|

Brazilië-correspondent Stijntje Blankendaal: ‘Je moet ondernemend zijn en soms je verhaal twee keer verkopen’

Op Dagboek van een Correspondent onderzoeken journalistiekstudenten Ruben Bakker en Caroline de Vente de toekomst van de Nederlandse buitenlandjournalistiek. Zij spraken Stijntje Blankendaal, correspondent voor onder meer De Groene Amsterdammer en Trouw in São Paulo.

Je woont nu elf jaar in Brazilië. Heb je nog veel binding met Nederland?

“Mijn blik op Nederland is in zekere zin versimpeld. Ik volg natuurlijk wel het Nederlandse nieuws, en ik spreek regelmatig familie en vrienden uit Nederland, maar ik bekijk het toch als buitenstaander.

“Wat ik zie is dat Nederland geslotener is geworden. Brazilië is gewend met grote crisissen om te gaan. Nederland niet. Op het moment dat het in Nederland cultureel en economisch ging schuiven, is men erg geschrokken en zijn de poorten dichtgegaan.

“Ook bemerk ik een dubbele kijk op Brazilië. Enerzijds is Brazilië voor veel Nederlanders nog steeds een ontwikkelingsland, anderzijds wordt het gezien als opkomende natie. Een veelvoorkomende gedachte is: wij zitten middenin een economische crisis terwijl de Braziliaanse economie flink groeit, zij hebben het dus beter. De werkelijkheid is echter ingewikkelder.”


Is het belangrijk dat er een Nederlandse link zit in jouw verhalen over Brazilië?

“Voor veel media is het belangrijk dat het verhaal een directe link met Nederland heeft. Bij Trouw krijg ik die eis gelukkig nooit. De reis van Maxima en Willem Alexander naar Brazilië bijvoorbeeld, dat is voor Trouw niet interessant. Het levert geen nieuws op. Hetzelfde geldt voor De Groene Amsterdammer.

“Als ik verhalen verkoop sta ik altijd achter de inhoud. Een verhaal uit het buitenland is nieuwswaardig als het goed geschreven is en de lezer aan de andere kant van de oceaan het probleem begrijpt, zonder dat je een verhaal te veel vereenvoudigt. Maar er moet wel een balans zijn: het verhaal mag ook niet te ingewikkeld worden. Een belangrijke vraag voor een correspondent blijft: welk groter verhaal zit er achter een nieuwsonderwerp?”

Moet je je als correspondent focusen op één land of een heel continent?

“Latijns-Amerika wordt als een geheel gezien. Het maakt de verantwoordelijkheid voor de correspondent groot. Belangwekkend nieuws uit de Verenigde Staten, Frankrijk en Engeland is vanzelfsprekend: dat nieuws wordt ook vanaf de redactie zelf gevolgd. Bij landen waar de schijnwerpers minder op gericht zijn, moet de input van de correspondent zelf komen. Een enkele keer gebeurt het dan ook dat de redactie zegt dat het een te-ver-van-het-bedonderwerp is.

“Van sommige verhalen weet je dat ze makkelijk scoren. Geweld in favela’s, kindsoldaten: dat soort verhalen verkopen altijd goed. Maar ik vind dat je als correspondent moet oppassen dat je je daar niet toe beperkt.”

Heb jij als freelancer genoeg werk in Brazilië?

“Als freelancer moet je noodgedwongen ook andere projecten aanpakken. Ik heb verschillende opdrachten voor ngo’s gedaan. Daar heb ik lange reizen voor gemaakt, waardoor ik het land goed heb leren kennen. Dat zijn ervaringen die zich niet direct vertalen in artikelen, maar die je wel meeneemt. En ik ben voor Trouw een aantal weken de amazone in geweest om een wetenschappelijke expeditie te volgen, dat werd betaald door het WNF.

