Foto Willem van Ewijk
|

De journalistieke looproute naar waarheid

“Ik zal de waarheid vertellen, de hele waarheid. Op een domme manier de domme waarheid, op een vervelende manier de vervelende waarheid en op een trieste manier de trieste waarheid.”, schreef Hubert Beuve-Méry in 1944, in het redactioneel commentaar van de allereerste Le Monde. De krant was opgericht onder invloed van generaal De Gaulle, vlak nadat de Duitsers Parijs hadden verlaten. Ze heette ‘De Wereld’, omdat De Gaulle en Beuve-Méry na jaren van leugenachtige collaborerende pers aan het buitenland wilden vertellen wat er zich in werkelijkheid in Frankrijk afspeelde.

Als correspondent in Parijs wil ik de waarheid vertellen over wat er zich in mijn gastland afspeelt. Dat betekent de hele waarheid: het verhaal van de dagelijkse Fransman verbonden aan analyses van politiek en de verhalen van denkers. Om deze verbinding te maken moet een correspondent op zoek naar zijn eigen verhaal.

Crisis
Dat is nodig, want een deel van de crisis van de pers komt doordat journalisten niet meer in staat zijn lezers te boeien met samenhangende spannende verhalen. Daarom vertellen ze überhaupt geen verhalen meer en kopiëren ze feiten uit lokale kranten, of werken ze een interview uit met het kant-en-klare antwoord van een deskundige professor.

Ze verschuilen zich achter het controleren van bronnen en hoor en wederhoor. Deze journalistieke principes vormen de sportschoenen van de journalistiek, maar ze bepalen niet de looproute. Bovendien, maakt een buitenlandcorrespondent zich zo afhankelijk van persberichten van de regering of grote industriële bedrijven en van de grote dagbladen die het debat bepalen. Zo verwordt een journalist tot het doorgeefluik van gegevens uit OESO-rapporten.

Zo schrijft een correspondent de halve waarheid. Voor de hele waarheid is meer nodig.

Hardlopen
Mijn hardlooproute brengt me iedere twee dagen door het Jardin du Luxembourg, het park waar de Franse senaat gevestigd is. Twee weken terug stonden er, anders dan normaal, bij de poorten van het park niet één, maar twee parkwachten. Ze werden vergezeld door een politieagent die de tassen controleerden van ieder die het park in wilde. Twee dagen later merkte ik dat het veld tussen de grote fontein van het park, en het bordes van de senaat, was afgezet met dranghekken. Na een rustdag liep ik weer door het park en werd de Jardin vanaf de Noordkant belaagd door leden van Civitas, de katholieke vereniging die tegen het homohuwelijk demonstreerde. Vanuit de zuidkant kwam een stoet Franse onderwijzers aan, die protesteerden tegen de onderwijshervormingen van de regering Hollande. Ik liep door en vroeg me af waar de jonge demonstranten tegen het homohuwelijk bleven. De frisse jongens en meisjes die in januari uit alle hoeken van Frankrijk waren gekomen en blakend van gezondheid in de zwakke winterzon leuzen tegen François Hollande riepen.

Foto Willem van Ewijk
Foto Willem van Ewijk

De bron van het dagelijks leven
Het dagelijks leven van een correspondent is zijn belangrijkste kompas bij het vertellen van een samenhangend verhaal. Er zijn talloze manieren waarop je bronnen voor een artikel kunt vinden. Je kunt zelf onderzoek doen naar de integriteit en belastingopgaves van ministers in je vestigingsplaats en zo schandalen rond frauderende politici blootleggen. Daar is tijd en geld voor nodig. Je kunt kranten samenvatten en zeggen dat de opkomst van de ‘tweede demonstratie tegen het homohuwelijk door de organisatoren sterk overdreven werd’. Daarmee vertel je wat er in de kranten van een land staat en geef je de schijn van cijfers als een stuk rood vlees dat door je publiek snel vergeten wordt.

Het belangrijkste is dat je het land aanvoelt en dit gevoel doorgeeft aan je lezers. Concreet betekent dit dat je gevoel en alledaagse waarneming je onderwerpkeuze bepalen. Ruik je tijdens het hardlopen dat de Fransen in een identiteitscrisis zitten? Schrijf daar dan een stuk over. Dan maak je niet alleen nieuw nieuws in plaats van het nieuws van een land te kopiëren, je spreekt bovendien over de motivatie van de mensen in het land waar je woont. Die motivatie zal invloed hebben op politiek en massa tegelijk.

Boze jongeren
De oplopende dreiging rond de Jardin du Luxembourg mondde vorige week vrijdag (toen de senaat het wetsvoorstel om het homohuwelijk te legaliseren aannam) uit in een spontane protestmars van jongeren. De politie moest demonstranten met traangasgranaten op afstand houden. Bij de demonstranten zag ik eindelijk weer dezelfde jonge frisse meisjes die in januari voor het eerst tegen het homohuwelijk demonstreerden.

Hoe kan het dat deze altijd zo vrolijk demonstrerende meisjes ineens zo boos werden ? Waarom zijn juist deze jongeren boos, en niet alleen de gebruinde Corsicaanse opaatjes die hun antieke wereld in zien storten en daarmee beseffen dat hun tijd van leven voorbij is ?

Geduld
In Frankrijk heerst een diepe identiteitscrisis die verder gaat dan de tegenstelling stad-platteland, arm-en-rijk, katholiek-en-seculier, jong-en-oud. Lees kranten en boeken, spreek met deskundigen, en verdwaal in de stad, durf te dagdromen en het spreek met de meisjes op straat. En vertel vervolgens het hele verhaal aan je lezers. Om dit verhaal te vertellen is geduld nodig. Het is onmogelijk om de staat van het land samen te vatten in een artikel van zeshonderd woorden. Doe het dus stapsgewijs en schrijf met ieder artikel een nieuw hoofdstuk, en voeg aan ieder artikel over de actualiteit steeds een stukje van je kennis en ervaring toe : een alinea over een Franse denker of een demografisch perspectief bijvoorbeeld.

En houd altijd oog voor de emotie die je op de gezichten van je nieuwe landgenoten ziet. Zo werk je aan een samenhangend verhaal (de hele waarheid van Beuve-Méry) en kom je dicht bij het ideaal dat de correspondent zou moeten nastreven.

Foto Willem van Ewijk
Foto Willem van Ewijk

Vergelijkbare berichten