Mannen de metro uit schoppen
In Caïro heb je metrowagons die specifiek alleen voor vrouwen zijn. In het midden van iedere metro bevinden zich de twee metrostellen waar enkel vrouwen in mogen. Eén wagon is tot negen uur ‘s avonds verboden voor mannen, de andere altijd. De betreffende coupes zijn duidelijk herkenbaar door bordjes boven het perron en grote stickers op de wagons zelf. Een groene voor die tot negen uur en een rode voor die waar mannen nooit in mogen.
Ik ben nog nooit fysiek lastig gevallen in de metro, maar de priemende blikken van twintig man die je met hun ogen staan uit te kleden is toch iets wat ik bij voorkeur vermijd. Bovendien is het in de mannenwagons altijd veel drukker en stinkt het er vaker wel dan niet naar zweet. Ik reis dus vrijwel altijd in de vrouwenwagons.
Daar is het meestal een theekrans. Er wordt druk gekeuveld over het laatste nieuws (‘Is Mubarak al dood?’) en pasgeboren baby’s worden bewonderend van schoot naar schoot doorgegeven (-‘Wat een lief kindje!’, waarop de trotse moeder zegt ‘Hij heet Mohammed’ en vervolgens het hele bankje in koor ‘Oh, wat een mooie naam!’ kirt).
Uiteraard wordt er ook flink geroddeld (‘Heb je het gehoord van de achternicht van de vader van de broer van de tante van de buurman? Schandalig!’), wordt de door straatverkopers aangeboden waar uitvoerig gekeurd en geven moeders kinderen ongegeneerd borstvoeding. Kortom: best gezellig.
Verboden
Het is een doordeweekse avond als ik een van de laatste metro’s naar huis pak. Als ik de coupé instap zie ik een groep jongens in het gangpad staan. Dat hoort niet. Een meisje dat bij een andere deur instapt heeft ze ook gezien en begint te protesteren. ‘Het is hier verboden voor mannen, ga eens in een andere coupé staan.’
De rest van de aanwezige vrouwen houdt zich opvallend stil en veel van hen wenden hun blikken af naar de grond. Ik reis bijna iedere dag met de metro en heb het vaak zat meegemaakt dat jongens en/of mannen verbaal danwel fysiek door vrouwen de vrouwenwagons uit gewerkt worden. Egyptische vrouwen zijn doorgaans niet op hun mondje gevallen en staan in zo’n geval meestal wel hun mannetje. Maar dit keer vreemd genoeg niet.
‘Het is na negen uur, dus we mogen hier gewoon zijn’, is de jongen zijn weerwoord. ‘Nee’, corrigeert het meisje hem, ‘dit is de coupé die altijd alleen voor vrouwen is. Kijk maar naar de rode sticker boven de deur. Jullie moeten naar een andere coupé.’ Ze is inmiddels in de deuropening gaan staan om te voorkomen dat de deuren sluiten.
Rode sticker
Weer krijgt ze van niemand bijval. Ik kijk verbaasd om me heen. Wat is dit nou? Ik begrijp er niks van. Dat meisje heeft toch gewoon gelijk? Ik steek mijn hoofd uit de deur om te controleren of we echt in de coupe met de rode sticker staan. Check. Waarom zegt er dan verder niemand iets?
‘Meid, doe niet zo moeilijk! We gaan echt niet aan je zitten, hoor.’ De jongen maakt er een partij weinig aan de verbeelding overlatende handgebaren bij. Het meisje is het nu beu en begint aan de jongen zijn arm te trekken om hem naar buiten te krijgen. ‘Stap uit, jullie horen hier niet!’
Krekels
Opnieuw is de stilte oorverdovend. Ik hoor nog net geen krekels tsjirpen. Ik heb dan doorgaans wel een grote bek, maar de aandacht op mezelf vestigen door in een volle metrowagon mijn mond open te trekken doe ik liever niet. Zeker niet als dat dan ook nog eens in het Arabisch moet. Maar mijn irritatie wint het dit keer van mijn schroom.
‘Ze heeft gelijk’, zeg ik. De jongen kijkt verstoord mijn kant op. ‘Oh, gaat de buitenlandse zich er ook mee bemoeien?’ Zijn toon is eerder geamuseerd dan agressief en door de spottende glimlach op zijn gezicht raak ik lichtelijk geirriteerd.
‘Ja’, zeg ik resoluut. ‘Deze wagon is alleen voor vrouwen. Je moet uitstappen’, zeg ik, al wijzend naar de nog steeds openstaande deuren. ‘En jullie ook’, mompel ik er met mijn hoofd richting de rest van de jongens gebarend achteraan. ‘Ah, doe niet zo moeilijk’, sputtert de jongen tegen. ‘We doen toch niks?’
‘Regels zijn regels’, ga ik verder. ‘Het is hier verboden voor mannen, dus jullie moeten weg.’ De metro staat inmiddels al een paar minuten stil en vanuit de aangrenzende wagon komen een paar mannen geïrriteerd bij de deur van ons metrostel kijken wat er aan de hand is.
Opzouten
‘Wat is er loos?’ bromt een oudere man, terwijl hij nieuwsgierig in het rond kijkt. Twee andere mannen zijn ondertussen al ingestapt en duwen en trekken de jongens binnen een mum van tijd de coupé uit. Overmoedig geworden roep ik ze nog brutaal ‘Doei!’ en ‘Opzouten!’ achterna en zwaai ik ze uit. Als de deuren dan eindelijk dicht gaan en de metro zich in beweging zet hangt er een ongemakkelijke stilte in de coupé, die pas verbroken wordt wanneer er bij de volgende halte nieuwe passagiers instappen.
Een halte later stap ik uit. Als ik voorbij de gemixte wagon kom zie ik de betreffende groep jongens staan. Eentje steekt er plagerig zijn tong naar me uit, een ander zwaait me breed lachend toe. Zulke kwaaie jongens lijken het me niet. Ondeugend, maar geen afschrikwekkend straattuig. Terugkijkend naar de vrouwenwagon zie ik het meisje staan dat gek genoeg als enige haar mond opentrok. Ook zij zwaait met een grote glimlach op haar gezicht naar me.
Ik hoop maar dat ze volgende keer weer haar mond open doet en dat ze dan wél gelijk bijval krijgt, zodat ‘de buitenlandse’ in het vervolg weer onopvallend in een hoekje kan blijven staan.
PS Voor wie zich nog afvraagt hoe mijn oud en nieuw in Caïro was: zeer zeker niet voor herhaling vatbaar. Het hoogtepunt was de autorit naar huis, mijn eerste keer achter het stuur in Caïro. De auto is nog heel en er zijn geen doden of gewonden gevallen. Zelfs niet bij het achteruit terugrijden op de verkeerd genomen afslag.