“Ik heb me nooit beklaagd dat ik geen vaste baan heb. Ik vind het heel leuk om andere projecten erbij te doen, zoals mijn werk voor Lokaal Mondiaal. Voor hen organiseer ik het Beyond (Y)our World-programma in Brazilië. Het is leuk om je kennis over het land ook op een andere manier in te zetten. Na elf jaar kom je wel op een punt dat verhalen weer terugkeren, zodat het steeds interessanter wordt om andere dingen erbij te doen.”

“Binnen de Nederlandse media is er zeker ruimte voor diepgravende buitenlandjournalistiek. Dat zie je alleen al aan het grote netwerk van buitenlandjournalisten. Maar de aandacht wordt wel minder. Trouw hecht echter wel erg veel belang aan buitenlandjournalistiek. De lezers van Trouw waarderen dat, blijkt uit lezersonderzoeken van de krant.”

Wat versta jij onder die diepgravende journalistiek waar ruimte voor is in Nederland?

“Diepgravende buitenlandjournalistiek is journalistiek op basis van kennis van een cultuur, taal en land. Je kunt niet ergens neerstrijken en een of twee quotes halen. Het is belangrijk dat je uit veel verschillende bronnen put. Daarnaast is er tijd nodig om een verhaal goed uit te zoeken. De consequentie daarvan is dat het soms meer tijd kost dan dat het financieel oplevert. Wij, freelancers, zijn allemaal van die gekke idealisten. Iedereen klaagt steen en been, maar uiteindelijk is men wel bereid om mooie verhalen af te leveren. Mijn passie en die van mijn collega’s is groot, maar er zijn grenzen aan de hoeveelheid tijd die je ergens in kunt steken.

“Onder diepgravende onderzoeksjournalistiek vallen vaak de projecten die voor een langere periode lopen. Vanuit de krant wordt dat niet gefinancierd en als freelance buitenlandcorrespondent kun je niet in je eentje een schandaal boven water halen. Dat zit er niet in. Maar ik denk dat je jezelf beperkt als je van tevoren al denkt dat het toch niet lukt. Daarom zoek ik naar fondsen en andere financiële mogelijkheden om deze verhalen te maken. Soms moet je flexibel zijn als je een verhaal wil brengen.”

Moeten correspondenten bang zijn voor de commerciele kanten van het werk dat ze doen?

“Ik ben ondernemend. Bij commercie moet je jezelf afvragen hoe ver je wilt gaan. Er staat altijd iets tegenover. Je kunt als journalist ook anders te werk gaan. Soms kun je hetzelfde verhaal ook aan andere media verkopen. Zo verkoop ik soms hetzelfde verhaal aan zowel De Standaard als aan Trouw. Dat werkt prima, omdat ze een verschillend publiek hebben.”

Heb je weleens getwijfeld of je niet in vaste dienst wilde voor een medium?

“Ik heb veel nagedacht over de vraag of een freelancer of iemand met een vast contract zijn werk beter doet. Als freelancer werk je vrijwel nooit als bureauredacteur. Je maakt in tegenstelling tot de vaste correspondent altijd verhalen op basis van reportages. Dat is het meest interessante van het vak. Maar omdat ik freelance werk heb ik mijn zwangerschapsverlof zelf moeten betalen. Als ik niet schrijf, komt er ook geen geld binnen. De reden dat ik mijn werkzaamheden heel snel weer heb opgepakt.

“Een vaste correspondent heeft een vast inkomen, dat scheelt veel. Maar als vaste correspondent krijg je er wel veel meer standaardtaken bij. Je moet bijvoorbeeld heel Latijns-Amerika verslaan. Je moet dus alle verkiezingen volgen, er een nieuwsverhaal over kunnen schrijven en daarnaast ook stukken fabriceren die snel in de krant moeten komen. Maar vaste correspondenten zijn er toch bijna niet meer.”

Dit artikel verscheen eerder in twee delen op Dagboek van een Correspondent (deel 1 en deel 2).

Vergelijkbare berichten