|

Een oneerbaar voorstel

It's not what you think it is...

Wie goed doet, goed ontmoet. Ik weet niet precies wat ik hier in Cairo dan ‘doe’, maar ik kom vooral veel mafkezen tegen. Kristof leer ik kennen op het Tahrir-plein, bij de bekendmaking van Mohamed Morsi als nieuwe president van Egypte. Het lijkt me op het eerste gezicht een geschikte vent: oorlogsverslaggever, afgestudeerd filosoof en gescheiden vader van een zoontje van twee. We wisselen telefoonnummers uit.

Ik hoor niks meer van hem, zoals dat hier wel vaker gaat. Tot hij eergisteren opeens aan de telefoon hangt. Of ik zin heb om wat met hem te gaan drinken.

We spreken af in een Egyptisch dranklokaal in de binnenstad. Al na een biertje gooit Kristof zijn hele gevoelsleven op tafel. Na zijn scheiding ‘zag hij het niet meer zitten’ en moest hij ‘even stoom afblazen’, legt hij uit. Dat blijkt een understatement.

Kristof blijkt Meneer Zelfvernietiging in hoogsteigen persoon. Amy Winehouse is er niks bij. Gedurende twee uur stort hij de wildste verhalen over me uit. Wakker worden en niet weten waar je bent, of wie die twee Afrikaanse ‘big mommas’ zijn waar je tussenin ligt. En wat doet die spuit eigenlijk naast je hoofd? Hoe kom je aan die kleine ronde prikwondjes in je arm? Waarom is je portemonnee leeg?

Hij wordt een keer volledig aan gort geslagen, ligt een paar dagen in het ziekenhuis omdat hij zich bijna in coma zuipt en belandt meerdere keren in een Egyptische cel. Het is aan zijn ambassade te danken dat zijn verblijfsvergunning hem nog niet is afgenomen.

Hoeren

Tussen zijn nachtelijke avonturen door presteert hij het wel nog om artikelen te schrijven. Het geld dat hij daarmee verdient gaat bijna helemaal op aan het wedden op illegale hondengevechten in een van de beruchtste achterbuurten van Cairo. Oh, en aan hoeren natuurlijk. En drugs, uiteraard. Hij slikt, spuit, rookt, eet en drinkt onder meer wiet, hasj, opium, xtc, lsd, cocaïne, heroïne, amfetaminen en paddo’s.

Althans, dat is wat hij zich er nog van herinnert. Het is allemaal van Egyptische bodem, dus je weet nooit wat je precies binnen krijgt. Denk je een fijne joint op te steken, blijkt er opium in te zitten. Schuif je wat xtc naar binnen, heeft een of andere grapjas daar een laagje lsd overheen gesmeerd. Steek je je neus in de coke, rollen even later de wasmiddelbubbels van je tong.

Bescheten

Het is een klein mirakel dat Kristof überhaupt nog leeft. Geen wonder dat hij er beetje bescheten uit ziet. In de wallen onder zijn ogen kan hij met gemak een paar illegale Syriërs kwijt.

Ik ruik minimaal een dozijn fantastische journalistieke stukken en vraag hem dan ook om me mee te nemen op sleeptouw als hij weer op een van zijn ‘kroegentochten’ gaat. Maar dan komt de aap uit de mouw. ‘Tuurlijk’, glimlacht hij me veelbetekenend toe. ‘Ik laat je de ranzigste plekken van Cairo zien, maar daar wil ik dan wel wat voor terug.’

Mijn biertje blijft even zweven tussen de tafel en mijn lippen. ‘Wat bedoel je precies?’, vraag ik, nadat ik een flinke slok heb genomen. Kristof lacht breed. ‘Als ik vanavond met je mee naar huis mag, neem ik je de volgende keer mee als ik op stap ga.’

Ballen

Ik zit niet snel met mijn mond vol tanden, maar hier weet ik even niks op te zeggen. Mijn eerste impuls is om beste Kristof een trap in zijn ballen geven en het cafe uit lopen, maar een tafeltje verder zit de hoofdredacteur van een grote Egyptische krant (lees: een potentiële werkgever), dus ik hou me in en sla beleefd doch beslist af.

Niet alleen omdat ik me fysiek nou niet bijzonder tot Kristof aangetrokken voel, maar vooral ook vanwege zijn opmerking dat hij het afgelopen jaar met ‘minimaal vijftig vrouwen’ seks heeft gehad en het feit dat hij tussen neus en lippen door toegeeft dat ‘de meeste van die naalden wel niet heel erg schoon geweest zullen zijn’. Bovendien stel ik het niet op prijs dat hij blijkbaar de indruk van me heeft dat ik een of andere snol ben die doodleuk op dit soort oneerbare voorstellen in gaat.

Taxi

Na een klein kwartier aandringen geeft hij het op en vraagt om de rekening. Na het afrekenen kijkt hij beteuterd naar zijn portemonnee. ‘Nu heb ik geen geld meer voor de taxi naar huis. Kun jij die betalen?’

We wonen bij elkaar in de buurt, en omdat hij voor mijn eten en drinken heeft betaald kan ik het niet over mijn hart verkrijgen om ‘nee’ te zeggen. Er volgt een taxirit vol oncomfortabele stiltes. Na een bijzonder ongemakkelijk afscheid loop ik naar huis.

Alleen. En voor het eerst in tijden vind ik dat helemaal niet erg. Ik word liever wakker in een leeg bed dan naast een drugskonijn dat er hoogstwaarschijnlijk een verzameling geslachtsziektes op na houdt waar Pamela Anderson u tegen kan zeggen.

Vergelijkbare berichten