprek in New York blijkt dat ontvoering de grootste angst van freelancers in de huidige conflictgebieden. Want daar kan zelfs de beste training of een vast contract je niet voor behoeden. Een “kwestie van ongeluk” zoals panellid Louise Roug Bokkenheuser, chef buitenland van The Daily Beast/Newsweek en oud-oorlogsverslaggever, het noemt. Maar als opdrachtgevers freelancers meer ondersteunen en zij zelf elkaar in de gaten houden, is dat het halve werk.

Hopelijk slaagt het FFR in die taak en hoeven freelancers in conflictgebieden niet meer bang te zijn voor het stempel oorlogstoerist, wat er ook gebeurt.

Vergelijkbare berichten