|

Terugkomen is niet hetzelfde als blijven

‘Terugkomen is niet hetzelfde als blijven’, staat er op de muur van het fietsviaduct dat van het centraal station in Amsterdam naar het Singel leidt. Ik heb dat altijd een buitengewoon mooie zin gevonden. Omdat hij zo waar is in al zijn simpelheid.

Toen ik even terug was in Amsterdam de afgelopen weken, vond ik de zin echter mooier en treffender dan ooit. Omdat ik opeens besefte dat ik door mijn keuze om correspondent te worden de komende jaren weliswaar nog op heel veel plekken zal terugkomen, maar dat blijven in mijn leven niet langer echt bestaat.

Ik kwam terug naar Amsterdam. En nu ben ik weer terug in Johannesburg.

Blijven staat – in mijn hoofd althans – voor rust. Terugkomen voor onrust. En naar onrust ben ik op zoek. Ik ben dan ook blij weer terug te zijn in Zuid-Afrika. Net zoals ik een kleine drie weken geleden blij was terug te zijn in Nederland. Door terug te komen, je te verplaatsen, zie je verschillen beter.

Oh ja, zo werkt het hier
‘I am going to kill someone in this shop,’ schreeuwde de winkeleigenaar op de middag dat ik terugkwam in Johannesburg. Ik stond in zijn winkel om een pakje sigaretten te kopen. ‘A white man stole a chocolate bar,’ legde zijn vrouw achter de kassa uit. ‘A WHITE man!’

Oh ja, denk je dan. Zo werkt het hier.

‘We hebben nooit gezegd dat de 4,8 miljard bezuinigingen van de baan waren,’ zei minister Dijsselbloem toen duidelijk werd dat Nederland komend jaar 6 miljard extra moet bezuinigen. ‘We geven niet meer macht weg aan Europa,’ hoorde ik premier Rutte zeggen. Leugens, populistische leugens natuurlijk.

Oh ja, zo werkt het daar.

Zo werkt het thuis, wilde ik bijna schrijven. Maar thuis is Nederland niet meer echt. Of Zuid-Afrika zou evenveel thuis moeten zijn. Maar thuis associeer ik met blijven, en thuisblijven doe ik niet, op geen van beide plekken.

Bij de kapper in Johannesburg had ik het vrijdag over hoe fijn ik het vond in Amsterdam ’s nachts veilig over straat te kunnen. Maar ook over hoe ik het de eerste nacht toch even heel gek vond, dat alleen in het donker slenteren zonder ook maar enigszins paranoïde om me heen te hoeven kijken.

De kapper kende het gevoel niet.

In Nederland vond ik het heerlijk om, als het niet regende tenminste, op mijn ov-fiets de stad door te racen. Mp3-speler aan. In Johannesburg geniet ik er oprecht van het volume volledig open te gooien in mijn auto op weg naar de supermarkt.

Ik maakte in Amsterdam vol enthousiasme foto’s van de grachten zodra het lekker weer werd. Grachten die ik, als ik was gebleven, deze zomer waarschijnlijk min of meer had genegeerd. In mijn wijk Jeppestown in Zuid-Afrika besefte ik dat afbrokkelende industrie toch ook wel degelijk de charme bezit die ik na een half jaar alweer uit het oog was verloren.

Het meest diverse dorp ter wereld
Als de wereld door globalisering een dorp is geworden, dan is het zonder enige twijfel het meest diverse dorp dat ik ooit heb gezien. En daar ben ik blij om. Want vanwege die diversiteit ben ik correspondent geworden.

Het maakt dat je in ons werelddorp nog altijd het gevoel kunt hebben terug te komen in wijken die een wereld van verschil maken. En dat je niet altijd maar gevangen blijft in dat rondje om de kerk.

Maar dat gevoel is persoonlijk natuurlijk. Met zo’n rondje om de kerk is niets mis. Sterker nog, niets is mooier dan dat sommige mensen graag terugkomen en anderen juist liever blijven. Die tegenstelling houdt de wereld draaiende, denk ik. Alleen tegenstellingen stimuleren en creëren.

Ik heb nooit veel met graffiti gehad, maar ik denk dat ik die ene zin uit Amsterdam hier ooit op een muur van een afbrokkelend industriepand ga spuiten.

Vergelijkbare berichten